Advertisement
Gebruikshandleiding
INLEIDING
Dank u voor uw besluit tot aankoop van deze alarminrichting,
die is ontworpen om de aanwezigheid van koolmonoxide (CO) te
ontdekken. Deze handleiding bevat informatie over de installatie
en werking van de SF340 modulaire koolmonoxidealarminrichting.
DIT ALARM MAG UITSLUITEND WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR
EEN BEVOEGD PERSOON. ALLE ELEKTRISCHE BEDRADING MOET
WORDEN AANGELEGD OVEREENKOMSTIG DE GELDENDE
BEDRADINGSVOORSCHRIFTEN VAN HET INSTITUTE OF ELECTRICAL
ENGINEERS (LEES: PLAATSELIJK EQUIVALENT).
1. WAT IS KOOLMONOXIDE?
Koolmonoxide is een uiterst giftig gas dat vrijkomt als gevolg van
de verbranding van brandstof. Het is onzichtbaar, reuk- en smaak-
loos en kan daarom bijzonder moeilijk met de menselijke zintuigen
worden waargenomen.
POTENTIËLE GEVARENZONES IN UW
Gas-,
Boiler of
kolen-of
verwarmer
houtkachel
Verstopte
Autouit-
schoorsteen
laatgassen
of rookleider
in garage
Onder normale bedrijfsomstandigheden is de hoeveelheid koolmon-
Koolmonoxide-Alarm
oxide die vrijkomt van op brandstof werkende apparatuur die op de
Model SF340 Serie
voorgeschreven wijze wordt onderhouden en in goed geventileerde
vertrekken is aangebracht, niet gevaarlijk.
Er kan echter sprake zijn van een gevaarlijke hoeveelheid koolm-
onoxide indien een of meer van de volgende condities bestaan:
DE INHOUD VAN DEZE GEBRUIKSHANDLEIDING MOET ZORGVULDIG
WORDEN DOORGELEZEN VOORDAT HET ALARM IN GEBRUIK WORDT
1. Defect of slecht onderhouden apparaat.
GENOMEN. BEWAAR DE HANDLEIDING OP EEN VEILIGE PLAATS TEN
2. Geheel of gedeeltelijk geblokkeerde rookleider.
BEHOEVE VAN TOEKOMSTIGE RAADPLEGING.
BESTEED EXTRA AANDACHT AAN DE VEILIGHEIDSWAARSCHUWIN-
3. Onvoldoende geventileerd vertrek.
GEN. GEEF DE HANDLEIDING DOOR AAN VOLGENDE GEBRUIKERS
De volgende omstandigheden kunnen resulteren in voorbijgaande
VAN HET ALARM.
koolmonoxidesituaties:
INGEVAL VAN INSTALLATIE VAN DIT ALARM VOOR GEBRUIK DOOR
ANDEREN DIENT DEZE HANDLEIDING OF EEN KOPIE ERVAN BIJ DE
1. Overmatige morsing of omgekeerde ontluchting van op brandstof
werkende apparaten als gevolg van omgevingscondities buitens
EINDGEBRUIKER TE WORDEN ACHTERGELATEN.
huis zoals:
In deze handleiding worden de volgende modellen behandeld:
i. Windrichting en/of luchtsnelheid, waaronder sterke windvlagen,
dichte lucht in de ontluchtingsleidingen (koude, vochtige lucht
SF340E
230 V, 50 Hz standaardmodel
gecombineerd met langdurige perioden tussen cycli).
SF340F
230 V, 50 Hz uitgangsmodel
(voor relais- en koppelverbindingsvoorziening)
ii.
Negatief drukverschil als gevolg van het gebruik van afzuigventi
SF340J
12/24 V gelijkstroom uitgangsmodel
lators.
(voor relais- en koppelverbindingsvoorziening)
iii. Gelijktijdige werking van verschillende op brandstof werkende
Alle bovenstaand genoemde modellen worden compleet geleverd met:
apparatenwaarvoor dezelfde beperkte interne lucht beschikbaar is.
SF340M
Koolmonoxide-sensormodule inclusief backup-batterij en
elektrochemisch gasopsporingssysteem
iv.
Rookleideraansluitingen die losbreken van wasgoeddrogers,
watergeisers of boilers.
WAARSCHUWING
v. Obstructies in rookleiders of onconventionele rookleiderontwerpen
waardoor bovenstaande situaties kunnen worden verergerd.
Inwerkingtreding van uw koolmonoxide-alarminrichting duidt
op de aanwezigheid van koolmonoxide (CO) waaraan u kunt
2. Langdurig gebruik van op brandstof werkende apparaten die
OVERLIJDEN.
niet worden ontlucht.
HET IS MOGELIJK DAT DIT KOOLMONOXIDE-ALARM GEEN
3. Temperatuurinversies die uitlaatgassen nabij de grond kunnen
BESCHERMING BIEDT AAN PERSONEN DIE BIJZONDER AAN
opsluiten.
GEVAAR ZIJN BLOOTGESTELD WEGENS LEEFTIJD, ZWANGER-
4. Een lopende automotor in een open of aan het huis gebouwde
SCHAP OF EEN KWAAL. DEZE PERSONEN KUNNEN OVERWEGEN
garage.
WAARSCHUWINGSAPPARATUUR TE GEBRUIKEN DIE GELUIDS-
EN VISUELE SIGNALEN AFGEEFT BIJ KOOLMONOXIDECONCEN-
TRATIES LAGER DAN 30 PPM. BIJ TWIJFEL DIENT U ADVIES VAN
2. WAT ZIJN DE GEVAREN VAN KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING?
UW HUISARTS IN TE WINNEN.
De volgende symptomen zijn gerelateerd aan koolmonoxidevergiftig-
EEN KOOLMONOXIDE-ALARM IS GEEN SUBSTITUUT VOOR EEN
ing en moeten worden besproken met ALLE leden van de
ROOKMELDER OF EEN BRANDBAAR-GAS DETECTOR.
huishouding:
Dit koolmonoxide-alarm is ontworpen om koolmonoxide uit
Geringe blootstelling: Lichte hoofdpijn, misselijkheid, overgeven,
iedere verbrandingsbron te ontdekken, waaronder hout, steen-
vermoeidheid (vaak beschreven als gri
kool, cokes, olie, benzine en gas.
epachtige verschijnselen).
Middelmatige
Zware bonzende hoofdpijn, duizeligheid,
DIT KOOLMONOXIDE-ALARM IS NIET/GEEN:
blootstelling:
verwardheid, snelle hartslag.
• Ontworpen om rookgas of andere gassen te ontdekken.
Extreme
Bewusteloosheid, convulsies, cardiorespirato
• Substituut voor het op de voorgeschreven wijze servicen van op
blootstelling:
rische stilstand, fatale afloop.
brandstop werkende apparaten of het vegen van de schoorsteen.
• Hulpmiddel dat intermitterend wordt gebruikt of als draagbaar
Veel gevallen van gerapporteerde koolmonoxidevergiftiging wijzen
alarm voor detectie van gemorste ontbrandingsproducten afkom
erop dat, hoewel de slachtoffers zich bewust zijn van een onpasselijk
stig van op brandstof werkende apparaten of schoorstenen.
gevoel, zij in dergelijke mate gedesoriënteerd raken dat zij zichzelf
niet kunnen redden door het vertrek/gebouw te verlaten of hulp in te
CAUTION
roepen. Het is tevens belangrijk om te weten dat kleine kinderen en
huisdieren doorgaans het eerst de schadelijke effecten ondervinden.
Dit koolmonoxide-alarm is uitsluitend ontworpen voor gebruik
binnenshuis. Het mag niet met regen of vocht in aanraking komen,
3. IN WELK VERTREK DE DETECTOR MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD
terwijl laten vallen of stoten moet worden vermeden. Er mag niet
mee worden geknoeid aangezien dit een elektrische schok of een
Idealiter dient u te beschikken over een alarm in of bij ieder vertrek
storing in de alarmfunctie kan veroorzaken. Het alarm beschermt niet
dat een op brandstof werkend apparaat bevat.
tegen het gevaar van koolmonoxidevergiftiging wanneer de backup-
Indien er echter meerdere apparaten zijn maar slechts één alarm, dan
batterij niet langer functioneert. Dit alarm geeft de aanwezigheid van
moeten de volgende punten worden overwogen bij de beslissing waar
koolmonoxide alleen op de sensor aan. Het gas kan ook in andere
het alarm het best kan worden geplaatst.
gedeelten aanwezig zijn. Niet schilderen.
• Als er zich een apparaat in een slaapkamer in gebruik bevindt, dan
moet het alarm daar worden geïnstalleerd.
HET TESTEN VAN UW DETECTOR
• Als er zich een apparaat in een veel gebruikt vertrek bevindt, zoals
Verlichting van het groene lampje geeft aan dat de stroom in inge-
een zitkamer, dan moet het alarm daar worden geïnstalleerd.
schakeld. Het alarm moet wekelijks worden getest door de testknop aan
• Als u een zitslaapkamer bewoont, installeer het alarm dan zover
de voorkant ervan ingedrukt te houden, waarna het alarmsignaal behoort
mogelijk verwijderd van de kookapparatuur, maar zo dicht mogelijk
te worden gegeven. Waar relaismodellen in gebruik zijn of units onderling
bij het slaapgedeelte.
zijn gekoppeld, moet u erop attent zijn dat de relaisfunctie bij het testen
worden geactiveerd.
• Als er zich een apparaat in een vertrek bevindt dat doorgaans niet
in gebruik is, zoals de plaats waar de ketel staat, dan behoort het
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE DETECTOR
alarm direct aan de buitenkant van die ruimte te worden geïnstal
leerd zodat het signaal bij activering makkelijker kan worden
De kast van de alarminrichting dient af en toe met een doek te worden
gehoord.
schoongeveegd. Zorg ervoor dat de openingen aan de voorkant niet
worden geblokkeerd door vuil en stof. GEBRUIK NOOIT REINIGINGS-,
4. WAAR DE DETECTOR MOET WORDEN AANGEBRACHT
BLEEK- OF POETSMIDDELEN.
Koolmonoxide heeft dezelfde dichtheid als warme lucht en om te
BELANGRIJK
verzekeren dat het meest effectieve gebruik van het alarm wordt ge-
maakt dient het minstens 150 cm boven vloerniveau en op minstens
•
Voor het bereiken van een ideale situatie wordt aangeraden om een
185 cm afstand van het betreffende apparaat te worden bevestigd.
koolmonoxide-alarm in of bij ieder vertrek te installeren waar zich
Verwarm lucht natuurlijk stijgt; het is goeder de eenheid hoger te
een op brandstof werkend apparaat bevindt, zoals een gaskachel,
installeren in plaats van neerlaat. De SF340 Serie kan de muur of op
cv-boiler, kamerverwarming, watergeiser, fornuis, grill enz.
het plafond worden aangepast.
•
Zorg ervoor dat de alarmzoemer kan worden gehoord door iedereen
ALARM
voor wie het signaal bedoeld is.
1.85m
•
Roep onmiddellijk medische hulp in als het vermoeden bestaat dat
(6')
iemand in de huishouding aan koolmonoxidevergiftiging lijdt.
(min)
IINDIEN NADERE BIJZONDERHEDEN WORDEN VERLANGD DIE
NIET IN DEZE HANDLEIDING ZIJN OPGENOMEN, NEEM DAN A.U.B.
1.5m
CONTACT OP MET HONEYWELL ANALYTICS.
(5')
(min)
INHOUD VERPAKKING
Modellen SF340E, SF340F, SF340J bevatten:
Een alarm
Een sensormodule (SF340M)
5. WAAR DE DETECTOR NIET MOET WORDEN AANGEBRACHT
Een gebruikshandleiding
Installeer het alarm niet op de volgende plaatsen:
Een installatieset, bestaande uit:
twee wandpluggen,
• Buiten het gebouw.
twee bevestigingsschroeven,
• In of onder een kast.
twee elektrische montageschroeven
• In een vochtige omgeving.
• Direct boven een gootsteen of fornuis.
SPECIFICATIE
• Naast een deur of raam of elders waar sprake is van tocht.
• Waar de luchtstroom naar het alarm wordt belemmerd door
Modellen:
SF340E,F,J
gordijnen of meubilair.
Ontdekt gas:
Koolmonoxide
• Waar zich vuil of stof kan verzamelen en de sensor blokkeert.
Opsporingsprincipe:
Elektrochemische cel
• Waar de temperatuur tot onder -5ºC kan dalen of tot boven
Alarmindicatie:
Knipperend rood lampje en
40ºC kan stijgen.
geluidsalarm
• Waar makkelijk tegen het alarm kan worden gestoten of het
Alarmniveaus:
150ppm
tussen 10-30
anderszins kan worden beschadigd.
minuten
350ppm binnen 6
6. WERKING VAN DE DETECTOR
minuten
(zoals vereist door BS7860: 1996)
Voedingsspanningsbereik:
SF340E,F
220/240 V
TESTKNOP
wisselstroom, 50 Hz
SF340J
12 V gelijkstroom
±10% of 24 V gelijkstroom ±10%
ZOEMER
Bedrijfstemperatuur:
-5ºC tot 40ºC
Vochtigheidsbereik:
30 to 90% RH.
Opwarmingstijd na eerste inschakeling:
Ogenblikkelijk.
GASINLAAT
Normale levensduur module:
5 Jaar.
Levensduur backup-batterij in
alarmtoestand:
Minstens 5 dagen
ALARM-/BETROUWBAARHEIDSLAMPJE
STROOMLAMPJE
Afmetingen:
170mm x 110 mm x 65mm.
Gewicht:
Ongeveer 575g.
De detector is niet voorzien van een aan/uit-schakelaar, maar wordt
automatisch ingeschakeld wanneer de stroombron wordt geactiveerd.
Dit is om te verzekeren dat de detector niet gedachteloos wordt
DISPOSAL WARNING: Do not dispose of in fire
uitgeschakeld en als gevolg daarvan een eventuele accumulatie van
koolmonoxide niet ontdekt.
GARANTIE
Normale werking
Wij garanderen dat uw nieuwe gasalarminrichting vanaf de koopdatum
Wanneer de unit wordt gevoed vanaf de primaire stroombron (b.v.
en uitgaande van normaal gebruik en voorgeschreven service 5 jaar
230 V wisselstroom, 12/24 V gelijkstroom) is het groene lampje
verlicht. (Het groene lampje is onverlicht wanneer de backup-batterij
vrij zal zijn van fabrieks- en materiaalfouten. Gedurende deze periode
zullen wij, geheel naar eigen goeddunken, enig deel van het alarm
in gebruik is).
dat defect is bevonden als gevolg van een fabrieks- of materiaalfout,
Zolang er geen koolmonoxide aanwezig is, zal het rode lampje
mits gebeurd tijdens normaal gebruik en met inachtneming van de
eenmaal per 60 seconden knipperen. Dit betekent dat het alarm op de
voorgeschreven service, repareren, vervangen of de prijs ervan vergo-
voorgeschreven wijze werkt.
eden. Wij zullen echter onder geen enkele verplichting zijn om units te
Alarmtoestand
repareren, te vervangen of de prijs ervan te vergoeden die op enigerlei
wijze defect zijn bevonden als gevolg van beschadiging, verwaarloz-
Wanneer de unit koolmonoxide ontdekt, wordt het alarmsignaal onon-
derbroken gegeven. Het rode lampje knippert en de zoemer klinkt.
ing of onredelijk gebruik, dan wel waarmee is geknoeid of waarvan is
geconstateerd dat ze zijn gedemonteerd. Defecte units moeten in ge-
Wanneer de unit voor een periode van 40 minuten in de alarmtoes-
schikte verpakking, samen met het aankoopbewijs, worden gezonden
tand heeft verkeerd, wordt het alarmsignaal daarna eenmaal per 60
aan Honeywell Analytics, 4 Stinsford Road, Nuffield Industrial Estate,
seconden gegeven.
