Milwaukee CLL Instructions Manual page 69

NAUWKEURIGHEID CONTROLEREN
De laser is af fabriek volledig gekalibreerd. Milwaukee adviseert, de nauwkeurigheid van de laser
regelmatig te controleren, vooral na een val of een verkeerde bediening.
Neem contact op met een van onze Milwaukee-servicecenters (zie lijst met garantievoorwaarden en
servicecenteradressen) als tijdens een controle de maximale afwijking van de nauwkeurigheid wordt
overschreden.
1. Hoogtenauwkeurigheid van de horizontale laserlijn controleren.
2. Nivelleernauwkeurigheid van de horizontale laserlijn controleren.
3. Nivelleernauwkeurigheid van de verticale laserlijn controleren.
Controleer de nivellering van het statief voordat u de nauwkeurigheid van de op het statief gemonteerde
laser controleert.
1 HOOGTENAUWKEURIGHEID VAN DE HORIZONTALE LASERLIJN
CONTROLEREN (AFWIJKING NAAR BOVEN EN BENEDEN)
1. Plaats de laser op een statief of een vlakke ondergrond tussen twee 10 m van elkaar verwijderde
wanden A en B.
2. Positioneer de laser op ca. 0,3 m afstand van wand A.
3. Schakel de zelfnivelleringsmodus in en druk op de toets om de horizontale en verticale laserlijnen op
wand A te projecteren.
4. Markeer het snijpunt van de beide lijnen op wand A als punt a1.
A
a1
0,3 m
180°
NEDERLANDS
B
≈ 10 m
a1
a1
0,3 m
5. Draai de laser 180° in richting wand B en markeer het snijpunt van de beide lijnen op wand B als b1.
0,3 m
0,3 m
180°
180°
a1
180°
a1
a1
6. Positioneer de laser op ca. 0,3 m van wand B.
7. Markeer het snijpunt van de beide stralen als b2 op de wand B.
Verstel, als de punten b1 en b2 niet over elkaar liggen, de hoogte van het statief totdat b1 en b2 over
A
elkaar liggen.
A
A a1
a1
a1
A
8. Draai de laser 180° in richting wand A en markeer het snijpunt van de beide lijnen op wand A als a2.
a2
a1
A
A
A
a2
a2
a1
a1
a1
9. Meet de afstanden:
Δa = |a2 – a1|
Δb = |b1 – b2|
10. Het verschil |Δa – Δb| mag niet meer dan 3 mm bedragen.
b1
b1
b1
B
b2
B
B
b1
b2
b2
b1
b1
0,3 m
0,3 m
0,3 m
B
180°
b2
b1
B
B
180°
180°
b2
b2
b1
b1
B
b1
8