Regeling Van De Verbranding - Riello G2 Installation, Use And Maintenance Instructions

REGELING VAN DE VERBRANDING

Conform de Richtlijn Rendement 92/42/EEG, moeten de toepassing van de brander op de ketel,
de regeling en de testen worden uitgevoerd volgens de handleiding van de ketel. Hieronder valt
ook de controle van de CO en CO
gassen en de gemiddelde temperatuur van het water van de ketel.
Naargelang het vermogen van de ketel worden de sproeier, de druk van de pomp en de regeling
van de luchtklep bepaald volgens de tabel hieronder.
Sproeier
1
GPH Hoek
0,40 60°
0,50 60°
0,60 60°
1
AANGEWEZEN SPROEIERS: Monarch type R - NS ; Delavan type W - A - E
2
DRUK :
3
REGELING VAN DE LUCHTKLEP : De beweegbare luchtklep (1), die door de vijzel (2)
1
4
Hou er rekening mee dat de aangeblazen lucht van de ventilator verschilt naargelang de
kap al dan niet gemonteerd is.
Men moet dus als volgt te werk gaan:
– de luchtklep regelen zoals in de tabel (3) is aangegeven;
– de kap monteren en voor het gemak alleen de bovenste schroef vastdraaien;
– de Bacharach controleren;
– indien nodig, het luchtdebiet veranderen, de schroef van de kap losdraaien, de kap wegnemen,
de luchtklep regelen, opnieuw de kap monteren en de Bacharach opnieuw controleren.
1541
concentratie en de rookgassen, de temperatuur van de rook-
2
Pompdruk
2
bar
10 / 12
10 / 12
10 / 13
Steinen type H - Q ; Danfoss type H - B
Het is aangeraden een sproeier met een gesinterde
filter te gebruiken.
12 bar : De pomp verlaat de fabriek afgesteld op die waarde.
bediend wordt, opent de luchttoevoer volledig.
2 Na dat de schroeven (4) werden losgedraaid kan men
met de vaste luchtklep (3) het luchtdebiet regelen.
Eenmaal alles optimaal geregeld is, de schroeven (4)
van de luchtklep opnieuw vastdraaien; men moet ze
helemaal vastdraaien opdat de beweegbare luchtklep (1)
vrij zou kunnen functioneren.
3
De regelingen die in de tabel zijn weergegeven zijn van
toepassing voor een brander met de kap erop gemon-
teerd en met een onderdruk nul. Ze zijn louter indicatief.
Elke installatie heeft haar eigen werkingsvoorwaarden die
men niet op voorhand kan bepalen: het effectief debiet
4
van de sproeier, druk of onderdruk in de verbrandingska-
mer, teveel lucht enz. Al die voorwaarden kunnen een
andere regeling van de luchtklep vereisen.
D5550
Debiet
brander
kg/h ± 4%
1,4 / 1,6
1,8 / 2,0
2,2 / 2,5
7
NL
Regeling luchtklep
3
Merkteken
2,0 / 2,3
2,5 / 3,0
3,5 / 6,0