Poole, Dorset BH17 0RZ, Engeland. In een begeleidend schrijven dient
Terugkeer naar normale werking
ieder probleem met het alarm te worden verduidelijkt. Deze garantie
Zodra de koolmonoxide is verdwenen, stopt het alarm automatisch.
heeft geen invloed op uw wettelijke rechten als consument.
Het rode lampje knippert dan eenmaal per 60 seconden (normale
werking).
Batterijvervanging-waarschuwing
3. Verbind de zwarte of blauwe (neutrale) draad van de voeding met
Wanneer de backup-batterij in de SF340M module moet worden
vervangen, laat het geluidsalarm iedere 60 seconden een enkele korte
4. Er mag geen verbinding worden gemaakt met de netvoedingaarding.
pieptoon horen om de noodzaak hiertoe kenbaar te maken. Het rode
(Raadpleeg latere sectie voor relais- en koppelverbindingen).
lampje knippert dan eenmaal per 60 seconden, zoals normaal. Zie
sectie 10 'Batterijen'.
Belangrijk: De borgschroef van de voedingseenheid moet goed
Modulevervanging-waarschuwing
worden aangedraaid om elektrische veiligheid te verzekeren.
Wanneer de module (SF340M) moet worden vervangen, laat het
geluidsalarm iedere 60 seconden twee korte pieptonen horen om de
noodzaak hiertoe kenbaar te maken. Het rode lampje knippert dan
Model SF340J
eenmaal per 60 seconden, zoals normaal.
1. De SF340J moet worden
7. VOORZIENINGEN VAN DE SF340 SERIE
Alle units worden gevoed door een primaire stroombron (b.v. 230 V of
12/24 V gelijkstroom en bevatten een vervangbare module waarin zich
de backup-batterij en het gasregistratiesysteem bevinden.
2. Verbinden Sie den positiven Versorgungsdraht (+12 V GS oder
STROOMLAMPJE (alle SF340 modellen)
Het groene stroomlampje gaat branden wanneer de primaire stroom-
bron wordt ingeschakeld (230 V of 12/24 V gelijkstroom, overeenk-
3. Verbind de negatieve voedingsdraad (0 V) met het aansluitpunt dat
WONINGUnder normal
omstig het model). Dit lampje gaat ook branden wanneer de module
niet is bevestigd.
Draagbare
Water-
4. Er mag geen verbinding met de voedingsaarding worden gemaakt.
gas- of
geiser
ALARM-/BETROUWBAARHEIDSLAMPJE (alle SF340 modellen)
(Raadpleeg onderstaande sectie voor relais- en koppelverbindingsaa-
petroleum-
Tijdens normale werking knippert het rode lampje eenmaal per minuut
nsluitingen).
kachel
om aan te geven dat de unit op de voorgeschreven wijze werkt. Dit
RELAISVERBINDINGEN (uitsluitend modellen SF340F & SF340J)
Draagbare
lampje knippert ongeacht of de module door de primaire stroombron
Keuken-
wordt gevoed of door de backup-batterij. In de alarmtoestand
kookapparatuur
fornuis
De relaisverbindingen komen tot stand met gebruikmaking van het
in besloten
knippert het vijfmaal per seconde.
klemmenblok op het klemmenbord gemarkeerd RELAY O/P. De
ruimte
GELUIDSALARM (alle SF340 modellen)
verbindingen met de spanningsvrije relaiscontacten zijn als volgt:
In de alarmtoestand klinkt de zoemer. Modellen SF340E, SF340G en
SF340H geven het morsecodesignaal for 'CO' af
(– • – • – – –). Modellen SF340F en SF340J produceren een
onafgebroken zoemergeluid dat 90 seconden doorgaat nadat het
alarmlampje is uitgegaan. Waar modellen SF340F en SF340J onder-
De relaiscontacten hebben een grenswaarde van 3 Amp / 230 V
wisselstroom
ling zijn gekoppeld, geven alle verbonden units het onafgebroken
alarmsignaal af. Uitsluitend bij units in de alarmtoestand is sprake van
een ononderbroken knipperend alarmlampje.
KOPPELVERBINDINGEN (uitsluitend modellen SF340F & SF340J)
BACKUP-BATTERIJ (alle SF340 modellen)
Het koppelverbindingssysteem wordt gerealiseerd met gebruikmaking
Alle modellen in de SF340 serie hebben een backup-batterijvoorzien-
van het klemmenblok op het klemmenbord gemarkeerd
ing, die het alarm voedt ingeval van een primaire stroomstoring (230 V
INTERCONNECT. De units worden als volgt seriegeschakeld:
of 12/24 V gelijkstroom, overeenkomstig het model).
TESTKNOP (alle SF340 modellen)
Alle modellen in de SF340 serie hebben een testknop. Deze bevindt
zich aan de voorkant van de unit en stelt bij indrukken de geluids- en
visuele alarms in werking. Als de relais- en koppelverbindingsop-
Maximaal 20 units kunnen onderling worden gekoppeld.
ties worden gebruikt, werken deze ook wanneer de testknop wordt
ingedrukt. Bij modellen SF340F en SF340J klinkt de zoemer en de
relaiswerking houdt 90 seconden aan.
RELAISUITGANG (Modellen SF340F & SF340J)
Het relais voorziet in een spanningsvrij enkelpolig omschakelingscon-
tact dat kan worden gebruikt om een bedieningspaneel of schakelaar
opdracht te geven een externe sirene of gasklep in werking te stellen.
De relaiscontacten hebben een grenswaarde van 3 A / 230 V wissel-
stroom en veranderen van status wanneer de unit de alarmtoestand
bereikt of wanneer de testknop wordt ingedrukt . Zodra de unit de
alarmtoestand verlaat keert het relais na 90 seconden automatisch
Monteer de voedingseenheid aan de basis, ervoor zorgend dat de
terug naar de oorspronkelijke status.
draden zich vrijelijk in de basis bevinden en niet worden bekneld.
Overtuig u ervan dat de bevestigingsklem op de voorgeschreven wijze
KOPPELVERBINDING (Modellen SF340F & SF340J)
functioneert en draai vervolgend de borgschroef vast.
De koppelverbindingsfaciliteit staat toe om maximaal 20 SF340F
of SF340J alarminrichtingen onderling te koppelen. Als een van
de units de alarmtoestand bereikt treedr het geluidsalarm van
Belangrijk: De borgschroef van de voedingseenheid moet goed
alle aangesloten units in werking. Dit alarmsignaal bestaat uit en
ononderbroken toon. De unit die het alarm veroorzaakte kan worden
geïdentificeerd aangezien het de enige is waarvan het alarmlampje
onafgebroken knippert. Zodra de unit de alarmtoestand verlaat stopt
het alarmlampje met het geven van dit signaal. Na 90 seconden
stoppen de zoemers van alle gekoppelde units en worden de relais
teruggesteld.
8. HOE DE DETECTOR MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD
MONTAGEGATEN ELEKTRISCHE KAST
KABELINGANGSPUNTEN
C. Bevestiging van de module en inwerkingstelling
Alle SF340 modellen
De sensormodule SF340M wordt gebruikt voor alle units in de SF340
serie. Bevestig de module aan de geïnstalleerde basis en voeding-
seenheid en druk hem voorzichtig neer tot hij op zijn plaats vastklikt.
Het rode alarmlampje gaat daarna ongeveer 10 seconden branden.
N.B. Voor de module geldt dat de backup-batterij moet zijn aange-
WANDBEVESTIGINGSGATEN
bracht om het alarm op de voorgeschreven wijze te laten werken. Dit
is ook van toepassing wanneer er primaire voeding aanwezig is (230
A. Montage
V wisselstroom, 12 V gelijkstroom of 24 V gelijkstroom, naar gelang
Kies een geschikte locatie voor de installatie van het alarm (zie sectie
van de situatie). Als er geen batterij is aangebracht of als de batterij
4 'WAAR MOET IK HET ALARM BEVESTIGEN?' en sectie 5 ' WAAR
leeg is, zal het geluidsalarm onafgebroken klinken wanneer de unit is
HET ALARM NIET MOET WORDEN BEVESTIGD'). Het modelnummer
geïnstalleerd en de voedingsstroom wordt ingeschakeld.
en de voedingsspanning staan aangegeven op de voedingseenheid
Plaats de kast van de unit door te drukken totdat de klemmen aan
en kunnen worden gezien wanneer de kast is verwijderd.
weerszijden hem op zijn plaats houden.
Modellen SF340E, SF340F, SF340J
Schakel de stroom in. Controleer of het groene lampje gaat branden
en of het rode lampje eenmaal per minuut kort knippert. Houd de
1. Verwijder de kast van de unit door de twee randklemmen in te
testknop ingedrukt totdat het geluidsalarm wordt gegeven. De unit is
drukken, en de voedingseenheid door de onderste klem in te druk
nu gereed en operationeel.
ken, waarna hij kan worden losgehaald.
2. Bepaal waar de stroomkabel de unit binnengaat en snij de toepas
9. HOE DE SENSORMODULE MOET WORDEN VERVANGEN
selijke kabelingang op de basis uit. Als de bedrading naar de unit
via oppervlaktemontage gebeurt, moet een standaard 16x25 mm
elektrische kokerleiding voor de kabel worden gebruikt.
Alle SF340 modellen
Verwijder de kast van de unit door de klemmen aan weerszijden in
3. De unit is ontworpen voor zowel oppervlakte- als verzonken
te drukken. Verwijder de moduleborgschroef (indien aangebracht) en
montage:
haal de module los van de geïnstalleerde basis en voedingseenheid.
De vervangingsmodule wordt gewoon aan de voedingseenheid vast-
a) Oppervlaktemontage
Markeer de positie van de twee montagegaten, boor twee gaten
geklemd - vervang de borgschroef waar nodig.
met een diameter van 5 mm en zet de unit aan de wand vast met
N.B. Voor de module geldt dat de backup-batterij moet zijn aange-
behulp van de bijgeleverde schroeven en wandpluggen.
bracht om het alarm op de voorgeschreven wijze te laten werken.
b) Verzonken montage
Dit geldt ook wanneer er primaire voeding aanwezig is (230 V wis-
Met gebruikmaking van een standaard 28 mm montagedoos met
selstroom, 12 V gelijkstroom of 24 V gelijkstroom, naar gelang van
de situatie). Als er geen batterij is aangebracht of als de batterij leeg
twee uitgangen worden de elektrische aansluitingen voltooid (zie
onderstaand). Breng de kap van de voedingseenheid weer aan en
is zal het geluidsalarm onafgebroken klinken wanneer de module is
zet het geheel vast met behulp van de twee bijgeleverde M3.5
bevestigd.
schroeven.
Houd de testknop ingedrukt totdat het geluidsalarm wordt
gegeven en het rode lampje gaat knipperen. De unit is nu gereed
B. Elektrische aansluitingen
en operationeel.
Model SF340E
10. BATTERIJEN
1. The SF340E moet worden gevoed vanaf een vast anker (230 V
wisselstroom) met een 3 Amp smeltveiligheid.
Uitsluitend onderstaande batterijen zijn geschikte vervangingen
2. Verbind de voedingsdraad met het bijgeleverde driewegklemmen
voor de SF340M backup-batterij:
blok. (Maximum draadmaat is 2.5 mm²)
Duracell MN1604
Rayovac A1604
( BRUIN/ROOD )
Gold Peak 1604A
STROOMVOEREND
Energizer 6LR61/522
VOEDINGSDRAAD
AARDE
Om de backup-batterij te vervangen dient de module van de unit te
NEUTRAAL
worden verwijderd (zie sectie 9), waarna de batterij wordt losgehaald
( BLAUW/ZWART )
en een nieuw exemplaar wordt geplaatst. Breng de module en de
kast van de unit weer aan en houd de testknop ingedrukt totdat het
geluidsalarm wordt gegeven en het rode lampje gaat knipperen.
11. WAT U MOET DOEN ALS HET ALARMSIGNAAL KLINKT
Als het alarmsignaal klinkt, ga dan als volgt te werk:
3 Open alle deuren en ramen om het vertrek/gebouw te ventileren
3 Waar mogelijk moeten alle op brandstof werkende apparaten
UNITBEDRADING
BRUIN
BLAUW
3 Ontruim het pand, maar laat alle deuren en ramen open.
3. Verbind de bruine draad van de voedingseenheid met de rode of
3 Bel naar gelang van de situatie het gasbedrijf of een andere
bruine draad van de voeding (stroomvoerend).
4. Verbind de blauwe draad van de voedingseenheid met de zwarte
of blauwe draad van de voeding (neutraal).
3 Bewaar het betreffende nummer op een goed zichtbare plaats.
5. Er mag geen verbinding worden gemaakt met de netstroomaard
3 Ga het pand niet binnen voordat het alarmsignaal is gestopt.
ing. De aardingsdraad kan worden omwikkeld en verbonden met
3 Roep onmiddellijk medische hulp in als iemand lijdt aan de
het derde aansluitpunt van het blok om contact met de andere
draden te voorkomen.
6. Zodra alle elektrische verbindingen tot stand zijn gekomen, moet
het klemmenblok op de basis worden geplaatst middels
3 Neem de betreffende apparaten niet weer in gebruik totdat ze
penbevestiging.
7. Monteer de voedingseenheid aan de basis, ervoor zorgend dat de
draden zich vrijelijk in de basis bevinden en niet worden bekneld.
Controleer of de voedingseenheid goed is gepositioneerd en de
bevestigingsklem op de voorgeschreven wijze functioneert. Zet de
voedingseenheid op zijn plaats vast door de borgschroef stevig
Honeywell Analytics
aan te draaien.
4 Stinsford Road
Nuffield Industrial Estate
Belangrijk: De borgschroef van de voedingseenheid moet goed
Poole BH17 0RZ
worden aangedraaid om elektrische veiligheid te verzekeren.
UK
Gratis telefoonnummer: (+44) (0) 800 0642999
Model SF340F
KOPPELVERBINDING
1. De SF340F moet worden gevoed
vanaf een vast 230 V wisselst
SMELT-
roomanker. Er is geen externe
RELAISUITGANG
VEILIGHEID
smeltveiligheid vereist aangezien
500mA
de voedingseenheid een smelt
250V
STROOMTOEVOER
veiligheid bevat. (Maximum
Issue 4 / A02894
draadmaat is 2.5 mm²)
2102M0658
2. Verbind de rode of bruine (stroomvoerende) draad van de voeding
MAN0820_EMEA_FR_DE_NL
met het met L gemarkeerde aansluitpunt op het klemmenbord dat
07-08
op de basis van de voedingseenheid is bevestigd.
© 2008 Honeywell Analytics
Gebrauchsanweisung
het met N gemarkeerde aansluitpunt.
KOPPELVERBINDING
gevoed vanaf een 12 V of 24 V
SMELT-
RELAISUITGANG
gelijkstroom bron. Er is geen
VEILIGHEID
externe smelt veiligheid vereist
500mA
aangezien deze in de unit is
250V
STROOMTOEVOER
geïntegreerd.
+24 V GS) mit dem entsprechenden Anschluß, der am Fuß des
Gerätes gekennzeichnet ist.
is gemarkeerd met 0V.
N/C
–
Doorgaans gesloten
Kohlenmonoxid-Melder
COM
–
Gemeenschappelijk
N/O
–
Doorgaans geopend
Modellserie SF340
VOR DER BENUTZUNG DES MELDERS DEN INHALT DIESER
BEDIENUNGSANLEITUNG AUFMERKSAM DURCHLESEN UND
VERSTEHEN. BEDIENUNGSANLEITUNG ZUM SPÄTEREN
NACHSCHLAGEN SICHER AUFBEWAHREN. INSBESONDERE DIE
SICHERHEITSHINWEISE BEACHTEN. WIRD DER MELDER VON
WEITEREN PERSONEN BENUTZT, IST DIESEN AUCH DIESE
I/C -
Verbinden met I/C aansluitpunten van andere SF340F of
BEDIENUNGSANLEITUNG AUSZUHÄNDIGEN. WIRD DER MELDER
SF340J alarms
FÜR ANDERE PERSONEN INSTALLIERT, IST DEM ENDNUTZER DIESE
ANLEITUNG ODER EINE KOPIE ZU ÜBERGEBEN.
I/C 0V - Verbinden met I/C 0 V aansluitpunten van andere
SF340Fof SF340J alarms
Im Lieferumfang der oben genannten Modelle befindet sich:
SF340E
230 V, 50 Hz Standardmodell
SF340F
230 V, 50 Hz Ausgabemodell (für Relais- und Verbundfunktion)
SF340J
12/24 V Gleichstrom Ausgabemodell (für Relais- und
Verbundfunktion)
Each of the models above comes complete with:
SF340M
Kohlenmonoxid-Sensormodul einschließlich
Batterieunterstützung und elektrochemischen Gas-
Erkennungssystems
Alarm 1
Alarm 2
Alarm 3
WARNUNG
Wird der Kohlenmonoxid-Melder aktiviert , besteht eine
LEBENSGEFÄHRLICHE Konzentration an Kohlenmonoxid (CO).
DIESER KOHLENMONOXID-MELDER KANN KEINEN SCHUTZ FÜR-
PERSONEN BIETEN, DIE AUF GRUND IHRES ALTERS, EINER
SCHWANGERSCHAFT ODER IHRES GESUNDHEITSZUSTAND-
ESBESONDERS GEFÄHRDET SIND. DIESE PERSONEN KÖNNEN
worden aangedraaid om elektrische veiligheid te verzekeren.
DEN EINSATZ VON WARNGERÄTEN ERWÄGEN, DIE BEI EINER
KOHLENMONOXIDKONZENTRATION VON WENIGER ALS 30
PPM EIN AKUSTISCHES UND OPTISCHES SIGNAL AUSGEBEN.
VOEDING BORGSCHROEF
IM ZWEIFELSFALL BITTE DEN HAUSARZT KONSULTIEREN.
EIN KOHLENMONOXID-MELDER IST KEIN ERSATZ FÜR EINEN
RAUCHMELDER ODER DETEKTOR FÜR BRENNBARE GASE.
Dieser Kohlenmonoxid-Melder ist für die Feststellung von
Kohlenmonoxidgas aus einer beliebigen Verbrennungsquelle
BACKUP-BATTERIJ
einschließlich Holz, Kohle, Koks, Öl, Benzin und Gas geeignet.
DIESER KOHLENMONOXID-MELDER IST NICHT
• für die Erkennung von Rauch, Feuer oder einem anderen Gas
ausgelegt;
• darf nicht als Ersatz für die ordnungsgemäße Wartung der
Brennstoffe verbrennenden Anlagen oder das Kehren der Essen
betrachtet werden;
VOEDINGSEENHEID
• darf nicht im Unterbrechungsbetrieb oder als tragbarer Detektor
für Rückstände der Verbrennungsprodukte aus Verbrennungsan
lagen oder Essen verwendet werden.
VORSICHT
Dieser Kohlenmonoxid-Melder ist nicht für den Betrieb im Freien
geeignet. Er darf weder Regenwasser noch Feuchtigkeit ausgesetzt
werden. Melder weder anstoßen noch fallen lassen. Melder weder
öffnen noch manipulieren, da hierdurch ein elektrischer Schlag oder
eine Fehlfunktion des Melders verursacht werden kann. Der Melder
bietet keinen Schutz mehr vor der Gefahr einer Kohlenmonoxid-
vergiftung, wenn die Batterieunterstützung nicht mehr funktioniert.
Dieser Melder zeigt nur das Auftreten von Kohlenmonoxid an seinem
Sensor an. Kohlenmonoxid kann also auch in anderen Bereichen
vorhanden sein. Nicht anstreichen.
MELDER TESTEN
Eine grüne Netzleuchte zeigt an, dass Strom anliegt. Der Melder sollte
einmal wöchentlich getestet werden. Hierzu den Prüfknopf auf der
Vorderseite des Gerätes gedrückt halten. Es müsste ein Alarmsignal
ertönen. Bei der Verwendung von Relaismodellen oder miteinander
verbundenen Geräten ist zu beachten, dass bei diesem Test die
Relaisfunktion aktiviert wird.
PFLEGE UND WARTUNG DES MELDERS
Das Gehäuse des Melders ist hin und wieder außen mit einem Tuch
abzuwischen. Dabei prüfen, dass die Öffnungen auf der Vorderseite
nicht mit Staub oder Schmutz zugesetzt sind. KEINE REINI-
GUNGSMITTEL, BLEICHMITTEL ODER POLITUREN VERWENDEN.
WICHTIG
•
Idealer Weise wird empfohlen, in jedem Raum (oder in seiner Nähe),
der über eine Brennstoff verbrennende Anlage wie z. B. eine
Gasfeuerstelle, einen Zentralheizungsboiler, ein Raumheizgerät,
einen Wassererhitzer, einen Herd oder Grill usw. verfügt, einen
Kohlenmonoxid-Melder zu installieren.
•
Bei der Installation ist darauf zu achten, dass das Alarmsignal von
allen Personen, die es hören sollen, auch tatsächlich gehört
werden kann.
•
Besteht der Verdacht, dass ein Mitglied Ihres Haushaltes eine
Kohlenmonoxidvergiftung erlitten hat, ist medizinische Hilfe
aufzusuchen.
IBENÖTIGEN SIE WEITERE ANGABEN, DIE NICHT IN DIESER
ANLEITUNG ENTHALTEN SIND, WENDEN SIE SICH BITTE AN
HONEYWELL ANALYTICS.
LIEFERUMFANG
Models SF340E, SF340F, SF340J bestehen aus:
einem Melder,
einem Sensormodul (SF340M),
einer Bedienungsanleitung,
einem Einbausatz, bestehend aus:
zwei Dübeln,
zwei Befestigungsschrauben,
zwei Montageschrauben für die Elektrik.
SPEZIFIKATION
Modelle:
SF340E,F,J
Festzustellendes Gas:
Kohlenmonoxid
Detektorprinzip:
elektrochemische Zelle
en de koolmonoxide te verdrijven.
Alarmanzeige:
rot blinkende Leuchte und
akustisches Alarmsignal
Alarmstufen:
150ppm
worden uitgeschakeld. Ze mogen niet worden gebruikt tot het
weer veilig is om dit te doen.
350ppm
Netzspannung von bis:
SF340E,F
brandstofleverancier op het noodgevallennummer en leg het
probleem uit.
SF340J
Betriebstemperatur:
5ºC bis 40ºC.
Feuchtigkeitsbereich:
30 bis 90 % relative Luftfeuchtigkeit
gevolgen van koolmonoxidevergiftiging in de vorm van hoofdpijn,
Aufwärmzeit nach erstmaliger
misselijkheid enz., en vertel daarbij dat dit waarschijnlijk het
Inbetriebnahme:
sofort betriebsbereit
geval is.
Normale Betriebsdauer des Moduls:
5 Jahre
Lebensdauer der Notbatterien im
Alarmzustand:
mindestens 5 Tage
door een deskundige zijn gecontroleerd en het defect is gevonden
Abmessungen:
170mm x 110 mm x 65mm.
en gerepareerd. Ingeval van gasapparaten moet dit worden
Gewicht:
ungefähr 575g.
gedaan door een installateur met een CORGI registratie.
DISPOSAL WARNING: Do not dispose of in fire
GARANTIE
Wir garantieren, dass Ihr neuer Gasmelder unter normalen Gebrauchs-
und Wartungsbedingungen fünf Jahre lang ab dem Kaufdatum weder
Materialfehler noch Ausführungsmängel aufweist. In diesem Zeitraum
werden wir jedes Teil des Gasmelders, das trotz normaler Benutzung
und Wartung des Gerätes entweder Materialfehler oder Ausfüh-
rungsmängel aufweist, nach eigenem Ermessen reparieren, ersetzen
oder den Kaufpreis erstatten. Wir sind jedoch nicht verpflichtet,
Geräte zu reparieren, zu ersetzen oder ihren Kaufpreis zu erstatten,
deren Mängel auf Beschädigungen, mangelhafte Pflege oder eine
ungeeignete Benutzung zurückzuführen sind oder die manipuliert
oder demontiert wurden. Defekte Geräte sind zusammen mit dem
Kaufbeleg in einer geeigneten Verpackung an die folgende Adresse
einzusenden: Honeywell Analytics, 4 Stinsford Road, Nuffield Industrial
Estate, Poole, BH17 0RZ. Bitte erläutern Sie in einem Begleitschreiben
sämtliche Probleme mit dem Melder. Diese Garantie beeinträchtigt
nicht die gesetzlichen Ansprüche.
