Black & Decker GD300 Original Instructions Manual page 31

of niet meer werkt. Als u een snoerhaspel gebruikt, dient u
het snoer altijd volledig af te wikkelen.
Onderdelen
1. Grasopvangbak
2. Motorkap
3. Schakelkastje
4. Ontgrendelingsknop
5. Schakelaarhendel
Montage
Waarschuwing! Zorg vóór aanvang van de montage dat de
machine is uitgeschakeld en de netstekker is losgekoppeld
van het lichtnet.
De bovenste handgreep monteren (fig. A)
Zorg ervoor dat de lus van de snoerklem is bevestigd

aan de bovenste handgreep voordat u gaat monteren.
Bevestig het onderste deel van de handgreep (7) aan

het bovenste deel (6) met de knoppen (10), ringen (9)
en schroeven (8), zoals afgebeeld.
De onderste handgreep bevestigen (fig. C)
Duw de uiteinden van het onderste deel van de

handgreep (7) in de bijbehorende gaten in de
harkmachine.
Duw de handgreep zo ver mogelijk naar beneden.

Bevestig de handgreep met de schroeven (12).

Het snoer bevestigen (fig. B)
Het motorsnoer moet met de snoerklemmen worden bevestigd.
Duw de ene klem (11) op het snoer dat van het

schakelkastje (3) naar de motor loopt. Bevestig de
klem op het onderste deel van de handgreep (7).
Duw de andere klem (11) op het snoer dat van het

schakelkastje (3) naar het motorsnoer loopt. Bevestig
de klem op het bovenste deel van de handgreep (7).
Waarschuwing! Controleer of het snoer is bevestigd met
de snoerklemmen voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
De grasopvangbak bevestigen (fig. D)
Hang de grasopvangbak (1) in de openingen aan de

voorkant van de harkmachine terwijl deze zich in de
werkpositie bevindt.
Harkhoogte afstellen (fig. E)
De harkmachine heeft drie standen voor de harkhoogte:
laag, medium en hoog. Deze selecteert u door de stand van
de hoogteafsteller die zich op de achterrol (13) bevindt, met
drie standen te wijzigen.
Druk de vergrendelingsknop op de hoogteafsteller met

drie standen in en draai de afsteller in een van de
drie beschikbare standen, zoals afgebeeld in fig. E.
Zodra u de gewenste positie hebt bereikt, laat
u de vergrendelingsknop los zodat deze zich vastgrijpt
in de behuizing van de harkmachine (2).
De drie standen worden aangeduid door markeringen

op de zijkant van de behuizing van de harkmachine,
zoals afgebeeld in fig. E.
De drie standen voor de harkhoogte zijn:
Laagste stand (1). Gebruik deze stand als u het gazon

bijzonder krachtig wilt harken. In deze stand wordt alle
vuil en stro dat zich onder aan het gras heeft verzameld
verwijderd door de harkmachine. In deze stand worden
ook mos en onkruid verwijderd.
Middelste stand (2). Gebruik deze stand als u het

gazon gematigd wilt harken. Deze stand is geschikt
voor de meeste gazons.
Hoogste stand (3). In deze stand wordt het gazon

lichtjes geharkt en geveegd. U kunt de harkmachine
ook in deze stand gebruiken om platgetrapt gras en
uitlopers (de kruipende stelen van grassen en onkruid,
zoals klaver) 'op te tillen' zodat u deze kunt maaien. De
stand voor vegen/lichtjes harken is ideaal voor gevallen
bladeren en voor het verzamelen van grasmaaisel dat
na het maaien is achtergebleven op het gazon.
Overige risico's
Er kunnen zich tijdens het gebruik van het gereedschap ook
andere risico's voordoen die misschien niet in de
bijgevoegde veiligheidswaarschuwingen worden vermeld.
Deze risico's kunnen zich voordoen als gevolg van
onoordeelkundig gebruik, langdurig gebruik, enz.
Zelfs als de veiligheidsvoorschriften in acht worden
genomen en de veiligheidsvoorzieningen worden
geïmplementeerd, kunnen bepaalde risico's niet worden
vermeden. Deze omvatten:
Verwondingen die worden veroorzaakt door het

aanraken van draaiende of bewegende onderdelen.
Verwondingen die worden veroorzaakt bij het

vervangen van onderdelen, bladen of accessoires.
Verwondingen die worden veroorzaakt door langdurig

gebruik van het gereedschap. Als u langere periodes
met het gereedschap werkt, is het raadzaam om
regelmatig een pauze in te lassen.
Gehoorbeschadiging.

Gezondheidsrisico's als gevolg van het inademen van

stof dat door gebruik van het gereedschap wordt
veroorzaakt (bijvoorbeeld tijdens het werken met hout,
vooral eiken, beuken en MDF).
NEDERLANDS
31