Figuur 24. De voedingseenheid verwijderen
7. Controleer of de nieuwe voedingseenheid wel de juiste vervangende eenheid is. Sommige
voedingseenheden kunnen zelf de spanning vaststellen of accepteren universele invoer, andere
voedingseenheden zijn vast ingesteld op een bepaalde spanning en weer andere voedingseenheden
hebben een voltageschakelaar. Als uw voedingseenheid een voltageschakelaar heeft, zorg dan dat
deze is ingesteld op het voltage dat door het stopcontact wordt geleverd. Zet de voltageschakelaar zo
nodig om, bijvoorbeeld met een balpen.
• Als het lichtnet in de regio een spanning heeft van 100-127 V AC, zet de voltageschakelaar dan
op 115 V.
• Als het lichtnet in de regio een spanning heeft van 200-240 V AC, zet de voltageschakelaar dan
op 230 V.
.
Hoofdstuk 2
Hardware installeren en vervangen
31