Alarmbedingungen
EINLEITUNG
Stellt die Einheit Kohlenmonoxid fest, wird ein ununterbrochenes
Alarmsignal ausgegeben. Die rote Leuchte blinkt und der Summer
Wir danken Ihnen, dass Sie sich für diesen Melder zur Feststellung
erzeugt ein Tonsignal.
von Kohlenmonoxid (CO) entschieden haben. In dieser Anleitung
finden Sie Hinweise zur Installation und Benutzung des modularen
Befindet sich die Einheit bereits seit 40 Minuten im Alarmzustand,
Kohlenmonoxidmelders SF340.
wird das Alarmsignal nur noch einmal alle 60 Sekunden ausgegeben.
Rückkehr zum Normalbetrieb
DIESER MELDER DARF NUR VON EINER QUALIFIZIERTEN
Hat sich das Kohlenmonoxid verteilt, endet das Alarmsignal
FACHKRAFT INSTALLIERT WERDEN.
automatisch. Die rote Leuchte blinkt nun wieder ungefähr einmal alle
SÄMTLICHE ELEKTRISCHE KABEL SIND GEMÄSS DEN FÜR DIE AUS-
60 Sekunden (Normalbetrieb).
FÜHRUNG VON SCHALTUNGEN GELTENDEN VORSCHRIFTENDES
INSTITUTE OF ELECTRICAL ENGINEERS ANZUSCHLIESSEN.
Warnung Batteriewechsel
Muss die Notbatterie in Ihrem SF340M-Modul gewechselt werden,
ertönt alle 60 Sekunden ein einzelner kurzer Piepton. Die Batterie
1. WAS IST KOHLENMONOXID?
muss jetzt gewechselt werden. Die rote Leuchte blinkt wie normal
einmal alle 60 Sekunden. Nähere Angaben zu den Batterien siehe
Kohlenmonoxid ist ein hochgiftiges Gas, das bei der Verbrennung von
Kapitel 10.
Brennstoffen freigesetzt wird. Es ist weder sichtbar, noch verfügt
Warnung Modulwechsel
es über einen Geruch oder Geschmack, so dass es mit den menschli-
Muss das Modul (SF340M) gewechselt werden, ertönen alle 60
chen Sinnesorganen nur schwer festgestellt werden kann.
Sekunden zwei kurze Pieptöne. Das Modul muss nun gewechselt
werden. Die rote Leuchte blinkt wie normal einmal alle 60 Sekunden.
Potentielle Gefahrenbereiche in Ihrem Heim
7. PARAMETER DER SERIE SF340
Boiler
Water
Tragbare
Gas, Kohle
oder
Heater
Gas- oder
oder
Alle Einheiten werden durch eine primäre Stromversorgungsquelle (z.
Heizgerätr
Paraffinheizer
B. 230 V oder 12/24 V Wechselstrom) versorgt und verfügen über ein
Holzfeuer
auswechselbares Modul, in dem sich das Batterieunterstützungs- und
Kraftfahrzeugab-
Tragbare
das Gasfeststellungssystem befinden.
Verstopfte
Küchen-
Kochvorrichtungen,
gasefrom aus der
Esse oder
herde
NETZLEUCHTE (alle Modelle der Serie SF340)
die in
Garage
Abzug
geschlossenen
Die grüne Netzleuchte brennt, wenn die primäre Stromversorgung-
Bereichen
squelle angeschlossen ist und funktioniert (je nach Modell 230 V oder
12/24 V Gleichstrom). Dabei brennt diese Leuchte auch, wenn das
verwendet
werden
Modul nicht befestigt ist.
ALARM-/SICHERHEITSLEUCHTE (alle Modelle der Serie SF340)
Unter normalen Betriebsbedingungen, d. h. in einem Raum, in dem
Im Normalbetrieb blinkt die rote Leuchte einmal pro Minute, um
die Brennstoffverbrennenden Anlagen ordnungsgemäß gewartet und
anzuzeigen, dass die Einheit korrekt funktioniert. Diese Leuchte blinkt
korrekt belüftet werden, ist die Menge des von den Anlagen an die
unabhängig davon, ob das Modul über die primäre Stromquelle oder
Raumluft abgegebenen Kohlenmonoxids ungefährlich.
mit der Batterieunterstützung versorgt wird. Im Alarmzustand blinkt
Eine gefährliche Menge Kohlenmonoxid kann auftreten, wenn
diese Leuchte fünf Mal pro Sekunde.
eine oder mehrere der folgenden Bedingungen vorliegen:
AKUSTISCHES ALARMSIGNAL (alle Modelle der Serie SF340)
1. Eine Anlage arbeitet fehlerhaft oder ist schlecht gewartet.
Im Alarmzustand erzeugt der Summer ein Tonsignal. Bei den Model-
len SF340E, SF34 0G und SF340H wird das Morsekodesignal für
2. Ein Abzug ist teilweise oder vollständig blockiert.
„CO" (– • – • – – –) ausgegeben. Bei den Modellen SF340F und
3. Ein Raum wird nicht angemessen belüftet.
SF340J ertönt ein ununterbrochener Summton, der noch 90 Sekun-
den nach dem Erlöschen der Alarmleuchte andauert. Sind mehrere
Die folgenden Bedingungen können zu vorübergehenden
Geräte der Modelle SF340F und SF340J miteinander verbunden,
Kohlenmonoxidkonzentrationen führen:
erzeugen alle angeschlossenen Einheiten ein ununterbrochenes
1. eine durch von außen einwirkende Umgebungsbedingungen
Alarmsignal. Nur bei Einheiten, die sich im Alarmzustand befinden,
verursachte übermäßige Abgabe von Kohlenmonoxid an die
blinkt die Alarmleuchte ununterbrochen.
Raumluft oder Umkehrung des Entlüftungsstroms der
BATTERIEUNTERSTÜTZUNG (alle Modelle der Serie SF340)
Verbrennungsanlage. Zu diesen Umgebungsbedingungen gehören:
All models in the SF340 series have a battery backup feature. This
i. die Windrichtung bzw. Luftgeschwindigkeit einschließlich
powers the alarm in the event of a primary power failure (230V or
Windböen; schwere Luft in den Entlüftungsrohren (kalte feuchte
12/24Vdc according to model).
Luft bei verlängerten Abständen zwischen den Zyklen)
PRÜFKNOPF (alle Modelle der Serie SF340)
ii.
negative Druckdifferenz auf Grund der Verwendung von
Alle Modelle der Serie SF340 verfügen über einen Prüfknopf. Dieser
Entlüftungsgebläsen
befindet sich an der Vorderseite der Einheit. Wird er gedrückt, löst er
die Ausgabe des akustischen und des optischen Alarmsignals aus.
iii. gleichzeitiger Betrieb mehrerer Verbrennungsanlagen, die um die
Werden die Relais- und die Verbundoption verwendet, funktionieren
begrenzte Raumluft streiten
diese auch dann weiter, wenn der Prüfknopf gedrückt wird. Hierbei ist
iv. abgebrochene Abzugsverbindungen bei Wäschetrocknern,
zu beachten, dass bei den Modellen SF340F und SF340J der
Wasserheizern oder Boilern
Summer einen Ton erzeugt und das Relais 90 Sekunden lang arbeitet.
v.
Hindernisse in oder nicht herkömmliche Gestaltung von
RELAISAUSGABE (Modelle SF340F und SF340J)
Abzügen, die die oben beschriebenen Situationen begünstigen
Das Relais verfügt über einen einpoligen spannungsfreien
können
Wechselkontakt, der verwendet werden kann, um ein Signal zu
einem Bedienertableau zu übertragen oder eine externe Alarmsirene
2.
Gehäufter Einsatz nicht entlüfteter Brennstoff verbrennender
oder einen Gasschieber einzuschalten. Die Relaiskontakte arbeiten
Geräte
bei Nennwerten von 3 A und 230 V Wechselstrom und ändern den
3. Temperaturumkehr, die Abgase am Boden halten kann
Status, wenn die Einheit in den Alarmzustand tritt oder der Prüfknopf
4. ein in der Nähe des Hauses in einer offenen oder angebauten
gedrückt wird. Verlässt die Einheit den Alarmzustand wieder, kehrt
das Relais nach einer Verzögerung von 90 Sekunden wieder in seinen
Garage laufendes Auto
ursprünglichen Zustand zurück.
VERBUND (Modelle SF340F und SF340J)
2. WAS SIND DIE SYMPTOME EINER KOHLENMONOXIDVERGIFTUNG?
Mit Hilfe der Verbundfunktion können bis zu 20 Melder des Modells
SF340F bzw. SF340J miteinander verbunden werden. Tritt eine dieser
Die folgenden Symptome sind mit einer Kohlenmonoxidvergiftung
Einheiten in den Alarmzustand, erzeugen alle mit ihr verbundenen
verbunden und sind mit ALLEN Mitgliedern des Haushaltes zu
besprechen:
Einheiten ein akustisches Signal. Dabei handelt es sich um einen Dau-
erton. Die Einheit, die den Alarm ausgelöst hat, ist daran zu erkennen,
Geringe Konzentration: Leichte Kopfschmerzen, Übelkeit,
dass ihre Alarmleuchte ununterbrochen blinkt. Verlässt diese Einheit
Erbrechen, Müdigkeit (oft als grippeähnliche
den Alarmzustand, hört die Alarmleuchte auf, das Alarmsignal zu
Symptome beschrieben).
erzeugen. Nach einer Verzögerung von 90 Sekunden stellen die Sum-
Mittlere Konzentration: Schwere, pulsierende Kopfschmerzen,
mer aller angeschlossenen Einheiten die Ausgabe des akustischen
Signales ein und werden die Relais zurückgesetzt.
Benommenheit,Verwirrung, beschleunigter
Puls.
8. WIE IST DER MELDER ZU INSTALLIEREN?
Extreme Konzentration: Bewusstlosigkeit, Krämpfe, Herz-Atem-
Stillstand, Tod.
MONTAGEÖFFNUNGEN FÜR DEN ELEKTRIKKASTEN
Viele berichtete Fälle von Kohlenmonoxidvergiftungen zeigen, dass
die Opfer, auch wenn sie bei Bewusstsein sind, so die Orientierung
verlieren, dass sie sich nicht mehr retten können, da sie weder
das Gebäude verlassen noch Hilfe rufen können. Des Weiteren
ist wichtig zu wissen, dass kleine Kinder und Haustiere als erste
betroffen sein können.
3. IN WELCHEM RAUM SOLLTE DER MELDER INSTALLIERT WERDEN?
Idealer Weise sollte sich in jedem Raum (oder in dessen Nähe),
der über eine Brennstoff verbrennende Anlage verfügt, ein Melder
befinden.
Besitzen Sie jedoch mehrere solche Anlagen, aber nur einen Melder,
sollten Sie bei der Entscheidung, wo der Melder optimal anzubringen
ist, folgendes berücksichtigen:
• Befindet sich eine Brennstoff verbrennende Anlage in einem
Schlafraum, sollte der Melder in diesem Zimmer installiert werden.
• Befindet sich eine Brennstoff verbrennende Anlage in einem Raum,
A. Montage
der von Ihnen viel genutzt wird, wie z. B. das Wohnzimmer, sollte
der Melder in diesem Zimmer eingebaut werden.
Einen geeigneten Platz zur Installation des Melders auswählen (siehe
Kapitel 4 „WO IST DER MELDER ZU INSTALLIEREN" und Kapitel
• Wohnen Sie in einem Einraumappartement, ist der Melder so weit
5 „WO DARF DER MELDER NICHT INSTALLIERT WERDEN"). Die
wie möglich von der Kochstelle entfernt und dafür so nah wie
Modellnummer und Netzspannung sind auf der Stromversorgung-
möglich an Ihrem Schlafplatz anzubringen.
seinheit gekennzeichnet und zu sehen, wenn die äußere Abdeckung
• Befindet sich die Brennstoff verbrennende Anlage in einem Raum,
abgenommen wird.
der gewöhnlich nicht benutzt wird (z. B. ein Boilerraum), ist der
Models SF340E, SF340F, SF340J
Melder außerhalb dieses Raumes zu montieren, so dass Sie
gegebenenfalls das Alarmsignal hören können.
1. Die äußere Abdeckung der Einheit abnehmen. Dazu die beiden
Randklammern vorsichtig nach innen drücken. Die Stromversor
4. WO IST DER MELDER ZU INSTALLIEREN?
gungseinheit abnehmen. Dazu die untere Klammer nach innen
drücken und die Einheit abheben.
Kohlenmonoxid verfügt über eine ähnliche Dichte wie warme Luft.
2. Entscheiden, wo das Stromversorgungskabel in die Einheit
Um den Melder also bestmöglich zu nutzen, ist er mindestens 1.5
eingeführt werden soll, und den entsprechenden Kabeleintritt am
m über dem Boden und mindestens 1.85 m von der Brennstoff ver-
Boden ausschneiden. Werden die Kabel zur Einheit auf Putz
brennenden Anlage entfernt anzubringen. Wärmen Sie Luft natürlich
geführt, ist für die Kabel ein Kabelkanal von 16 mm x 25 mm zu
Steigen; es ist besser, die Einheit zu installieren die höher ist anstatt,
verwenden.
lässt herunter. Die SF340 Serie kann an der Wand oder auf der
Obergrenze angebracht werden.
3. Die Einheit ist entweder für die Aufputz- oder Unterputzmontage
ausgelegt:
ALARM
a) Aufputzmontage
1.85m
Die Positionen der beiden Montageöffnungen bohren, zwei
(6')
(min)
Löcher mit einem Durchmesser von 5 mm bohren und die
Einheit mit den im Lieferumfang enthaltenen Schrauben und
Dübeln an der Wand befestigen.
1.5m
b) Unterputzmontage
(5')
(min)
Unter Verwendung einer standardmäßigen 2-reihigen 28-mm-
Montagedose die elektrischen Anschlüsse (siehe unten)
ausführen, die Abdeckung der Stromversorgungseinheit wieder
aufsetzen und mit den 2 mitgelieferten M3,5- Schrauben
befestigen.
5. WO DARF DER MELDER NICHT INSTALLIERT WERDEN
B. Elektrische Anschlüsse
Der Melder darf an den folgenden Stellen nicht untergebracht werden:
Model SF340E
• außerhalb des Gebäudes
1. Das Modell SF340E muss mit einer schalterlosen, mit 3 A
• in oder unter einem Hängeschrank
abgesicherten Leitung (230 V Wechselstrom) versorgt werden.
• in feuchter oder nasser Umgebung
2. Das Versorgungskabel an dem mitgelieferten 3-Wege-Anschluss
• Direkt über einem Spülbecken oder Herd
block anschließen. (Der maximale Kabelquerschnitt beträgt 2.5 mm²)
• neben einer Tür oder einem Fenster oder an einer anderen zugigen
Stelle
• an Stellen, an denen der Luftstrom zum Melder durch Vorhänge
zwischen 10 und
oder Möbel behindert werden könnte
30 Minuten
innerhalb von 6
• an Stellen, an denen sich Staub oder Schmutz ansammeln und
Minuten (gemäß
den Sensor zusetzen könnte
BS7860: 1996)
• an Stellen, an denen die Temperatur unter -5ºC sinken oder über
220/240 V
40ºC steigen könnte
Wechselstrom, 50 Hz
• an Stellen, an denen das Gerät leicht angestoßen oder beschädigt
12 V Gleichstrom
werden könnte
±10 % oder 24 V
• innerhalb von 1.5 m Entfernung zu einer Kochstelle
Gleichstrom ±10 %
6. BETRIEB DES MELDERS
PRÜFKNOPF
BRAUN
KABEL DER
SUMMER
EINHEIT
BLA
3. Das braune Kabel der Stromversorgungseinheit am roten oder
GASEINLASS
braunen Netzkabel (stromführend) anschließen.
4. Das blaue Kabel der Stromversorgungseinheit am schwarzen oder
ALARM-/
blauen Netzkabel (Neutralleiter) anschließen.
NETZLEUCHTE
SICHERHEITSLEUCHTE
5. Am Erdleiter der Netzversorgung darf kein Anschluss durchge
führt werden. Der Erdleiter kann mit einer Hülse geschützt und
Der Melder verfügt über keinen Ein-/Ausschalter. Er wird automa-
an der dritten Klemme des Klemmenblocks angeschlossen
tisch eingeschaltet, wenn seine Stromquelle aktiviert wird. Damit soll
gewährleistet werden, dass der Melder nicht versehentlich ausge-
werden, um einen Kontakt mit anderen Kabeln zu verhindern.
schaltet und so an der Feststellung einer Kohlenmonoxidkonzentra-
6. Sind alle elektrischen Anschlüsse ausgeführt, den
tion gehindert werden kann.
Klemmenblock auf dem Boden platzieren.
Normalbetrieb
7. Die Stromversorgungseinheit am Boden befestigen. Dabei prüfen,
Wird die Einheit mit der primären Stromquelle (z. B. 230 V Wechsel-
dass sich die Kabel im Boden befinden und nicht eingeklemmt
strom, 12/24 V Gleichstrom) betrieben, leuchtet die grüne Leuchte.
sind. Prüfen, dass die Stromversorgung korrekt positioniert und
(Die grüne Leuchte brennt nicht, wenn die Notbatterien in Gebrauch
die Befestigungsklemme eingerastet ist. Die Stromversorgung
sind.)
durch Anziehen der Befestigungsschrauben an ihrem Platz
befestigen.
Ist kein Kohlenmonoxid vorhanden, blinkt die rote Alarmleuchte
ungefähr einmal alle 60 Sekunden. Damit zeigt sie an, dass der
Wichtig: Die Befestigungsschraube der Stromversorgung muss
Melder korrekt funktioniert.
angezogen werden, um die elektrische Sicherheit zu gewährleisten.
Model SF340F
1. Das Modell SF340F muss mit
VERBUND
einer schalterlosen 230-V-Wech-
SICHERUNG
selstromleitung versorgt werden.
RELAISAUSGABE
500mA
Eine externe Sicherung ist nicht
250V
erforderlich, da eine Sicherung
LEISTUNGSAUFNAHME
in der Einheit integriert ist. (Der
maximale Kabelquerschnitt
beträgt 2.5 mm².)
2. Das rote oder braune (stromführende) Netzkabel an der mit L
markierten Klemme an dem am Boden der Einheit befestigten
Klemmbrett anschließen.
3. Das schwarze oder blaue (neutrale) Netzkabel an der mit N
markierten Klemme anschließen.
4. Am Erdleiter der Netzversorgung darf kein Anschluss durchgeführt
werden.
(Angaben zu Relais- und Verbundschaltungen siehe das folgende
Kapitel.)
Wichtig: Die Befestigungsschraube der Stromversorgung muss
angezogen werden, um die elektrische Sicherheit zu gewährleisten.
Model SF340J
1. Das Modell SF340J muss
VERBUND
mit 12 V Gleichstrom oder
SICHERUNG
24 V Gleichstrom versorgt
RELAISAUSGABE
500mA
werden. Eine externe Sicher-
250V
ung ist nicht erforderlich, da
LEISTUNGSAUFNAHME
eine Sicherung in der Einheit
integriert ist.
2. Verbinden Sie den positiven Versorgungsdraht (+12 V GS oder
+24 V GS) mit dem entsprechenden Anschluß, der am Fuß des
Gerätes gekennzeichnet ist.
3. Den negativen Leiter (0 V) an der mit 0 V markierten Klemme
anschließen.
4. Am Erdleiter des Netzes darf kein Anschluss ausgeführt werden.
(Angaben zu Relais- und Verbundanschlüssen siehe das folgende
Kapitel.)
RELAISANSCHLÜSSE (nur für die Modelle SF340F und SF340J)
Die Relaisanschlüsse werden mit Hilfe des mit RELAY O/P markierten
Klemmenblock auf der Klemmleiste ausgeführt. Die Anschlüsse an
den spannungsfreien Relaiskontakten sind wie folgt:
N/C
–
im Normalzustand geschlossen
COM
–
gemeinsam
N/O
–
im Normalzustand geöffnet
Die Relaiskontakte sind für die Nennwerte 3 A und 230 V
Wechselstrom ausgelegt.
VERBUNDANSCHLÜSSE (nur für die Modelle SF340F und SF340J)
Das Verbundsystem wird mit Hilfe des mit INTERCONNECT
markierten Klemmenblocks auf der Klemmleiste hergestellt. Die
Serienschaltung der Einheiten erfolgt wie folgt:
I/C -
an der I/C-Klemme der anderen SF340F- bzw. SF340J
Melder anschließen
I/C 0V - an der I/C 0V-Klemme der anderen SF340F- bzw. SF340J
-Melder anschließen
Es können maximal 20 Einheiten miteinander verbunden werden.
MELDER 1
MELDER 2
MELDER 3
Sind alle elektrischen Anschlüsse ausgeführt, die Stromversorgung-
seinheit am Boden befestigen. Prüfen, dass die Klammer der Strom-
versorgungseinheit korrekt sitzt, und anschließend die Sicherungss-
chraube festziehen.
Wichtig: Die Befestigungsschraube der Stromversorgung muss
angezogen werden, um die elektrische Sicherheit zu gewährleisten.
STROMVERSORGUNG
SICHERUNGSSCHRAUBE
NOT-BATTERIE
KABELEINTRITTSSTELLEN
STROMVERSORGUNGSEINHEIT
C. Modul befestigen und einschalten
Alle Modelle der Serie SF340
Das Sensormodul SF340M wird für alle Einheiten der Serie SF340
verwendet. Das Modul einfach an dem bereits installierten Boden und
der Stromversorgungseinheit befestigen und vorsichtig nach unten
drücken, bis die Klammern eingerastet sind. Ist das Modul befestigt,
leuchtet die rote Alarmleuchte ungefähr 10 Sekunden lang auf.
Hinweis: Um korrekt arbeiten zu können, muss in dem Modul die
WANDMONTAGEÖFFNUNGEN
Notbatterie eingesetzt sein. Das gilt auch, wenn die jeweilige primäre
Stromversorgung (230 V Wechselstrom, 12 V Gleichstrom bzw. 24
V Gleichstrom) vorhanden ist. Ist keine Batterie eingesetzt oder die
Batterie entladen, ertönt ein ununterbrochenes Alarmsignal, wenn
die Einheit installiert und die primäre Stromversorgungsquelle einge-
schaltet ist.
Die äußere Abdeckung befestigen. Dazu die Abdeckung nach unten
drücken, bis sie auf beiden Seiten von den Klammern gehalten wird.
Die Stromversorgung einschalten. Prüfen, dass die grüne Netzleuchte
brennt und die rote Alarmleuchte einmal pro Minute kurz aufblinkt.
Den Prüfknopf gedrückt halten, bis ein akustisches Alarmsignal
ertönt. Die Einheit ist nun funktionsfähig und betrieb
W
W
M
W
M
W
(BRAUN/ROT)
STROMFÜHREND
NETZKABEL
ERDLEITER
NEUTRALLEITER
W
M
M
(BLAU/SCHWARZ)
W
W
Honeywell Analytics
4 Stinsford Road
Nuffield Industrial Estate
Poole BH17 0RZ
UK
Gebührenfreie Telefonnummer: (+44) (0) 800 0642999
Advertisement
