172
Nederlands
- Rond de ogen en nabij de
wenkbrauwen.
- Op lippen, tepels,
tepelhoven, binnenste
schaamlippen, vagina, anus
en de binnenkant van de
neusgaten en oren.
- Mannen moeten het
apparaat niet op het scrotum
en het gezicht gebruiken.
- Op of nabij kunstmatige
delen, zoals
siliconenimplantaten,
onderhuidse
injectieopeningen
(insulinepomp) of piercings.