Jøtul F 371 Installation And Operating Insctruction Manual page 97

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
4.5 Bedieningsfuncties controleren
Controleer altijd de bedieningsfuncties wanneer de haard op zijn
plaats staat. Deze moeten gemakkelijk beweegbaar zijn en naar
behoren functioneren.
De Jøtul F 370 is uitgerust met het volgende regelmechanisme:
Afb. 29
Ventilatieopening, afb. 29 A
Ingeduwd:
gesloten
Uitgetrokken:
open
Stookopening,
afb. 29 B
Ingeduwd:
gesloten
Uitgetrokken:
open
Vuurrooster (zelfde handgreep als voor stookopening) (afb. 29 B)
De rechterhendel + kan worden ingeduwd en uitgetrokken.
De handgreep voor de deur afb. 29 C:
wordt geopend door de greep uit te trekken.
4.6 Gebruik
Maak het luchtrooster open door dit helemaal naar rechts
te schuiven en maak de stookopening open door de hendel
er volledig uit te trekken (afb. 29 A en B). Laat de deur indien
nodig op een kiertje staan. (Gebruik een handschoen wanneer
de hendel warm is.)
Leg twee middelgrote blokken (afb. 30) hout aan weerszijden
van de grondplaat. NB. Plaats geen hout tegen het glas, om
te voorkomen dat het beroet raakt.
Schuif enkele proppen krantenpapier (of berkenschors) tussen
de blokken, leg er enkele aanmaakhoutjes kriskras bovenop
en steek het papier aan.
Zorg ervoor dat het vuur geleidelijk aanwakkert. Het hout
mag niet hoger worden opgestapeld dan met een rij gaatjes
op de achterste branderplaat is aangegeven (afb. 29 H).
Sluit de stookopening (afb. 29 B) als u ziet dat het hout goed brandt.
Controleer of er naverbranding (secundaire verbranding)
plaatsvindt. Er branden dan gele vlammen onder de keerplaat.
Stel vervolgens de verbranding in op het gewenste
warmteniveau door de ventilatieopening aan te passen
(Afb. 29 A).
Afb. 30
Houtblokken toevoegen
Stook de kachel regelmatig op, maar gebruik alleen kleine
hoeveelheden brandstof tegelijk. Als de kachel te vol is, kan de
hitte voor extreme druk in de schoorsteen zorgen. Voeg altijd
met mate brandstof bij. Vermijd smeulend vuur omdat dit het
meest vervuilend is. Het vuur is het beste als het goed brandt en
de rook uit de schoorsteen nauwelijks zichtbaar is.
4.7 Gevaar van oververhitting
De haard mag nooit zo gebruikt worden dat
er oververhitting ontstaat.
Oververhitting treedt op als de haard te veel brandstof bevat
en/of de luchtopening te ver openstaat zodat er te veel hitte
wordt ontwikkeld. Een duidelijk teken van oververhitting is dat
er onderdelen van de haard rood gloeien. Als dat gebeurt, moet
u de luchtopening direct verkleinen.
Vraag om professioneel advies als u vermoedt dat er geen goede
trek in de schoorsteen zit (te veel of te weinig trek).
NEDERLANDS
97

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

F 374F 375F 376F 377F 379F 373

Table of Contents