Faller 2 traffic lights with switch Manual page 6

6
Handleiding 162055
Verkeerslichten met schakelapparaat
NL
FALLER car system- voor beweging op alle modelbouwstraten
Met de car system artikelen
- stopplaats 161675
- verkeerslichten met schakelapparaat 162055
- verkeerslichten zonder schakelapparaat 162056
- wegsplitsing 161675, 161677
is het nu mongelijk dat de car system voetuigen naar eigen keus overal op de weg kunnen
- stopp
- afbuigen
- gaar rijden
precies zoals de verkeerssituatie dat vereist.
Lees voordat u met het werk begint de handleiding geheel en aandachting door:
Werk stap voor stap, weloverwogen en nauwkeurig, zodat u tevreden kunt zijn met
het resultaat.
Als u over een deel van het car system klachten heeft, wendt u zich dan gerust tot de
FALLER service-afdeling. Wij zullen voor een soepele afwikkeling zorg dragen.
Montage + inbouw van de verkeerslichten
Steek de verschillende delen volgens tek.A-D in elkaar.
De inbouw van de verkeerslichten wordt zoals op tek.F uitgevoerd.
Bevestiging van het schakelapparaat
Omdat de afstand van het schakelapparaat t. o. v. de verkeerslichten en de stopplaats
niet te groot moet zijn, kan deze het beste met schroeven onder de baan worden
bevestigd.
Draadeinde blank maken !
Tek. E
Aansluiting van de verkeerslichten op het schakelapparaat
Sluit beide gemonteerde verkeerslichten volgens tek.H aan op het schakelapparaat.
Inbouw van de stopplaatsen
De stopplaatsen kunt u het best met twee schroefjes onder de baan bevestigen zoals in
tek.I is aangegeven. Om de stopplaatsen gemakkelijker op het middelpunt te kunnen
monteren, boort u van bovenaf een 1,2 mm die fixeergat in het wegdek.
Let erop, dat de gegeven maten precies worden aangehouden.
Aansluiting van de stopplaatsen
Sluit de stoplaatsen aan volgens tek. H
Aansluiting van het schakelapparaat, controle op werking, afstelling
Nadat alle functie-elementen zijn aangesloten op het schakelapparaat en na aansluiting
hiervan op een trafo (12-16 V gelijk- of wisselstrom) controleert u de werking. Als alle
verkeerslichten goed zijn aangesloten, moeten zij in fasen afwisselend branden.
Gebeurt dat niet, dan moet de juiste aansluiting van elke draad worden gecontroleerd,
zoals dat onder de punten "aansluiting van de verkeerslichten en stopplaatsen" is
beschreven. Let op de afzonderlijke punten van de hierna genoemde "storingen".
De verkeerslichtinstallatie functioneert alleen bij het gebruik van voertuigen, die van een
Reedkontact zijn voorzien. Via dit maak-en breekcontact wordt op de stopplaats de
accuspanning naar de motor in het voertuig onderbroken resp. "genmaakt".
De tijdsduur van de schakelingen van de verkeerslichten kunt u zelf afstellen.
Daarvoor draait u met de bijgevoegde schroevendraaier het reguleringswieltje in de
trimpotentiometer P1 naar links (langzamer) or rechts (sneller).
Storingen
De verkeerslichtinstallatie wekt niet:
- trafo controleren
- trafo-aansluiting controleren
De lampjes van de verkeerslichten branden niet:
- aansluiting van elke draad controleren (goed contact?)
- LED (lichtdiode) defect; vervangen. Via onze service-afdeling kunt u een nieuwe krijgen.
Stoplaats functioneert niet:
- aansluiting van elke draad controleren (goed contact?)
-controleer de werking van het Reedcontact van de auto door het testen ervan via een
tweede spoel. Eventueel Reedcontact vervangen.
- zijn de inbouwmaten precies aangehouden? Namente en eventueel corrigeren.
Schakelapparaat functioneert niet, b.v. de onderlinge lichtwisseling van de lampjes
klopt niet:
- schakelapparaat verwijderen en ter controle aan onze service-afdeling sturen.
Indien na controle van de aansluitingen, de trafospanning de inbouwmontage en het
Reedcontact is het car system voertuig, de stopplaats niet onberispelijk functioneert,
dan verwisslet u de aansluitingen van de draden aan de schakelapparaat. Daardoor
wordt de polariteit van het magnetisch veld omgekeerd (noord-en zuidpool) en komt de
voor een correcte schakelfunctie noodzakelijke noordpool aan de bovenzijde te liggen.
Optionen
Door aanschaf van twee extra verkeerslichten (art. nr. 162056) kan een beveilidg
kruispunt worden gerealiseerd.
Aansluiten van de lichten:
op de vrije plaatsen "Ampel (licht) 2" und "Ampel 4"
Annsluiten van de stopplaatsen:
op de plaatsen "Stopp 1+2" resp. "Stopp 3+4" ook aansluiten
Als u slechts twee lichten wilt gebruiken, kunt u op de plaatsen "Stopp 1+2" resp.
"Stopp 3+4" nog twee stopplaatsen aansluiten en hiermee twee stopfuncties op een
wilekeurige plek van de baan, b. v. bij een "voetgangersoversteekplaats (VOP)"
realisieren.