Hama 00173607 Quick Charge Operating Instructions Manual page 27

Aanwijzing
• Let erop dat bij gebruikmaking van het product de in het wegverkeer geldende lokale voorschriften van het
wegenverkeersreglement m.b.t. technische eisen en rijvaardigheidseisen gelden.
• Let erop dat geen componenten, zoals de airbag, andere veiligheidsvoorzieningen,
bedieningselementen, instrumenten, enz., of het vrije zicht, bedekt of beperkt zijn.
4. Ingebruikneming en werking
Aanwijzing – aansluiten van eindapparatuur
• Controleer voor het aansluiten van een eindtoestel of het, gelet op de capaciteit van de oplader,
voldoende van stroom kan worden voorzien.
• Principieel kan alle eindapparatuur, waarvan het stroomverbruik 2000mA niet overschrijdt, worden
opgeladen. Eindapparatuur, die Quick Charge 2.0 ondersteunt, wordt duidelijk sneller opgeladen.
• Neem de aanwijzingen in de bedieningsinstructies van uw eindtoestel in acht.
• Sluit de oplader op een spanningsbus van het boordnet in de auto aan.
• Sluit het op te laden eindtoestel direct, met de meegeleverde Micro-USB-kabel of met een geschikte USB-
kabel, op de USB-aansluiting aan.
• De LED-indicatie gaat al naargelang van de laadspanning in verschillende kleuren branden.
Groen
Geel
Wit
• Na het gebruik alle kabel- en netverbindingen scheiden.
Aanwijzing
• Bij sommige types voertuigen dient de ontsteking te zijn ingeschakeld, zodat er spanning op de
spanningsbus in het voertuig staat. Lees hiervoor a.u.b. de bedieningsinstructies van uw voertuig.
5V
9V
12V
27