Schema Voor Het Oplossen Van Problemen - Simplicity 7800353 Operator's Manual

Schema voor het oplossen van problemen

Probleem
De motor start niet.
De motor slaat niet aan.
De motor start moeilijk.
De motor loopt onregelmatig of met
gereduceerd vermogen.
De motor loopt onregelmatig bij hoge
snelheden.
De motor slaat af wanneer de bladen worden
ingeschakeld.
De motor slaat af op een helling.
34
1. Volg de stappen die u in deze handleiding onder "De motor starten"
vindt.
2. Maak de accupolen schoon. Maak de kabels stevig vast.
3. Controleer of er geen kabels loszitten. Zorg ervoor dat de
afslagschakelaars goed vastzitten. (Zie bedradingsschema.)
4. Tap de brandstoftank af. Maak de brandstofleiding schoon. Vervang
de brandstoffilter.
5. Verwijder de ontstekingsbougie(s). Zet de gasklephendel in de stand
TRAAG. Draai de contactsleutel in de stand AAN ("ON"). Probeer de
motor meermaals te starten. Breng de ontstekingsbougie aan.
6. Vervang de ontstekingsbougie.
7. Regel de carburator bij.
1. Volg de stappen die u in deze handleiding onder "De motor starten"
vindt.
2. Laad de accu op.
3. Vervang de zekering.
4. Controleer de draadboom op schade of een losse verbinding.
Herstel de beschadigde kabel.
5. Vervang de solenoïde.
1. Regel de carburator bij.
2. Vervang de ontstekingsbougie.
3. Vervang de brandstoffilter.
1. Controleer de olie.
2. Maak de luchtfilter schoon.
3. Maak het luchtrooster schoon.
4. Vervang de ontstekingsbougie.
5. De motor werkt te hard. Kies een lagere versnelling.
6. Regel de carburator bij.
7. Vervang de brandstoffilter.
1. Vervang de ontstekingsbougie.
2. Regel de gasklephendel bij.
3. Maak de luchtfilter schoon.
4. Vervang de brandstoffilter.
1. Controleer de draadboom op schade of een losse verbinding.
Herstel de beschadigde kabel.
2. De grasopvangzak moet zijn aangebracht (geldt alleen voor
modellen met een grasopvangzak en afvoer achteraan).
1. Maai hellingen in de hellingsrichting, nooit overdwars.
Oplossing
nl