Installatie Van Het Apparaat En Ruimte Voor Onderhoud; Installatie; Ruimte Voor Onderhoud; Installatie Van De Waterleiding - Mitsubishi Electric PWFY-P100VM-E-BU Installation Manual

6. Installatie van het apparaat en ruimte voor onderhoud

6.1. Installatie

• Zet het apparaat stevig vast aan de grondplaat met bouten door de hieronder
aangegeven bevestigingsgaten.
[Fig. 6.1.1] (P.2)
A 4-ø14 (bevestigingsgat)
Ondergrond
• Zorg dat het apparaat wordt geïnstalleerd op een plaats die sterk genoeg is
voor het volle gewicht ervan. Als de ondergrond niet stevig genoeg is, versterk
deze dan met een betonnen fundering.
• Het apparaat moet worden vastgemaakt aan een horizontaal oppervlak. Ge-
bruik na de installatie een waterpas om te controleren of het apparaat inder-
daad horizontaal staat.
• Als het apparaat vlak naast een ruimte wordt geïnstalleerd waar geluidsoverlast
een probleem kan zijn, raden wij u aan om op de grondplaat van het apparaat
een trillingsdempende basis te gebruiken.
Waarschuwing:
• Installeer het apparaat op een plaats die sterk genoeg is om het gewicht
van het apparaat te dragen.
Onvoldoende draagkracht kan ertoe leiden dat het apparaat naar bene-
den valt, hetgeen persoonlijk letsel kan veroorzaken.

7. Installatie van de waterleiding

• Neem, hoewel lichtbuizen gelijk zijn aan andere luchtbehandelingsbuizen, de
volgende voorzorgsmaatregelen tijdens de installatie.
• Haal het water na lange tijd van stilstand uit de buizen en laat deze goed
drogen.
• Gebruik een gesloten watercircuit.
• Wanneer het apparaat voor koeling wordt gebruikt, voeg dan pekel aan het
water toe om te voorkomen dat het gaat bevriezen.
• Laat het water te allen tijde circuleren als het wordt geïnstalleerd in een omge-
ving met lage temperaturen. Als dat niet mogelijk is, laat dan het water volledig
uit de buizen lopen.
• Gebruik het water dat voor dit apparaat is gebruikt niet om te drinken of het
bereiden van voedsel.
• Gebruik geen stalen buizen als waterleiding.
Laat het water te allen tijde circuleren als de omgevingstemperatuur 0 ° C of
•
lager is, of laat het volledig uit de buizen lopen.
Model Waterinlaat
PWFY-P100VM-E-BU PT 3/4 Schroef
PWFY-P100VM-E-AU PT 3/4 Schroef
PWFY-P200VM-E-AU
*1 Wanneer de aangehechte
PT 1 Schroef*1
expansieverbindingen zijn
geïnstalleerd.

7.1. Voorzorgen bij de installatie

• Gebruik de omkeer/terugkeer-methode om voor iedere eenheid de juiste pijp-
weerstand te bepalen.
• Om het onderhoud, de inspectie en eventuele vervanging van het apparaat op
een later tijdstip goed te kunnen uitvoeren, dient u bij de waterinlaat- en water-
uitlaatpoorten altijd de juiste koppelstukken, kleppen, etc. te gebruiken. Let er
bovendien op dat u bij de waterinlaatpoort een filter installeert. (Voor het be-
houd van de warmtebroneenheid, is het van belang dat er een filter wordt
geïnstalleerd op de inlaat van het watercirculatiesysteem.)
* In de onderstaande afbeelding vindt u een voorbeeld voor de installatie van
het buitenapparaat.
• Installeer een geschikte ontluchting op de waterleiding. Vergeet niet om de
waterleiding te ontluchten nadat u de leiding met water heeft gevuld.
• In de gedeelten van het buitenapparaat met een lage temperatuur kan de water-
druk hoog oplopen. Tap het overtollige water af via een aftapleiding, aangeslo-
ten op de aftapklep aan de onderkant van het apparaat.
• Installeer een terugslagklep op de pomp en een flexibele koppeling om over-
tollige trillingen te onderdrukken.
• Bescherm de leidingen met een mof op de plaatsen waar deze door een muur
gaan.
• Zet de leidingen vast met metalen zadeltjes en installeer de leidingen zodanig
dat deze maximaal worden beschermd tegen breken, buigen en andere be-
schadigingen.
48
B (Bovenaanzicht)
Wateruitlaat
PT 3/4 Schroef
PT 3/4 Schroef
PT 1 Schroef*1
• Installeer het apparaat zo dat het tegen harde wind en aardbevingen be-
schermd wordt.
Onvolkomenheden bij de installatie kunnen ertoe leiden dat het apparaat
naar beneden valt, hetgeen persoonlijk letsel kan veroorzaken.

6.2. Ruimte voor onderhoud

• Houd er bij de installatie rekening mee dat u de volgende ruimtes voor onder-
houd vrij laat.
(Al het onderhoud kan worden gedaan vanaf de voorkant van het apparaat.)
[Fig. 6.2.1] (P.2)
Model
a
PWFY-P100VM-E-BU
400
PWFY-P100VM-E-AU
400
PWFY-P200VM-E-AU
400
A Ruimte voor leidingen (rechterkant)
B Bovenaanzicht
C Ruimte voor onderhoud (voorkant)
• Let goed op dat de waterinlaat- en wateruitlaatkleppen niet worden verwis-
seld.
• Dit apparaat is niet uitgerust met een verwarmingselement ter voorkoming van
bevriezen van de leidingen. Als de waterstroom bij lage buitentemperaturen
stop wordt gezet, tap de leidingen dan af.
• De ongebruikte uitdrukgaten moeten worden afgedicht en de openingen van
de koelstofpijpen, waterpijpen, voedingsbron en transmissieleidingen moeten
worden afgedicht met kit e.d. als bescherming tegen regen. (Buitenlucht-
opstelling)
• Installeer de filter in een hoek van 45° of minder zoals afgebeeld in [Fig.7.1.2].
• Wikkel wat afdichtingstape rondom het schroefgedeelte om waterlekkage te
voorkomen.
• Installeer de meegeleverde filter op de waterinlaat.
• Houd de buis aan de kant van het apparaat met een moersleutel op zijn plek
tijdens het installeren van de buizen of de filter. Draai de schroeven aan tot een
tot een koppel van 50 N·m.
• Waterleidingen kunnen zeer heet worden, afhankelijk van de vooraf ingestelde
temperatuur. Wikkel de waterleidingen in isolatiemateriaal om verbrandingen
te voorkomen.
• Installeer op het model PWFY-P200VM-E-AU de expansieverbinding (accessoir)
op de inlaat na het installeren van de filter en de uitlaat.
Voorbeeld van apparaatinstallatie ( met gebruik van lichtbuis)
[Fig. 7.1.1] (P.2)
A Afsluitklep
C Wateruitlaatopening
E Filter type Y
G Expansieverbinding

7.2. Installatie van de isolatie

De oppervlaktetemperatuur van de waterbuis wordt zeer heet, afhankelijk van de
ingestelde temperatuur. Isoleer de buis om verbrandingen te voorkomen. Wanneer
de PWFY-P100/P200VM-E-AU met koud water werkt, isoleer de waterbuis dan om
condensvorming te voorkomen.
Wikkel isolatiemateriaal om de waterleidingen heen zoals afgebeeld in [Fig.7.2.1].
• bij buitenleidingen.
• bij binnenleidingen in gebieden met lage temperaturen, waar bevriezing een
probleem kan vormen.
• als de van buiten komende lucht zorgt voor condensatie op de leidingen.
• rondom aftapleidingen.
[Fig. 7.2.1] (P.2)
A Hitte isolatiemateriaal (accessoir)
B Inspuiten met dichtingsmateriaal
c
b
600
300
600
300
600
300
B Waterinlaatopening
D Koelstofleiding
F Aftapleiding