Instellen Snelheidsresolutie; Kalibratie Snelheid - NorthStar Explorer S310 Installation And Operation Manual

Speed instrument
Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

3-6 Stel de snelheidsresolutie in
Hier kunt u instellen hoe snelheden worden
weergegeven. Er zijn twee mogelijkheden:
0.0 Geeft snelheden weer van 0.0 tot 19.9 en
vanaf 20 omhoog.
0.00 Geeft snelheden weer van 0.00 tot 19.99,
van 20.0 tot 29.9 en vanaf 30 omhoog.
Om de snelheidsweergave in te stellen:
1.
Drukt u verschillende keren op
het snelheidsresolutiescherm in beeld komt:
2.
Druk op
of
veranderen.
3.
Druk op
.

3-7 Kalibratie snelheid

Kalibratie kan wenselijk zijn omdat verschillende
rompvormen verschillende stromingseigenschappen
hebben. Snelheidskalibratie kan toegepast worden
op de snelheid of op het log, zoals hieronder
beschreven. Snelheidmetingen van een GPS-
ontvanger (zie sectie 7) kunnen voor kalibratie
worden gebruikt.
Kalibreren van snelheid
Voor deze methode moet u een constante
snelheid varen. Hiervoor gebruikt u de snelheid
die de GPS-ontvanger aangeeft, volgt u een
andere boot waarvan de snelheid u bekend is of
meet u de tijd over een bepaalde afstand.
Voor accurate kalibratie is het noodzakelijk dat:
De snelheid op de GPS ontvanger hoger dan
5 knopen is.
De snelheid van uw snelheidstransducer
tussen de 5 en 20 knopen ligt.
Het beste resultaat bereikt u als de
omstandigheden kalm zijn en er weinig
stroming is (m.n. tijdens eb of vloed).
Blijf op dezelfde constante snelheid varen en
kalibreer de snelheid als volgt:
+
om de resolutie te
Waarde is
0.0 of 0.00
Northstar Explorer S310 Installation and Operation Manual
totdat
1.
Druk verschillende keren op
het snelheidskalibratiescherm verschijnt
(hierna maakt het niet uit of de boot van
snelheid verandert):
2.
Druk op
snelheid van de boot te veranderen.
3.
Druk op
Kalibreren van log
Als u deze methode gebruikt, vaar dan in een
rechte lijn over een bekende afstand. U bereikt
het beste resultaat wanneer er een minimale
stroming is (tijdens hoog of laag tij). Invloed van
de getijden kan worden beperkt door de afstand
heen en weer te varen, parallel aan de stroming.
1.
Reset het triplog aan het begin van de te
meten route (zie secite 4-1). Vaar de route in
een rechte lijn heen en weer.
2.
Aan het eind noteert u de triplog afstand (zie
sectie 4).
3.
Druk verschillende keren op
het Log Kalibratiescherm in beeld komt:
4.
Druk op
afgelegde afstand te veranderen naar de in
werkelijkheid afgelegde routeafstand.
5.
Druk op
+
of
om de weergegeven
.
+
of
om de weergegeven
.
Gemeten
snelheid
totdat
Afgelegde
afstand
totdat
55

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents