Dometic ACC3100D Installation Manual page 82

De aansluitkabels leggen
1. Controleer of de spanning op het typeplaatje van het ventilatiesysteem overeenkomt met de aanwezige stroom-
voorziening. Het ventilatiesysteem moet worden aangesloten op een stroomkring die in staat is de benodigde
stroom te leveren.
2. Installeer een netschakelaar voor alle polen met een contactopening van minstens 3 mm aan de installatiezijde.
3. Kies de doorsnede van de voedingskabel in overeenstemming met de kabellengte:
• Lengte < 7.5 m: 1,5 mm²
• Lengte > 7.5 m: 2,5 mm²
4. Maak een opening aan één zijde voor de doorvoer van de voedingskabel.
afb.  op pagina 2
5. Leg de voedingskabel door de opening in het interieur van het voertuig.
De dakeenheid monteren
1. Alleen voor versie 1: verwijder de middenring van de dakeenheid.
afb.  op pagina 3
2. Dicht het dakframe rondom af met een flexibele butyleenkit die niet hard wordt (bijv. SikaLastomer-710, Selleys
Butyl Mastic, Bostik Ezycaulk butyl sealant of vergelijkbare producten). Neem ook de instructies van de fabrikant
van het afdichtingsmiddel in acht.
3. Til de dakeenheid op het dak van het voertuig. Houd rekening met de rijrichting.
4. Plaats de dakeenheid in het midden op het dak van het voertuig.
5. Verwijder de kabelbinder van de dakeenheid en leg de kabels door de desbetreffende opening naar het interi-
eur van het voertuig.
De luchtzuiveringsmodule (optioneel) monteren
1. Bevestig de luchtzuiveringsmodule aan de warmtewisselaar.
afb.  op pagina 3
2. Leg de kabel door de sleutelgatvormige opening naar de onderkant van de warmtewisselaar.
3. Monteer de ionisatienaald.
afb.  op pagina 4
De warmtewisselaar monteren
1. Zaag, afhankelijk van de dakdikte, de bij de bevestigingsset geleverde afstandsstukken op de vereiste lengte.
afb.  op pagina 4
Dakdikte (W)
23 mm ... 29 mm
30 mm ... 48 mm
Vereiste lengte afstandsstuk (h)
–
2 mm
4 mm
6 mm
8 mm
10 mm
NL
81