Talon AM3052C1 User Manual page 13

Gas lawn mower
Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

ASSEMBLAGE
GRASOPVANGZAK
Steek de grasopvangzak (A) over het ijzeren kader (B) en
doe de opening van de zak rond de randen van het kader.
(Fig. 1A & Fig. 1B)
A
B
Fig. 1A
Fig. 1B
MONTEREN EN DEMONTEREN VAN DE
GRASOPVANGZAK
1.
Om te monteren: hef de klep (A) op, pak het hand-
vat (B) beet en breng de zak tegen de achterkant
(C) van de maaier.(Fig. 2A, Fig. 2B, Fig. 2C, Fig.
2D)
2.
Om te verwijderen: hef de klep op, neem het hand-
vat beet en verwijder de zak.
Fig. 2A
Fig. 2B
Fig. 2C
Fig. 2D
PLOOIEN VAN DE DUWBEUGEL
1.
Trek aan de blokkeerhendel om de duwbeugel te ont-
grendelen. (Fig. 3)
2.
Duw op de blokkeerhendel om de duwbeugel in de
werkstand te vergrendelen.
3.
Regel de spanning bij door met een geschikte sleutel
aan de blokkeermoer te draaien.
blokkeer klemmen
geleider
Fig. 3
Fig. 4
STARTKOORD
Verplaats de starthandgreep van de motor naar de
startkoordgeleider. (Fig. 4)
MAAIHOOGTE (AM3052C1, AM3052C2,
AM3053C1, AM3053C2)
Duw de hendel weg naar de buitenkant van de machine
om de handel los te maken. Beweeg de hendel voor-
waarts of achterwaarts om de hoogte in te stellen.(Fig.
5A)
MAAIHOOGTE (AM3052D1, AM3052D2,
AM3053D1, AM3053D2)
Wanneer u de maaihoogte wenst in te stellen, knijp en
duw de hendel naar het wiel toe. Beweeg de hendel naar
boven of naar beneden om de juiste hoogte te selecteren.
(Fig. 5B)
WAARSCHUWING: De 4 wielen zouden
op hetzelfde positienummer afgesteld
moeten worden.
WAARSCHUWING: Beide wielen op ver-
schillende hoogte afstellen zal leiden tot
een oneven gazon.
WAARSCHUWING: Het is gevaarlijk om 1
van de 4 hendels anders af te stellen dan
de 3 anderen. Gelieve dit te controleren
alvorens uw machine te gebruiken.
Fig. 5A
Fig. 5B
GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR HET STARTEN
Voorzie de motor van benzine en olie volgens de instruc-
ties in de aparte motorhandleiding die met de maaier werd
meegeleverd. Lees de instructies aandachtig.
DE MOTOR EN DE MESSEN STARTEN
OPGELET: vul nooit een bezinetank binnen,
met een draaiende motor of nooit voor dat
een motor die net heeft gedraaid ten minste
twee minuten de tijd heeft gehad om af te
koelen.
1.
Maak de bougiekabel vast aan de bougie. Indien de
bougiekabel voorzien is van een rubberen kap,
gelieve ervoor te zorgen dat de metalen ring aan het
einde van de kabel (binnenin de rubberen kap) ste-
vig bevestigd is op de metalen tip van de bougie.
2.
Draai bij het starten van een koude motor de
gashendel in de "
"positie.† Draai bij het starten
van een warme motor de gashendel in de "
positie. (Fig. 6A)
24
NL
3.
Sta achter de machine, gebruik de remhendel en
hou hem tegen de bovenste beugel zoals getoond
in fig. 6B.
4.
Pak de starthandgreep beet zoals getoond in Fig.
6B en trek hem met een snelle beweging opwaarts.
Breng hem langzaam terug naar de startkoordgelei-
der nadat de machine is gestart.
Laat de remhendel los om de motor en de messen te
stoppen.
Open
Toe
Fig. 6A
GEBRUIKSWERKWIJZEN
Hou de remhendel tijdens het gebruik stevig vast met
beide handen.
OPGELET: Wanneer tijdens het gebruik de
remhendel wordt losgelaten stopt de motor
en dus ook de grasmaaier met werken.
DE MOTOR STOPPEN :
OPGELET: De messen draaien nog een
paar seconden door nadat de motor is
afgezet.
1.
Laat de remhendel los om de motor en de messen te
stoppen.
2.
Verwijder en aard de bougiekabel zoals beschreven
in de aparte motorhandeling om ongewenst starten te
