Huidtype
I
II
III
IV
V
'klaar om te flitsen'-lampje gaat oranje
knipperen om aan te geven dat de huidtint te
donker is.
3 Lumea mag nooit pijnlijk zijn. Als u ongemak
ervaart, verlaagt u de lichtintensiteit. U kunt dit
doen door de aan/uitknop te gebruiken.
4 Voer een huidtest uit nadat u naar een ander
lichaamsdeel bent gegaan of na recent bruinen
om de juiste stand voor de lichtintensiteit te
bepalen.
Opmerking: Omdat de huidskleur per
lichaamsdeel kan verschillen, moet u voor elk
lichaamsdeel afzonderlijk de juiste stand
selecteren. De Philips Lumea selecteert niet
automatisch de juiste stand.
Huidtint
Wit: u verbrandt altijd
en wordt nooit bruin.
Beige: u verbrandt
snel en wordt
nauwelijks bruin.
Lichtbruin: u
verbrandt snel en
wordt
langzaam lichtbruin.
Middenbruin: u
verbrandt zelden en
wordt snel bruin.
Donkerbruin: u
verbrandt zelden en
wordt zeer snel bruin.
Nederlands
Stand voor
lichtintensiteit
4/5
4/5
3/4
1/2/3
U kunt het apparaat
niet gebruiken
189