Advertisement
Informations concernant la locomotive réele
Les locomotives-tender de la série BR 80 développaient une
puissance de 575 CV et leur vitesse maxima était de 45 km/h.
Ces locos devaient assurer les manœuvres dans les grandes
gares de voyageurs. De 1927 à 1929, la Deutsche Reichsbahn-
gesellschaft (DRG) acquit 39 machines de ce type. Ainsi, les
locos de la série 80 sont parmi les premières à avoir connu
l'unification de la DR.
En 1945, une fois la guerre achevée, la DR disposait encore de
21 machines et la Deutsche Bundesbahn de 17. L'exploitation
des locomotives de la DR continua jusqu'en 1962/1963 à Leip-
zig. A la Deutsche Bundesbahn, les 3 dernières locomotives
furent réformées en 1965 au dépôt de Schweinfurt.
Plusieurs d'entre-elles terminèrent leur carrière comme loco-
motives industrielles. Sept exemplaires sont préservés comme
loco-musée ou monument.
Informatie van het voorbeeld
De 575 pk sterke en 45 km/h snelle tenderlokomotieven van
de bouwserie 80 waren bestemd voor het rangeerwerk op de
grote stationsemplacementen. De Duitse Reichsbahn stelde
van 1927 tot 1929 in totaal 39 exemplaren van deze drie-
assige machines in dienst. Deze bouwserie behoort daarmee
tot de eerste type lokomotieven die zijn gebouwd volgens de
standaardisatieregels van de Reichsbahn.
In 1945, na het einde van de oorlog, verbleven er bij de DR 21
machines en bij de Deutsche Bundesbahn 17. De lokomotieven
van de DR waren in de jaren 1962/1963 in Leipzig in gebruik.
Bij de Deutsche Bundesbahn werden de laatste drie lokomo-
tieven in 1965 in het depot Schweinfurt buiten dienst gesteld.
Diverse locs werden aan industriële bedrijven verkocht; 7
exemplaren zijn als museumloc of als monument bewaard
gebleven.
3
Advertisement