vermijden als het toestel onbeheerd wordt achterge-
laten.
HENDEL VAN DE AANDRIJVING
(AM3053C1, AM3053C2, AM3053D1,
AM3053D2)
Verzet de hendel van het automatisch aandrijfsysteem, de
maaier zal voorwaarts bewegen met een een snelheid
van 1m/s. (3.6km/u).
OPGELET: uw maaier is ontworpen om nor-
maal gazon te maaien met een hoogte van
maximaal 250 mm. Probeer niet door abnor-
maal hoog droog gras (bv. hooi) of door
hopen van droge bladeren te maaien. Afval
kan zich verzamelen op de bovenkant van de
machine of het kan in contract komen met de
uitlaat van de machine en een mogelijk
gevaar voor brand vormen.
VOOR DE BESTE RESULTATEN BIJ HET
MULCHEN
Ontdoe het grasveld van afval. Let erop dat het grasveld
vrij is van stenen, stokken, draden of andere vreemde
"
voorwerpen die per ongeluk door de maaier in gelijk welke
richting zouden Kunnen weggeslingerd worden en ern-
stige verwondingen zouden kunnen veroorzaken bij de
gebruiker en bij anderen. Ook zouden ze aanleiding kun-
nen geven tot beschadigingen aan eigendommen en aan
de omgeving. Maai geen nat gras. Maai voor een effec-
tieve mulching geen nat gras omdat dit de neiging heeft
aan de onderkant van de machine te kleven en zo een
goede mulching van het afgesneden gras verhindert. Snij
niet meer dan 1/3 van de lengte van het gras af. De aan-
bevolen lengte voor het mulchen is 1/3 van de lengte van
het gras. De maaisnelheid moet aangepast worden zodat
de afgesneden stukjes gras gelijkmatig over het grasveld
worden verspreid. Voor zwaar maaiwerk in dik gras kan
het nodig zijn om een van de laagste snelheden te
gebruiken om een goede en schone mulching te
bekomen. Bij het mulchen van lang gras kan het nodig zijn
het grasveld in twee keren te maaien door de messen bij
een tweede keer nog eens 1/3 te verlagen en misschien
in een ander patroon te maaien als de eerste keer. Het
snijgebied telkens een beetje overlappen zal ook helpen
om achtergebleven gras op te ruimen. De maaier moet
altijd op volle gas gebruikt worden om het beste maaire-
sultaat te krijgen en hem toe te laten zo effectief mogelijk
Fig. 6B
te mulchen. Zorg ervoor dat u altijd de onderkant van de
machine reinigt om opstapeling van gras te vermijden wat
een goede mulching verhindert. Mulchen van bladeren.
Het mulchen van bladeren kan ook goed zijn voor uw
grasveld. Let er bij het mulchen van bladeren op dat ze al
droog zijn en niet te dik gezaaid op het grasveld liggen.
Wacht niet tot alle bladeren van de bomen zijn gevallen
vooraleer te mulchen.
GRASOPVANGBAK
Maak de zak leeg en proper. Let erop dat hij proper is en
zorg ervoor dat het gaas luchtdoorlatend is. (Fig. 7)
OPGELET : Stop de motor als u een vreemd
voorwerp raakt. Verwijder de kabel van de
bougie en controleer de maaier grondig op
beschadigingen en herstel de schade voor-
dat u opnieuw de motor start en de maaier
gebruikt.
Hevige trillingen van de maaier tijdens het
gebruik wijzen op beschadigingen. Het toes-
tel moet onmiddellijk gecontroleerd en her-
steld worden.
BEHUIZING
Fig. 7
De onderkant van de behuizing van de maaier moet na
elk gebruik worden gereinigd om te vermijden dat er een
ophoping van gras, bladeren, vuil of andere dingen
ontstaat. Als dit afval zich blijft opstapelen zal dit leiden
tot roest en corrosie en het kan een goede mulching in
de weg staan. De behuizing kan gereinigd worden door
de maaier te kantelen en proper te schrapen met
geschikt gereedschap (zorg ervoor dat de bougiekabel is
losgemaakt).
25
NL

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents