Hellingen; Geblokkeerde Maaicilinders; Afstellingen, Smering En Onderhoud - Ransomes Commander 3520 Safety, Operation & Maintenance Manual

Ransomes commander 3520 cylinder ride-on mower
Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
3.7

HELLINGEN

WEES EXTRA VOORZICHTIG TIJDENS HET
WERKEN OP HELLINGEN
Plaatselijke terreingolving en -verzakking
veranderen de globale hellingshoek Vermijd
bodemomstandigheden die verschuiving van de
machine kunnen veroorzaken.
Op hellingen en bij het nemen van nauwe
bochten moet met lage snelheid worden
gereden.
Plotseling versnellen of remmen kan
omhoogbrenging van de achterwielen
veroorzaken. Onthoud dat er geen 'veilige' helling
bestaat.
Neem u bijzonder in acht tijdens het rijden op
grashellingen.
VERMIJD HELLINGEN STEILER DAN 15
BELANGRIJK: Wanneer op een helling wordt gewerkt
dient, waar aangebracht, de gewichtsverplaatsing in de
maximumstand (+) te worden gezet.
3.8

GEBLOKKEERDE MAAICILINDERS

Zet de motor stil en overtuig u ervan dat alle
bewegende delen stationair zijn.
Trek de parkeerrem aan en ontkoppel alle
aandrijvingen.
Verwijder de blokkering zorvuldig. Houd alle
lichaamsdelen op veilige afstand van de snijrand.
Wees attent op energie in de aandrijving die
rotatie kan veroorzaken zodra de blokkering is
opgeheven.
Houd omstanders op veilige afstand van de
maaieenheden aangezien draaiing van een van
de cilinders hetzelfde bij de andere kan
teweegbrengen.
3.9

AFSTELLINGEN, SMERING EN ONDERHOUD

Zet de motor stil en overtuig u ervan dat alle
bewegende delen stationair zijn.
Trek de handrem aan en ontkoppel alle
aandrijvingen.
Lees alle toepasselijke onderhoudsvoorschriften
aandachtig door.
Gebruik uitsluitend de vervangingsonderdelen die
door de oorspronkelijke fabrikant zijn geleverd.
Bij het afstellen van de maaicilinders moet
worden voorkomen dat handen of voeten bekneld
raken tijdens draaiing ervan.
Zorg ervoor dat niemand de maaieenheden
aanraakt, aangezien draaiing van een van de
cilinders hetzelfde bij de andere kan
teweegbrengen.
Om brandgevaar te verminderen dienen de motor,
geluiddemper en accuhouder vrij van gras,
bladeren en overmatig veel vet te blijven.
Vervang versleten of beschadigde delen uit
veiligheidsoverwegingen.
0
RANSOMES COMMANDER 3520
VEILIGHEIDS-, BEDIENINGS-
EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
Tijdens werkzaamheden onder geheven
onderdelen of machines moet worden
verzekerd dat sprake is van voldoende
ondersteuning.
Demonteer de machine niet zonder
voorafgaande ontspanning of beheersing van
krachten die er de oorzaak van kunnen zijn dat
onderdelen plotseling bewegen.
Verander het motortoerental niet tot boven het
maximum dat in de motorspecificatie wordt
aangegeven. Ook de afstelling van de
motorregulateur mag niet worden veranderd en
de motor mag nooit worden overbelast. Het
laten lopen van de motor met een te hoog
toerental kan het gevaar van lichamelijk letsel
doen toenemen.
Bijvullen van brandstof: MOTOR STILZETTEN
EN NIET ROKEN. Bijvullen moet dus gebeuren
voordat de motor wordt gestart en nooit terwijl
de motor loopt.
Gebruik een trechter wanneer brandstof uit een
jerrycan of blik in de tank wordt gegoten.
Vul de brandstoftank nooit hoger dan tot de
onderkant van de vulhals.
Plaats de brandstofdop en de afsluiting van de
houder zorgvuldig terug.
Bewaar brandstof in specifiek voor dat doel
bestemde houders.
Bijvulling van brandstof mag uitsluitend in de
openlucht gebeuren waarbij niet mag worden
gerookt.
Na het morsen van brandstof mag de motor
niet worden gestart maar dient de machine van
de betreffende plaats te worden weggeduwd.
Vermijd het ontstaan van enige
ontstekingsbron totdat het gemorste is
opgenomen en de brandstofdampen zijn
vervlogen.
Laat de motor eerst afkoelen voordat de
machine overdekt wordt gestald.
Stal de machine nooit met brandstof in de tank
in een ruimte waar de dampen een open vlam
of vonk kunnen bereiken.
Als de brandstoftank moet worden afgetapt,
dient dit altijd in de openlucht te gebeuren.
Mors geen brandstof op hete onderdelen.
Tijdens het onderhoud van accu's MAG NIET
WORDEN GEROOKT en moeten open licht op
veilige afstand worden gehouden.
Leg nooit een metalen voorwerp op de polen.
Bij het wassen onder druk van de maaier. Zet
de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
Als de motor gedraaid heeft, moet deze eerst
voldoende zijn afgekoeld om schade aan het
blok en de uitlaatcollector te voorkomen. Laat
nooit water in de elektrische onderdelen, het
luchtfilter of uitlaat komen, aangezien water in
de motorcilinder kan komen en schade kan
veroorzaken.
NL-5

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents