Inhoudsopgave Overzicht ....v De voedingseenheid verwijderen en weer aanbrengen 4 De systeemplaat verwijderen en weer aanbrengen . Informatiebronnen . De microprocessor verwijderen en weer aanbrengen Benodigd gereedschap . Geheugen verwijderen en weer aanbrengen .
Overzicht Dit boekje bevat instructies voor het verwijderen en weer aanbrengen van de vol- gende door de klant te vervangen onderdelen (Customer Replaceable Units, of CRU’s): v Voedingseenheid v Systeemplaat v Microprocessor v Vaste-schijfstation v Geheugen Informatiebronnen Het Naslagboekje dat bij de computer is geleverd, bevat informatie over het installe- ren van de computer, het starten van het besturingssysteem, probleemoplossing en kennisgevingen.
Page 8
uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam. v Installeer zo mogelijk de optie direct in de computer zonder hem eerst neer te leggen. Als u de optie neer moet leggen nadat u hem uit de verpakking hebt gehaald, leg hem dan op de antistatische verpakking op een vlakke ondergrond.
Customer Replaceable Units (CRU’s) vervangen Attentie Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in het Naslagboekje dat bij de computer is geleverd. Als u het Naslagboekje niet meer hebt, kunt u het downloaden vanaf de IBM-website http://www.ibm.com/pc/support.
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. DIMM’s Voedingseenheid Vaste-schijfstation PCI-sleuf Optionele PCI-adapter Gids voor het vervangen van hardware...
Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel het moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de computer. De systeemplaat zorgt voor de uitvoering van alle basisfuncties en ondersteunt daarnaast een verscheidenheid aan apparaten. Dit geldt zowel voor apparaten die vooraf in de fabriek zijn geïnstalleerd als voor apparaten die u op een later tijdstip zelf installeert.
De voedingseenheid verwijderen en weer aanbrengen Attentie Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in het Naslagboekje dat bij de computer is geleverd. Als u het Naslagboekje niet meer hebt, kunt u het downloaden vanaf de IBM-website http://www.ibm.com/pc/support.
Page 13
6. Druk de metalen borgklem naar binnen en haal de voedingseenheid uit de computer. 7. Plaats de nieuwe voedingseenheid zodanig in het chassis dat de schroefgaten in de voedingseenheid gelijk liggen met die in het chassis. Opmerking: Gebruik alleen de schroeven die door IBM zijn verstrekt. 8.
De systeemplaat verwijderen en weer aanbrengen Attentie Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in het Naslagboekje dat bij de computer is geleverd. Als u het Naslagboekje niet meer hebt, kunt u het downloaden vanaf de IBM-website http://www.ibm.com/pc/support.
Page 15
7. Draai de schroeven 1 t/m 7 los en verwijder de systeemplaat. 8. Leg de oude systeemplaat naast de nieuwe op een schone, vlakke ondergrond. 9. Verwijder de microprocessor van de oude systeemplaat en installeer hem op de nieuwe. Zie “De microprocessor verwijderen en weer aanbrengen” op pagina 9.
Page 16
nokjes op het chassis. Belangrijk Als de metalen plaat niet goed recht zit wanneer u de schroeven aan- brengt, kan de systeemplaat beschadigd raken. 13. Leg de systeemplaat recht boven de zeven schroefgaten en draai de schroeven vast. 14. Installeer alle adapterkaarten in de nieuwe systeemplaat. Zie “Adapterkaarten verwijderen en weer aanbrengen”...
De microprocessor verwijderen en weer aanbrengen Attentie Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in het Naslagboekje dat bij de computer is geleverd. Als u het Naslagboekje niet meer hebt, kunt u het downloaden vanaf de IBM-website http://www.ibm.com/pc/support.
Page 18
5. Ontkoppel de ventilatorkabel van de systeemplaat. Let goed op waar de kabel precies op de systeemplaat is aangesloten. 6. Zet de hendel 1 waarmee het koelelement 2 van de microprocessor vast- zit, in de ontgrendelde stand. 7. Verwijder het koelelement: v Als u de microprocessor vervangt door een nieuwe, dient u het nieuwe koelelement te gebruiken.
Page 19
8. Zet de hendel 2 waarmee de microprocessor 1 is vastgezet in de vrije stand en plaats de borgklem 3 van de microprocessor in de open positie. 9. Voer een van de volgende handelingen uit: Attentie Raak de gouden contactpunten aan de onderkant van de microprocessor niet aan.
Page 20
Plaats het zwarte kapje op de oude microprocessor. v Als u een microprocessor verplaatst van een oude systeemplaat naar een nieuwe, pak de microprocessor dan op met de vacuümpen 1 . 10. Kijk goed aan welke kanten de inkepingen 1 zich in de microprocessor bevinden.
Page 21
de systeemplaat. 11. Houd de inkepingen 1 in de microprocessor op één lijn met de nokjes on de aansluiting. 12. Installeer de microprocessor door hem recht omlaag in de aansluiting te plaat- sen. Belangrijk Om te voorkomen dat de pennetjes van de microprocessor beschadigd raken, dient u de microprocessor beslist niet scheef te houden wanneer u hem in de aansluiting steekt.
Page 22
v Als u de microprocessor hebt vervangen, plaats dan het nieuwe koelelement op de microprocessor en plaats de hendel in de vergrendelde positie. Opmerking Gebruikt u het oude koelelement met de nieuwe microprocessor, dan kan de computer oververhit raken en af en toe uitgaan. v Als u alleen de systeemplaat vervangt, plaats het oorspronkelijke koel- element op de microprocessor en plaats de hendel in de vergrendelde posi- tie.
Geheugen verwijderen en weer aanbrengen Attentie Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in het Naslagboekje dat bij de computer is geleverd. Als u het Naslagboekje niet meer hebt, kunt u het downloaden vanaf de IBM-website http://www.ibm.com/pc/support.
Adapterkaarten verwijderen en weer aanbrengen U kunt een adapterkaart als volgt verwijderen en weer aanbrengen: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 1. 2. Ontgrendel de klem voor de afdekplaatjes en verwijder het afdekplaatje van de gewenste kaartsleuf. 3.
Het vaste-schijfstation verwijderen en weer aanbrengen Attentie Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de “Belangrijke veiligheidsvoorschriften” hebt gelezen in het Naslagboekje dat bij de computer is geleverd. Als u het Naslagboekje niet meer hebt, kunt u het downloaden vanaf de IBM-website http://www.ibm.com/pc/support.
6. Plaats het nieuwe vaste-schijfstation in de beugel en schuif de beugel in de sleuf. 7. Sluit de voedings- en signaalkabels aan. 8. Druk op het blauwe nokje om het station te draaien en in de computer vast te zetten. Wee voorzichtig dat u de kabels niet beschadigt. 9.
De installatie voltooien Nadat u de hardware hebt vervangen, installeert u eventueel verwijderde onderde- len weer, plaatst u de kap terug en sluit u alle losgekoppelde kabels weer aan, inclusief netsnoeren en telefoonlijnen. Daarnaast kan het, afhankelijk van de CRU die u hebt vervangen, nodig zijn om te bevestigen dat de bijgewerkte informatie in het programma IBM BIOS Setup correct is.
Page 28
4. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Diagnose-LED’s PS/2-muisaansluiting Voltageschakelaar USB-poorten Aansluiting netsnoer Ethernet-poort Audiolijnuitgang USB-poorten Audiolijningang PCI Express x16-sleuf Aansluiting voor VGA- PCI Express x1-sleuf beeldscherm Parallelle poort PCI-sleuven Seriële poort (COM 1) Seriële poort (COM 2) (bepaalde modellen) Aansluiting voor PS/2- toetsenbord Gids voor het vervangen van hardware...
Page 30
Onderdeelnummer: 19R0792 Gedrukt in Nederland (1P) P/N: 19R0792...