Storingzoeken En Instructies Voor De Klant - Carrier AQUASNAP JUNIOR 30RHX Installation Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
30RHX

Storingzoeken en instructies voor de klant

Storingzoeken
Compressor en ventilator van de unit starten niet:
• Spanningsonderbreking; controleer de elektrische aansluitingen.
• Hoofdschakelaar UITgeschakeld; zet in de AAN stand.
• Hoofdschakelaarzekeringen zijn doorgebrand; vervang.
• Wacht 2 minuten; antipendelbeveiliging is ingeschakeld.
• Drukbeveiliging aangesproken; controleer en verhelp oorzaak.
• Netspanning te laag.
• Elektrische aansluitingen los of verkeerd; controleer en repareer.
Compressor start niet, maar buitenventilator werkt:
• Elektrische aansluitingen van compressor los of verkeerd;
controleer en repareer.
• Compressor doorgebrand, vastgelopen of beveiliging
aangesproken; onderzoek de oorzaak en vervang indien nodig
de compressor.
• Condensator defect; vervang.
Compressor start, maar wordt afgeschakeld door de
oververhittingsbeveiliging (anders dan afschakelen door
normaal thermostaatbedrijf):
• Verkeerde koudemiddelvulling (te veel of te weinig) of lucht of
andere niet condenseerbare gassen in het circuit; tap
koudemiddel af (zie N.B. 1), vacumeer en vul opnieuw volgens
de R.L.K. richtlijnen.
• Netspanning verkeerd (te hoog of te laag).
• Condensorbatterij vuil of obstructie bij luchtinlaat; reinig of
verwijder obstructie.
• Ventilator uit; controleer oorzaak en repareer.
• Condensator defect; controleer en vervang.
• Verkeerde binnen-unit thermostaat; vervang.
• Koudemiddelcircuit verstopt; controleer en verwijder
verstoppingen.
• Defecte omkeerklep (warmtepompen); vervang.
• Expansie-orgaan verstopt of bedekt met ijs; tap koudemiddel af
(zie N.B. 1), vacumeer en vul opnieuw volgens de R.L.K.
richtlijnen.
Compressor draait continu:
• Geselecteerde unit heeft te weinig capaciteit voor werkelijke
airconditioningsbehoeften.
• Instelling watertemperatuur te laag (in koelbedrijf) of te hoog (in
verwarmingsbedrijf voor warmtepomp); controleer
temperatuurinstelling.
• Te weinig koudemiddelvulling; controleer en voeg koudemiddel
toe.
• Ventilator defect; vervang.
• Lucht of andere niet-condenseerbare gassen in het circuit; tap
koudemiddel af (zie N.B. 1), vacumeer en vul opnieuw volgens
de R.L.K. richtlijnen.
• Obstructies bij luchtinlaat of vuile filters van binnenunit; verwijder
obstructies of reinig filter.
Herhaaldelijke ijsvorming op batterij (warmtepomp in
verwarmingsbedrijf):
• Ventilator gestopt; controleer en herstel.
• Foutieve elektrische aansluitingen ontdooicircuit; controleer
elektrische aansluitingen en herstel.
Persgasdruk te hoog:
• Condensorbatterij vuil of obstructie bij luchtinlaat; reinig of
verwijder obstructie.
• Te lage waterhoeveelheid of de circulatiepomp is defect
(verwarmingsbedrijf); vervang.
• Te veel koudemiddelvulling; tap koudemiddel af (zie N.B. 1)
volgens de R.L.K. richtlijnen.
• Lucht of niet-condenseerbare gassen in het circuit; tap
koudemiddel af (zie N.B. 1), vacumeer en vul opnieuw volgens
de R.L.K. richtlijnen.
NL - 14
Persgasdruk te laag:
• Te weinig koudemiddelvulling; voeg koudemiddel toe volgens de
R.L.K. richtlijnen.
• Verdamperbatterij vuil of obstructie bij luchtinlaat; reinig of
verwijder obstructie.
• Waterfilter vervuild; reinig filter.
Zuiggasdruk te hoog:
• Interne hogedruk-ontlastklep open; onderzoek oorzaak en
repareer.
• Te veel koudemiddelvulling; tap wat koudemiddel af (zie N.B. 1)
volgens de R.L.K. richtlijnen.
• Defecte omkeerklep (warmtepompen) of lekkage.
Controleer en verhelp oorzaak of vervang.
Zuiggasdruk te laag:
• Koudemiddelvulling te laag; voeg koudemiddel toe volgens de
R.L.K. richtlijnen.
• Verdamperbatterij (binnen- of buiten-unit bij warmtepompen),
bedekt met ijs; zie de volgende punten.
• Luchtcirculatie over de verdamper niet voldoende; onderzoek de
oorzaak en repareer.
• Expansie-orgaan of zuigleiding verstopt; onderzoek en repareer.
• Ventilator stopt niet tijdens ontdooi-cycli (warmtepomp in
verwarmingsbedrijf); controleer elektrische aansluitingen.
• Relais of ontdooitimer defect (warmtepomp in
verwarmingsbedrijf); vervang.
• Contact tussen leiding en ontdooi-opnemer (warmtepomp in
verwarmingsbedrijf) onvoldoende; controleer en herstel.
Buitenventilator pendelt omdat de oververhittingsbeveiliging
is aangesproken:
• Ventilatorcondensator defect, vervang.
• Elektrische aansluiting los; controleer aansluitingen.
• Ventilatorlager vastgelopen; controleer en repareer.
• Expansie-orgaan verstopt of bedekt met ijs; tap koudemiddel af
(zie N.B. 1), vacumeer en vul opnieuw volgens de R.L.K.
richtlijnen.
N.B. 1:
Blaas geen koudemiddel af naar de atmosfeer; gebruik een
terugwin-unit.
Instructies voor de klant
Leg, nadat de installatie en tests zijn uitgevoerd, de instructies
voor Bediening en Onderhoud uit aan de klant, met extra nadruk
op de belangrijkste functies van de airconditioner, zoals:
• De unit aan- en uitschakelen.
• Functies van de regeling/bedieningspaneel.
• Verwijderen en reinigen van de luchtfilters.
Geef de twee handleidingen voor de installatie voor de binnen- en
buitenunits aan de klant voor toekomstig gebruik tijdens
onderhoudswerkzaamheden en dergelijke.

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents