Veiligheidsvoorschriften; Bedieningsvoorschriften; Veiligheidsindicaties; De Motor Starten - Ransomes Parkway 2250 Plus Safety, Operation & Maintenance Manual

Ride on reel mower
Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

3

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Door dit veiligheidssymbool worden belangrijke
veiligheidsmeldingen in dit handboek aangegeven. Als
u dit symbool ziet, wees u dan bewust van fysieke
risico's. Altijd de bijbehorende instructies goed lezen
en ook andere bedieners op de hoogte brengen.

3.1 BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN

Zorg ervoor dat alle machinebedieners de
voorschriften in dit boek lezen en volledig begrijpen.
Machinebedieners mogen deze machine pas
bedienen wanneer ze alle bedieningsinrichtingen
en veiligheidsprocedures kennen. Nooit kinderen
of mensen die niet bekend zijn met deze instructies,
deze machine laten gebruiken.
Het is mogelijk dat door plaatselijke wettelijke
bepalingen wordt gesteld dat personen onder een
bepaalde leeftijd, deze machine niet mogen
gebruiken.

3.2 VEILIGHEIDSINDICATIES

Het is essentieel dat alle veiligheidsetiketten goed
leesbaar blijven. Als dergelijke etiketten niet
aanwezig zijn, of onleesbaar worden, dan moeten
die altijd worden vervangen. Als een onderdeel van
de machine wordt vervangen, waarop oorspronkelijk
een veiligheidsetiket was aangebracht, een
dergelijk etiket ook altijd weer aanbrengen op het
nieuwe onderdeel. Nieuwe veiligheidsetiketten
kunnen worden aangevraagd bij de Afdeling
Onderdelen van Ransomes (Ransomes Spare
Parts Department).

3.3 DE MOTOR STARTEN

Controleer, voordat de motor wordt gestart, of de
remmen zijn aangehaald, de aandrijfmechanismen
in de neutrale stand staan, de beveiligingsmiddelen
zijn aangebracht en intact zijn en er geen
omstanders in de buurt van de machine staan.
Start de motor niet in een gebouw zonder goede
ventilatie.

3.4 DE MACHINE BESTUREN

Controleer, voordat de machine wordt verplaatst,
of alle onderdelen goed functioneren. Let daarbij
vooral op de remmen, de banden, de stuurinrichting
en de beveiliging van snijcilinders.
Defecte dempers vervangen. Uitsluitend maaien
bij daglicht of als goed kunstlicht beschikbaar is.
Neem altijd de verkeersvoorschriften in acht, zowel
op openbare wegen als elders. Blijf altijd alert. In
de buurt van wegen of gedurende het oversteken
van wegen, altijd letten op andere weggebruikers.
nl-4
RANSOMES PARKWAY 2250 PLUS
VEILIGHEIDS-, BEDIENINGS-
EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Voordat over andere oppervlakken dan gras wordt
gereden, de maaibladen altijd stilzetten.
Denk eraan dat sommige mensen doof of blind zijn
en dat kinderen en dieren onvoorspelbaar kunnen
reageren.
Houd een rijsnelheid aan die laag genoeg is om te
allen tijde en onder alle omstandigheden een
effectieve en veilige noodstop te kunnen maken.
Verwijder of vermijd obstakels in het gebied dat
wordt gemaaid, om te voorkomen dat uzelf en/of
omstanders letsel oplopen.
Let extra goed op obstakels en/of omstanders
wanneer de machine achteruitrijdt.
passagiers meevoeren.
Nooit vergeten dat de bediener of gebruiker
verantwoordelijk blijft voor ongevallen of risico's
waaraan andere personen of hun eigendommen
kunnen worden blootgesteld.
Als de machine wordt geparkeerd, opgeslagen of
onbewaakt wordt achtergelaten, de maaieenheid
altijd laten zakken tenzij de transport-vergrendeling
wordt gebruikt.
Gedurende het maaien, altijd stevig schoeisel en
een lange pantalon dragen. De uitrusting nooit op
blote voeten bedienen. Ook nooit open sandalen
dragen.
De grasopvangbak regelmatig controleren. Altijd
letten op tekenen die wijzen op slijtage of
beschadiging. Als een voorwerp wordt geraakt,
altijd een controle uitvoeren. De maaimachine
controleren op tekenen die wijzen op beschadiging.
Vóór het starten of bedienen van de machine altijd
eerst de noodzakelijke reparaties uitvoeren.
Als de machine zeer sterk gaat trillen, altijd
onmiddellijk controleren.
3.5 DE MACHINE VERVOEREN
Zorg ervoor dat de maaieenheden stevig zijn
vergrendeld in de transportstand. Vervoer de
machine niet met een draaiende maai-inrichting.
Let bij het vervoer van de machine op d e conditie
van het wegdek, hellingen en plaatselijke
oneffenheden. • Door plotseling snelheid te
verminderen of te remmen kunnen de achterwielen
omhoog komen.
Onthoud dat de stabiliteit van de achterkant van
de machine vermindert naarmate de brandstof
wordt verbruikt.

3.6 HET VERLATEN VAN DE

BESTUURDERSPLAATS

Parkeer de machine op een horizontaal vlak.
Alvorens de bestuurdersplaats te verlaten, moet
de motor worden stilgezet en dient u zich ervan te
overtuigen dat alle bewegende delen stationair
zijn. Trek de parkeerrem aan en ontkoppel alle
aandrijvingen. Verwijder de contactsleutel.
NOOIT

Hide quick links:

Advertisement

Chapters

Table of Contents
loading

Table of Contents