Husqvarna 129R Operator's Manual page 172

Hide thumbs Also See for 129R:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Druk de gashendelvergrendeling in en controleer
of hij teruggaat naar de beginpositie wanneer u
deze loslaat.
Controleer of de gashendel en de
gashendelvergrendeling vlot lopen en of hun
terugspringveren goed werken.
Zie de instructies in het hoofdstuk "Starten". Start
de machine en geef vol gas. Laat de gashendel
los en controleer of de snijuitrusting stopt en stil
blijft staan. Als de snijuitrusting draait wanneer de
gashendel in de stationaire stand staat, moet de
stationaire stand van de carburateur worden
gecontroleerd. Zie de instructies in het hoofdstuk
"ONDERHOUD".
Stopschakelaar
Zorg er voor dat de motor stopt als u de
stopschakelaar indrukt.
Beschermkap voor snijuitrusting
Deze beschermkap voorkomt dat losse
voorwerpen in de richting van de gebruiker worden
geslingerd. De beschermkap voorkomt tevens dat
de gebruiker in aanraking komt met de
snijuitrusting.
Controleer of de beschermkap niet beschadigd is
en geen barsten vertoont. Vervang de
beschermkap als ze gebarsten is of slagen te
verduren gehad heeft.
Gebruik altijd de aanbevolen beschermkap voor
die specifieke snijuitrusting. Zie het hoofdstuk
"TECHNISCHE GEGEVENS".
WAARSCHUWING: Onder geen beding
mag snijuitrusting worden gebruikt
zonder dat een goedgekeurde
beschermkap is gemonteerd. Zie het
hoofdstuk "TECHNISCHE GEGEVENS".
Indien een verkeerde of defecte
beschermkap wordt gemonteerd, kan dit
ernstige verwondingen veroorzaken.
Het gebruik van een verkeerd gewikkelde draad of
verkeerde snijuitrusting verhoogt het
trillingsniveau.
WAARSCHUWING: Als men teveel wordt
blootgesteld aan trillingen, kan dit tot
bloedvat- en zenuwbeschadigingen leiden
bij personen die een slechte
bloedcirculatie hebben. Consulteer uw
dokter wanneer u symptomen heeft die
gekoppeld kunnen worden aan te grote
blootstelling aan trillingen. Dergelijke
symptomen zijn o.a. een doof gevoel,
gevoelloosheid, tintelingen, een
prikkelend gevoel, pijn, krachtverlies,
veranderingen van huidskleur of conditie
van de huid. Deze symptomen hebben
meestal betrekking op vingers, handen of
polsen. De risico's kunnen bij lage
temperaturen toenemen.

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents