Makita EA3200S Instruction Manual page 17

Hide thumbs Also See for EA3200S:
Table of Contents

Advertisement

3-5. In gebruik nemen
-
Werk niet alleen. Een tweede persoon moet in de
buurt zijn voor noodgevallen (binnen roepafstand).
-
Controleer dat geen kinderen of andere mensen zich
binnen het werkgebied bevinden. Let ook op of er geen
dieren in het werkgebied zijn (zie afb. 8).
-
Alvorens met de werkzaamheden te beginnen moet
de kettingzaag worden gecontroleerd op een perfecte
werking en bedrijfsveiligheid overeenkomstig de
voorschriften.
Controleer met name of de kettingrem goed werkt, het
zaagblad correct is bevestigd, de zaagketting goed is
geslepen en gespannen, de kettingwielbeschermer stevig
is bevestigd, de gashendel gemakkelijk beweegt en de
werking van de gashendelvergrendeling, de handgrepen
schoon en droog zijn, en de werking van de aan/uit-
schakelaar.
-
Neem de kettingzaag alleen in gebruik als deze volledig in
elkaar gezet is. Gebruik de kettingzaag nooit als deze niet
volledig in elkaar gezet is.
-
Controleer voordat u de kettingzaag start of u stevig staat.
-
Neem de kettingzaag alleen in gebruik zoals wordt
beschreven in deze gebruiksaanwijzing (zie afb. 9).
Andere manieren van starten zijn niet toegestaan.
-
Bij het starten van de kettingzaag moet deze goed
ondersteund en stevig vastgehouden worden. Het
zaagblad en de zaagketting mogen geen enkel voorwerp
aanraken.
-
Houd de kettingzaag tijdens het werken altijd met
twee handen vast. Houd de achterhandgreep vast
met uw rechterhand en de beugelhandgreep met uw
linkerhand. Houd de handgrepen stevig vast met uw duim
in tegenovergestelde richting van uw vingers.
-
LET OP: Nadat u de gashendel hebt losgelaten,
blijft de zaagketting nog een korte tijd doordraaien
(uitlopen).
-
Zorg er voortdurend voor dat u stevig staat.
-
Houd de kettingzaag zodanig vast dat u niet de
uitlaatgassen inademt. Werk niet in gesloten vertrekken
(gevaar van vergiftiging).
-
Stop onmiddellijk de motor wanneer u enige
verandering in het gedrag van de kettingzaag
opmerkt.
-
De motor moet gestopt zijn voordat u de
kettingspanning controleert, de zaagketting spant,
de zaagketting vervangt of problemen verhelpt (zie
afb. 10).
-
Wanneer de zaagketting in aanraking komt met stenen,
spijkers of andere harde voorwerpen, stopt u onmiddellijk
de motor en controleert u de zaagketting.
-
Na afloop van de werkzaamheden of bij het verlaten van
het werkgebied, stopt u de motor (zie afb. 10) en zet u
de kettingzaag op een plaats neer waar hij voor niemand
gevaar oplevert.
● Onderhoud
● Brandstof bijvullen
● Zaagketting slijpen
LET OP: Plaats de hete kettingzaag niet in
droog gras of op brandbare voorwerpen. De
uitlaatdemper is zeer heet (gevaar van brand).
-
LET OP: Olie die van de zaagketting of het zaagblad
afdruppelt nadat de motor is gestopt, verontreinigt de
bodem. Werk altijd op een geschikte ondergrond.
● Stoppen met werken
● Vervoer
● Uit bedrijf nemen
3-6. Terugslag
-
Tijdens het werken met de kettingzaag kan zich een
gevaarlijke terugslag voordoen.
-
Terugslag doet zich voor wanneer de het bovenste
gedeelte van het uiteinde van het zaagblad per ongeluk
hout of een ander hard voorwerp raakt (zie afb. 11).
-
Hierdoor wordt de kettingzaag met grote kracht en
ongecontroleerd in de richting van de gebruiker
teruggeworpen. Gevaar van letsel!
Om terugslag te voorkomen, houdt u zich aan deze
regels:
-
Alleen speciaal opgeleide personen mogen 'blinde
zaagsneden' maken, d.w.z. met de punt van het zaagblad
in hout zagen!
-
Gebruik nooit het uiteinde van het zaagblad om een
zaagsnede te starten.
-
Kijk altijd naar het uiteinde van het zaagblad. Wees
voorzichtig wanneer u verder zaagt in een eerder
gemaakte zaagsnede.
-
Bij het starten van een zaagsnede moet de zaagketting
reeds draaien.
-
Controleer altijd of de zaagketting goed geslepen is. Let
met name goed op de hoogte van de dieptebegrenzer.
-
Zaag nooit meerdere takken tegelijkertijd. Let er bij
het zagen van een tak op dat geen andere tak wordt
aangeraakt.
-
Let bij het afkorten van een boomstam op boomstammen
die in de buurt liggen.
3-7. Gedrag tijdens het werk en de werkwijze
-
Gebruik de kettingzaag alleen wanneer u goed licht en
zicht hebt. Wees bedacht op gladde of natte plaatsen en
op ijs en sneeuw (kans op uitglijden). De kans op uitglijden
is bijzonder hoog tijdens het werken op recent ontbast hout
(schors).
-
Werk nooit op een instabiele ondergrond. Zorg ervoor dat
zich in het werkgebied geen obstakels bevinden (kans op
struikelen). Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
-
Zaag nooit boven schouderhoogte (zie afb. 12).
-
Zaag nooit terwijl u op een ladder staat (zie afb. 12).
-
Klim nooit in een boom om daar te zagen met de
kettingzaag.
-
Leun tijdens het werk niet te ver opzij.
-
Geleid de kettingzaag zodanig dat geen enkel deel van uw
lichaam in het verlengde kantelbereik van de kettingzaag
ligt (zie afb. 13).
-
Gebruik de kettingzaag uitsluitend voor het zagen van
hout.
-
Voorkom dat de zaagketting de grond raakt terwijl hij nog
draait.
-
Gebruik de kettingzaag nooit voor het optillen of
verwijderen van stukken hout of ander voorwerpen.
-
Verwijder vreemde voorwerpen, zoals zand, stenen
en spijkers, die zich binnen het werkgebied bevinden.
Vreemde voorwerpen kunnen de zaagketting beschadigen
en gevaarlijke terugslag veroorzaken.
-
Gebruik bij het zagen van voorgezaagd hout een veilige
ondersteuning (zaagschraag, zie afb. 14). Klem het
werkstuk niet vast met uw voet en laat het ook niet door
iemand anders vasthouden of -klemmen.
-
Zet ronde werkstukken vast zodat ze niet kunnen draaien.
-
Voor het omzagen van bomen of het afkorten van
hout, moet de getande beugel (zie afb. 14, Z) tegen
het hout worden gezet dat gaat worden gezaagd.
107

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Ea3202sEa3201sEa3203s

Table of Contents