Bediening; Controle Van Het Veiligheidsvergrendelsysteem; Gebruik Van De Bedieningselementen - Murray 7800409 Operator's Manual

Elt125380 murray ce riding mower, 12.5hp, 38 inch
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1

Bediening

Controle van het veiligheidsvergrendelsysteem

:
WAARSCHUWING
Deze maaier is uitgerust
met veiligheidsvergrendelingen en andere
veiligheidsvoorzieningen. Deze veiligheidssystemen
zijn er voor uw veiligheid: Probeer de
veiligheidsschakelaars niet te omzeilen en knoei
nooit met de veiligheidsvoorzieningen.
Test 1 — De motor mag NIET starten als:
INSCHAKELEN staat, OF
Test 2 — De motor MOET starten als:
ONTKOPPELEN staat, EN
Test 3 — De motor MOET worden UITGESCHAKELD als:
Test 4 — Controleren van de remtijd van de maaibladen
De maaibladen en de aandrijfriem van het maaidek moeten
volledig tot stilstand komen binnen vijf seconden nadat de
hendel voor de snijmesrotatie in de stand ONTKOPPELEN
is gezet. Als de aandrijfriem van de maaier niet binnen vijf
seconden stopt, moet u contact opnemen met uw dealer.
WAARSCHUWING: Als een veiligheidstest niet
met succes wordt uitgevoerd, mag u de maaier
niet gebruiken. Neem contact op met uw erkende
verdeler.

Gebruik van de bedieningselementen

Gebruik van de gashendel (Figuur 8)
Gebruik de gashendel (G) om het motortoerental te
verhogen of te verlagen.
1.
De stand SNEL is gemarkeerd met een nokje. Schuif
de gashendel in de stand SNEL, voor normaal
maaien en bij gebruik van een grasopvangzak. Zet
het motortoerental in de stand SNEL, voor maximaal
opladen van de accu en voor een koeler lopen van de
motor.
2.
De motortoerentalregelaar is af fabriek ingesteld op
om het motortoerental te verhogen.
10
Gebruik van de hendel voor bladrotatie (Figuur 8)
Gebruik de hendel voor bladrotatie (A) om het blad/de
bladen te gebruiken.
1.
Voordat u de motor start, moet u er zeker van zijn
dat de hendel voor bladrotatie (A) in de positie
2.
Zet de
hendel voor bladrotatie (A) in de positie
INSCHAKELEN om het blad/de bladen te laten draaien.
OPMERKING: Als de motor stopt wanneer u het
maaiblad/de maaibladen inschakelt, is de schakelaar
van de bestuurdersstoel niet geactiveerd. Zorg dat u in
het midden van de stoel zit.
3.
Zet de
hendel voor bladrotatie (A) in de positie
Vóór u de bestuurdersstoel verlaat, moet u er voor
zorgen dat het maaiblad/de maaibladen niet meer
ronddraaien.
4.
Voordat u met de machine over een trottoir of weg rijdt,
moet u de hendel voor bladrotatie (A) in de positie
WAARSCHUWING: Houd uw handen en voeten
altijd uit de buurt van het maaiblad, de
deflectoropening en het maaidek wanneer de
motor loopt.
Gebruik van de koppeling
Om de voorwaartse snelheid of de richting van de machine te
wijzigen, volgt u onderstaande stappen.
VOORZICHTIG: Voordat u de koppeling verzet, drukt u
het koppelings/rempedaal helemaal naar voren om de
machine stil te zetten. Als de machine niet stilstaat, kan de
versnellingsbak beschadigd raken.
1.
Druk het
koppelings/rempedaal (B) helemaal naar
voren om de machine te stoppen. Houd uw voet op het
pedaal (zie Figuur 8).
2.
Zet de
gashendel (G) in de stand LANGZAAM.
3.
Om voorwaarts te gaan, zet u de
stand voor voorwaartse snelheid. Om achteruit te gaan,
zet u de koppeling in achteruit.
4.
Laat het
koppeling/rempedaal (B). Houd uw voet niet
op het pedaal.
5.
Zet de
gashendel (G) in de stand SNEL.
koppeling (D) in een
murray.com

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents