F) Lichtscènes Wissen; Looplichtfuncties; A) Programmeren En Opslaan - Renkforce Show Design 2 Operating Instructions Manual

f) Lichtscènes wissen
• Houd de toets REC/ENTER (4) ingedrukt tot de bijhorende LED oplicht en er op het scherm (12) PROGRAM
wordt weergegeven.
• Druk op de functietoets SCENE (2) (bijhorende LED moet oplichten).
• Houd de toets BLACK OUT/DEL (6) ingedrukt en kies de te wissen lichtscène met de selectietoetsen
1-16 (9). Alle LED's knipperen kort om aan te duiden dat het wissen is geslaagd.
Om de geheugenplaatsen 1-16 te kiezen, moet met toets PAGE (10) niveau A worden gekozen. Om
de geheugenplaatsen 17-32 te kiezen, moet met toets PAGE (10) niveau B worden gekozen.
• Druk zolang op de toets REC/ENTER (4) tot de programmeermodus opnieuw wordt verlaten.

13. Looplichtfuncties

Een looplichtfunctie (Chase) bestaat uit tot 100 lichtscènes die na elkaar worden afgespeeld. De licht-
scènes kunnen in een willekeurige volgorde worden geprogrammeerd. Er kunnen nieuwe lichtscènes of
reeds voorheen opgeslagen lichtscènes voor de looplichtfunctie worden gebruikt.
Er zijn geheugenplaatsen voor max. 32 looplichtfuncties beschikbaar.
De looplichtfuncties kunnen manueel, tijdgestuurd of volgens het ritme van de muziek worden afgespeeld.
a) Programmeren en opslaan
• Houd de toets REC/ENTER (4) ingedrukt tot de bijhorende LED oplicht en er op het scherm (12) PROGRAM
wordt weergegeven.
• Druk op de functietoets CHASE (2).
• Selecteer met de selectietoetsen 1-16 (9) de gewenste geheugenplaats voor de looplichtscène.
Om de geheugenplaatsen 1-16 te kiezen, moet met toets PAGE (10) niveau A worden gekozen. Om
de geheugenplaatsen 17-32 te kiezen, moet met toets PAGE (10) niveau B worden gekozen.
Op het scherm (12) verschijnt in de onderste regel links het nummer van de geheugenplaats
(CHASE) en rechts het nummer van de lichtscène (STEP000).
• Druk op de functietoets FIXTURE (2).
• Druk op de keuzetoetsen 1-16 (9) van de lichteffecten of de eerste lichteffectgroep die bij de lichtscène
betrokken zijn. De overeenstemmende LED's moeten oplichten.
Om de lichteffecten 1-16 te kiezen, moet met toets PAGE (10) niveau A worden gekozen. Om de
lichteffecten 17-32 te kiezen, moet met toets PAGE (10) niveau B worden gekozen.
• Wijs de gewenste DMX-waarde voor het lichteffect met de kanaalfaders (1) en draairegelknoppen
PAN (11) en TILT (13) toe.
• Wanneer u een bewegingspatroon of kleureffect aan een lichteffect wilt toewijzen, drukt u op de functi-
etoets MOVEMENT (2) en kiest u het gewenste bewegingspatroon (toetsen 1-9) of het gewenste kleuref-
fect (toetsen 10-16) met de selectietoetsen 1-16 (9).
109