Beveiliging Tegen Overbelasting - EINHELL CC-BC 30/1 Original Operating Instructions

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 13
kunt u de lader aansluiten op een stopcontact
met 230V~50Hz. Het aansluiten op een stop-
contact met een andere netspanning is niet
toegestaan. Let op! Door het laden kan ge-
vaarlijk knalgas vrijkomen; daarom tijdens het
laden vonkvorming en open vlam vermijden.
Explosiegevaar!
Berekening van de laadtijd:
De laadtijd wordt bepaald door de laadtoestand
van de batterij. Bij een lege batterij kan de ap-
proximatieve laadtijd door de volgende formule
worden berekend:
batterijcapaciteit in Ah
laadtijd/h =
amp. (laadstroom aritm.)
24 Ah
Voorbeeld =
= 9,6 h max.
2,5 A
Bij een normaal ontladen batterij vloeit een hoge
beginstroom die ongeveer gelijk is aan de nomi-
nale stroom. Met toenemende laadtijd vermindert
de laadstroom.
Bij oude batterijen waarbij de laadstroom niet
vermindert heeft er zich een defect voorgedaan
zoals b.v. celkortsluiting of verouderingsschade.
De laadstroom moet 1/10 tot 1/6 van de batterij-
capaciteit bedragen.
Opgelet! Laadtijd niet overschrijden. Na afl oop
van de laadtijd de netstekker uit het stopcontact
trekken en de lader isoleren van de accu.
De exacte laadtoestand kan enkel worden be-
paald door de zuurdichtheid te meten met een
zuurweger. Aanwijzing! Tijdens het laden komen
gassen vrij.
(vorming van gasbellen aan het oppervlak van de
batterijvloeistof). Let daarom op een goede ver-
luchting in de ruimtes.
Waarden van de zuurdichtheid (kg/l bij 20°C)
1,28
batterij geladen
1,21
batterij half geladen
1,16
batterij ontladen
Anl_CC_BC_30-1_SPK9.indb 66
Anl_CC_BC_30-1_SPK9.indb 66
NL
5.2 Laden van de accu beëindigen
Als het laadproces is afgesloten, trek dan de
netstekker uit de contactdoos.
Neem eerst de zwarte laadkabel los van de
carrosserie.
Neem daarna de rode laadkabel los van de
pluspool van de batterij.
Opgelet! Bij positieve aarding maakt u eerst
de rode laadkabel los van de carrosserie en
dan de zwarte laadkabel van de accu.
Batterijdoppen terug opschroeven of erop
drukken (indien aanwezig).
Draai de laadspanningsschakelaar op '0'.
5.3 Starthulp
6 - 24V max. 80 A aritm. / 100 A eff .
1. Stel de batterijspanning in (6 V / 12 V of 24 V).
2. Draai de stroomtrapschakelaar naar trap 6.
(fi g. 3).
3. Laadt de batterij 5 tot 10 minuten voor zoals
beschreven onder punt 5.1 „Laden van de
batterij".
4. Druk op de 'STARTING' knop en start geli-
jktijdig het voertuig. Als het apparaat bij het
starthulpproces langer dan 5 seconden wordt
overbelast, dan schakelt de overbelastings-
schakelaar het apparaat uit.
Is de startpoging mislukt, kan de knop van de
overbelastingsschakelaar na ca. 3 minuten
opnieuw worden ingedrukt en de startpoging
herhaald. Het starten gaat gemakkelijker als de
batterij voor het starten ca. 10 minuten met de
maximale laadtrap wordt geladen.
Stel na de starthulp het apparaat buiten bedrijf
zoals beschreven onder 5.2.

6. Beveiliging tegen overbelasting

Fig. 5:
De geïntegreerde overbelastingsschakelaar
beschermt het apparaat tegen overbelasting of
kortsluiting. Als de overbelastingsschakelaar
reageert, gaat zijn drukknop verder naar buiten
uitsteken; na een korte afkoelpauze van ca. 3 mi-
nuten kan deze knop opnieuw worden ingedrukt.
De in de transformator geïntegreerde thermische
beveiliging beschermt het apparaat tegen over-
verhitting.
- 66 -
21.07.2021 08:34:58
21.07.2021 08:34:58

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

1078121

Table of Contents