Terrasverwarmer Gebruiken - Enders POLO 2.0 Instruction Manual

NETHERLAND

TERRASVERWARMER GEBRUIKEN

VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
!
TOEPASSINGEN
Q Het gebruik van dit apparaat in een gesloten ruimte is
GEVAARLIJK en VERBODEN.
Q LET OP: Voor gebruik buitenshuis of in goed
geventileerde ruimtes. In een
goed geventileerde ruimte
moet minstens 25% van
het wandoppervlak
zijn. Het wandopper-vlak
is de som van alle wand-
oppervlakken. Het
raat moet in overeenstemming met de geldende
voorschriften worden geïnstalleerd en de gasfles moet
in overeenstemming met de geldende voorschriften
worden gebruikt.
Q De plaats van opstelling moet per 1 kW geïnstalleerde
nominale warmtebelasting van de terrasverwarmer
minst-ens een volume hebben van 20 m³ en goed
geventileerd zijn (overdekte terrassen, biertenten, etc.).
Q Dit apparaat moet
overeenstemming met deze handleiding.
Q De terrasverwarmer mag niet worden opgesteld
in woon-kamers, kelders, kantoren of soortgelijke
ruimtes.
Q De terrasverwarmer mag alleen worden gebruikt
met een apart gemonteerde drukregelaar met
een toegestane uitgangsdruk (zie typeplaatje en
fabrieksinstelling).
Q Gebruik alleen de door de fabrikant gespecificeerde
gassoorten en gasflessen!
Q De gasfles moet zich tijdens het gebruik van het
apparaat in de daarvoor bestemde ommanteling/
behuizing bevinden.
Q LET OP: Het glas wordt tijdens het gebruik zeer heet.
Mocht het glas op het apparaat splinteren of breken,
raak het dan niet met uw handen aan. Draai de
gaskraan onmiddellijk dicht, verwijder alle splinters
met gereedschap om verwondingen te voorkomen en
neem contact op met de fabrikant voor een nieuw glas.
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Q Het apparaat moet op een vlakke en stevige ondergrond
worden geplaatst.
Q Het is raadzaam om iets onder het apparaat te leggen
om uw vloer te beschermen.
Q Bij harde wind moet er extra op worden gelet dat het
apparaat niet omvalt.
open
appa-
worden geïnstalleerd
Q Controleer voor elke ingebruikname of de afdichtingen
op de gaskraan aanwezig zijn en zich in een goede
staat bevinden (geen beschadigingen). Gebruik geen
extra afdichting.
Q De gasslang mag niet geknikt zijn.
Q De overige afstanden tot brandbare voorwerpen
mogen niet minder zijn dan 1 m.
Q Bescherm gasflessen tegen sterk zonlicht (< 40 °C).
Q Tijdens het gebruik moet een veilige afstand tot
brandbare materialen worden aangehouden. De
afstand in straalrichting tussen het uitstralende
oppervlak en brandbare materialen mag niet kleiner
zijn dan 2 m.
Q De ventilatie-openingen in de opslagruimte voor de
gasfles niet afdekken. Het eventueel uit-stromende
gas kan zich in de opslagruimte verzamelen waardoor
er explosiegevaar bestaat.
Q Verplaats het apparaat niet terwijl het in werking is.
Q Verwijder de gasfles voordat het apparaat wordt
verplaatst.
Q Reparaties en onderhoud aan gastechnische on-
derdelen van het apparaat mogen uitsluitend wor-den
uitgevoerd door geautoriseerd vakpersoneel.
in Q Bij storingen moet de gaskraan van de gasfles altijd
direct worden gesloten.
Q Sluit na gebruik de kraan op de gasfles of de
drukregelaar.
Q De gasslang moet voor elke ingebruikname worden
gecontroleerd op scheuren en beschadigingen.
Q De gasslangen moeten binnen de voorgeschreven
termijnen worden vervangen.
Q De gasslang en de drukregelaar moeten uiterlijk
na 10 jaar door een gespecialiseerd bedrijf worden
vervangen.
Q Als de gasslang is beschadigd, vervang deze dan door
een gasslang van dezelfde kwaliteit en lengte die niet
langer dan 150 cm mag zijn.
Q Bij een gaslek mag het apparaat niet worden gebruikt.
Als het in bedrijf is, moet de gastoevoer worden
afgesloten. Voordat het apparaat opnieuw kan worden
gebruikt, moet het worden gecontroleerd en moeten
defecte onderdelen worden vervangen. Eventuele los
zittende verbindingen moeten worden vastgedraaid.
Q Voordat het apparaat wordt verplaatst, moet de
gaskraan van de gasfles of de drukregelaar worden
gesloten.
Q Na de montage moeten alle verbindingen op lekkage
worden gecontroleerd. Hiervoor moet een schuimend
middel worden gebruikt (bijv. gas-control-spray of
zeepsop).
36