5. De ventilatoreenheid aan de achterzijde zit met vier rubberen koppelingen vast
aan het chassis. Verwijder de achterste ventilatoreenheid door de rubberen kop-
pelingen door te knippen en hem voorzichtig uit het chassis te trekken.
Figuur 33. De ventilatoreenheid aan de achterzijde verwijderen
6. Installeer de nieuwe ventilatoreenheid door de rubberen koppelingen die bij de
nieuwe ventilatoreenheid zijn geleverd, vóór de gaatjes in het chassis te houden
en de koppelingen door de gaatjes te drukken.
Opmerking: De nieuwe ventilatoreenheid heeft vier nieuwe rubberen koppelin-
gen.
Hoofdstuk 2. Hardware installeren en vervangen
45