Download Print this page

Cisco LinkSys WRT54G2 User Manual page 248

Hide thumbs Also See for LinkSys WRT54G2:

Advertisement

Hoofdstuk 3
Wireless (WLAN) > Advanced Wireless Settings (Geavanceerde
instellingen WLAN)
Geavanceerde instellingen WLAN
Authentication
Type
standaardwaarde is Auto (Automatisch) waardoor
Open System-verificatie of verificatie met een gedeelde
sleutel kan worden gebruikt. Bij Open System-verificatie
gebruiken de verzender en de ontvanger GEEN WEP-
sleutel voor de verificatie. Bij verificatie met een gedeelde
sleutel gebruiken de verzender en de ontvanger wél een
WEP-sleutel voor de verificatie.
Basic Rate
(Basissnelheid): de instelling Basic Rate
(Basissnelheid) is niet één vaste overdrachtssnelheid,
maar een reeks snelheden waarmee de router kan
zenden. De router geeft de basissnelheid door aan de
andere draadloze apparaten in het netwerk, zodat deze
weten welke snelheden worden gebruikt. De router
zal ook bekendmaken dat deze automatisch de beste
overdrachtssnelheid zal selecteren. De standaardinstelling
is Standaard, waarbij de router kan zenden met alle
draadloze standaardsnelheden (1-2 Mbps, 5,5 Mbps, 11
Mbps, 18 Mbps en 24 Mbps). Andere opties zijn 1-2 Mbps,
voor gebruik met oudere draadloze technologie, en Alles
als overdracht met alle draadloze gegevenssnelheden
mogelijk is. De basissnelheid is niet gelijk aan de
daadwerkelijke gegevensoverdrachtssnelheid. Als u
de gegevensoverdrachtssnelheid van de router wilt
opgeven, configureert u de instelling Transmission Rate
(Overdrachtssnelheid).
Transmission Rate
(Overdrachtsnelheid): de snelheid
van gegevensoverdracht dient ingesteld te worden
afhankelijk van de snelheid van uw draadloze netwerk. U
kunt het bereik van de overdrachtssnelheden selecteren
of Auto (Automatisch) selecteren als u de router de
hoogst mogelijke gegevenssnelheid wilt laten gebruiken
en de functie voor automatisch terugvallen wilt instellen.
Met deze optie wordt onderhandeld over de beste
verbindingssnelheid tussen de router en een draadloze
client. De standaardwaarde is Auto (Automatisch).
CTS Protection Mode
(CTS-beveiligingsmodus): schakel
de CTS-beveiligingsmodus (CTS, Clear-To-Send) alleen
in wanneer u ernstige problemen ondervindt met uw
Wireless-G-producten en geen overdracht mogelijk is
naar de router in een omgeving met intensief 802.11b-
Wireless-G breedbandrouter
(Verificatietype):
de
Geavanceerde configuratie
verkeer. Met deze functie kan de router alle Wireless-G
overdrachten beter opvangen, maar nemen de prestaties
van de router zeer sterk af.
Frame Burst
(Frame-burst): met deze optie nemen
de prestaties van uw netwerk toe, afhankelijk van de
leverancier van uw draadloze producten. Selecteer
Enable (Inschakelen) als u de optie voor frame-burst
wilt inschakelen. De standaardinstelling is Disable
(Uitschakelen).
Beacon Interval
(Bakeninterval): de standaardwaarde
is 100. Geef een waarde op tussen 1 en 65.535
milliseconden. De waarde van het bakeninterval geeft het
frequentie-interval van het baken aan. Een baken is een
pakketbroadcast van de router voor de synchronisatie van
het draadloze netwerk.
DTIM Interval
(DTIM-interval): deze waarde, die tussen
1 en 255 ligt, geeft het DTIM-interval (Delivery Traffic
Indication Message) aan. Een DTIM-veld is een aftelveld
dat de clients informatie verstrekt over het volgende
venster voor het luisteren naar broadcast- en multicast-
berichten. Als er zich broadcast- of multicast-berichten
voor gekoppelde clients in de buffer van de router
bevinden, verzendt de router de volgende DTIM met een
DTIM-intervalwaarde. De clients krijgen de bakens door
en worden geactiveerd. Vervolgens kunnen de clients de
broadcast-berichten en multicast-berichten ontvangen.
De standaardwaarde is 1.
Fragmentation Threshold
waarde geeft de maximale grootte van een pakket aan
voordat de gegevens over meerdere pakketten worden
verdeeld. Als er zich veel pakketfouten voordoen, kunt
u de fragmentatiedrempel iets verhogen. Als u de
fragmentatiedrempel te laag instelt, kan dat slechte
netwerkprestaties veroorzaken. Het is raadzaam de
verlaging van de standaardwaarde tot een minimum te
beperken. In de meeste gevallen kan de standaardwaarde
2346 worden gebruikt.
RTS Threshold
(RTS-drempel): bij een inconsistente
gegevensstroom is het raadzaam de standaardwaarde,
2347, slechts licht te wijzigen. Als een netwerkpakket
de vooraf ingestelde RTS-drempel niet overschrijdt,
wordt de RTS/CTS-techniek niet ingeschakeld. De router
verzendt Request to Send-frames (RTS) naar een bepaald
ontvangststation en onderhandelt over het verzenden
van een gegevensframe. Het draadloze station reageert
op de ontvangst van de RTS met een Clear to Send-frame
(CTS) ter bevestiging van het recht de overdracht te
beginnen. De RTS-drempel moet op de standaardwaarde
2347 blijven ingesteld.
AP Isolation
(AP-isolatie): hiermee worden alle draadloze
clients en draadloze apparaten in uw netwerk van elkaar
gescheiden. Draadloze apparaten kunnen communiceren
met de router, maar niet met elkaar. Selecteer On (Aan)
als u deze functie wilt gebruiken. AP-isolatie is standaard
uitgeschakeld (Off).
SecureEasySetup:
met deze optie kunt u de functie
SecureEasySetup in- of uitschakelen. Selecteer Disabled
(Uitgeschakeld) als u de functie wilt uitschakelen. De
knop is dan niet langer verlicht. De functie is standaard
ingesteld op Enabled (Ingeschakeld).
(Fragmentatiedrempel): deze
14

Hide quick links:

Advertisement

loading