Algemene Veiligheidsregels - Talon AM3052C1 User Manual

HANDLEIDING
Grasmaaier op benzine
VEILIGHEID • BEDIENING • ONDERHOUD
AM3052D2
Lees voor uw eigen veiligheid deze handleiding voor u probeert te werken met uw nieuw toestel. Het niet opvolgen van
deze instructies kan tot ernstige verwondingen leiden. Neem vóór elk gebruik even de tijd om te wennen aan uw maaier
MODELNR. : AM3052C1/AM3052C2/AM3052D1/AM3052D2
AM3053C1/AM3053C2/AM3053D1/AM3053D2
AM3053C2
OPGELET
ALGEMENE VEILIGHEI-
DSVOORSCHRIFTEN
Markeringen op het product
OPGELET : Lees de handleiding vóór u de
machine gebruikt.
GEVAAR : Maai nooit als er zich personen, in
het bijzonder kinderen, of huisdieren in de
omgeving bevinden.
Gebruik deze machine niet op hellingen steiler
dan 16.7°
OPGELET: Bij het gebruik van gereedschap dat werkt op benzine moeten altijd de
standaard-, zowel als de volgende veiligheidsvoorzorgen genomen worden. Dit om het gevaar op ernstige lichamelijke
verwondingen en/of schade aan het toestel te vermijden.
Lees al deze instructies voor u het product gebruikt en bewaar deze instructies als referentie voor later.

ALGEMENE VEILIGHEIDSREGELS

1. De gebruiker moet zich in een goede lichamelijk en
gezonde geestelijke toestand bevinden. Hij mag niet
onder invloed zijn van alcohol of medicijnen die het
gezichtsvermogen, de coördinatie of het beoordel-
ingsvermogen zouden kunnen verminderen.
2. Gebruik geen maaier als u moe of vermoeid bent.
Gebrek aan alertheid kan tot ernstige verwondingen
leiden.
3. Zorg dat u de bedieningselementen kent.
4. Lees de gebruiksaanwijzing en zorg dat u ze begrjpt
voordat u de maaier gebruikt. Leer hoe u de maaier
moet stoppen in noodgevallen. Gebruik hiervoor de
gebruiksaanwijzing.
5. Leen de maaier niet uit of verkoop hem niet zonder
de gebruiksaanwijzing bij te voegen.
6. Verzeker u ervan dat iedereen die de maaier
gebruikt de informatie in deze handleiding heeft
gelezen, volledig begrijpt en ook weet hoe de
maaier veilig te gebruiken.
7. Laat kinderen of mensen die deze handleiding niet
kennen de maaier niet gebruiken.
8. Maai nooit als er zich omstaanders of dieren in het
maaigebied bevinden.
9. Maai nooit op blote voeten of met open sandalen
aan. Draag een lange broek en stevige slipvrije
schoenen.
10. Het is aangeraden om passende oogbescherming te
dragen tijdens het gebruik van een maaier.
11. Controleer visueel vóór ieder gebruik of de messen,
de bouten van de messen en de maai-inrichting niet
versleten of beschadigd zijn. Vervang versleten of
beschadigde messen en bouten per set om de bal-
ans te bewaren.
12. Beschadigde messen en versleten bouten vormen
een groot gevaar.
13. Vervang versleten of defecte knalpotten.
14. Let erop dat het maaigebied vrij is van stokken, ste-
nen, beenderen, draad en afval. Dit kan wegges-
lingerd worden door de messen.
15. . Bewaar brandstof in een koele plaats en in een
tank speciaal ontworpen voor dit doel. Wees
voorzichtig met brandstof. Het is brandbaar.
16. Vul enkel bij in de openlucht. Rook niet tijdens het
bijvullen. Vul bij voor het starten van de motor.
Verwijder nooit de benzinedop of vul nooit bij terwijl
de motor draait. Laat een hete motor enkele
minuten afkoelen vooraleer bij te vullen.† Als er
GEVAAR: Hou handen en voeten weg van de
ronddraaiende onderdelen en steek ze er zeker
niet onder. Blijf altijd uit de buurt van de uitwer-
popening. De messen blijven na het uitschakelen
nog even draaien.
GEVAAR: Let er bij het reinigen, het herstellen of
het controleren op dat de messen en alle maaion-
derdelen tot stilstand zijn gekomen. Trek de
bougiekap los en hou ze uit de buurt van de
bougie om ongewenst starten te voorkomen.
benzine werd gemorst probeer dan niet de motor te
starten maar breng de maaier weg van de plek waar
er gemorst werd en vermijd het ontstaan van een
mogelijke ontstekingsbron totdat de benzine is ver-
dampt.
17. Verwijder rustig de benzinedop om de druk van de
benzinetank te laten.
18. Controleer op benzinelekken tijdens het bijvullen en
tijdens het gebruik van de maaier. Als een lek
gevonden is, start of gebruik de motor dan niet meer
tot het lek gedicht is en de gemorste benzine is ver-
wijderd.
19. Let erop dat u geen benzine op uw kledij morst. Als
dit gebeurt trek dan onmiddellijk andere kledij aan.
20. Gebruik de maaier niet in kleine ruimtes waar uit-
laatgassen (koolstofmonoxyde) zich kunnen
opstapelen.
21. Maai enkel bij goed daglicht.
22. Wees voorzichtig bij het starten van de motor en
houd de voeten ver weg van de messen.
23. Zet alle koppelingen van de messen en de aandrijv-
ing los vooraleer te starten.
24. Wikkel het startkoord niet rond uw hand bij het
starten. Laat het startkoord niet terugschieten.
Breng de starthandgreep langzaam terug zodat het
koord goed wordt opgerold.
25. Volg nauwkeurig de gebruiksaanwijzing vooraleer u
de motor probeert te starten.
26. Laat zelfoprollende starters nooit in een opgerolde
toestand.
27. Maai nooit op plekken waar de machine kan kante-
len of wegglijden.
28. Let extra op uw evenwicht op hellingen of op nat
gras.
29. Maai nooit gras door de maaier naar u toe te
trekken.
30. Wees bijzonder voorzichtig bij het gebruik van een
maaier op hellingen. Blijf waakzaam voor kuilen in
het terrein en andere verborgen gevaren.
31. Stop de motor voor u de maaier verplaatst over
kiezelopritten, paden of wegen.
32. Gebruik de maaier niet vóór dat alle beschermkap-
pen of de grasopvangbak, geleverd door de fab-
rikant, op hun plaats zitten.
33. Drijf de motor niet op of verander niets aan de
motorsturing. Te hoge snelheid is gevaarlijk en
verkort de levensduur van de maaier.
21
NL