Download Print this page

Siemens CCBC1327-LP Installation Manual page 3

High-resolution colour camera

Advertisement

Available languages

Available languages

Kleurencamera met hoge resolutie
Geleverde onderdelen
Camera
Installatie-instructies (dit document)
Veiligheid
Deze camera is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis.
Voor gebruik buitenshuis dient een beschermende behuizing
van het type IP65 (of beter) te worden aangebracht.
Sluit het apparaat alleen aan op voedingsbronnen met de
opgegeven spanning. De spanningsvoorschriften vindt u op
het typeplaatje/voedingsadapter. De door de fabrikant
aanbevolen omgevingsomstandigheden moeten in acht
worden genomen (zie 'Specificaties').
CCBC1327-MP:
Dit apparaat is ontworpen voor gebruik in TN-netten. Sluit het
apparaat niet op andere netten aan.
Trek altijd de voedingskabel en andere kabels uit het
stopcontact voordat u onderhoud uitvoert.
CCBC1327-MP:
De voedingsbron moet aan de SELV-vereisten voldoen.
Bestelinformatie
Type
Artikelnummer Beschrijving
CCBC1327-LP
S54561-C25-A1 Kleurencamera met hoge
resolutie
12 V DC / 24 V AC
CCBC1327-MP
S54561-C26-A1 Kleurencamera met hoge
resolutie
90 – 260 V AC
Accessoires (niet meegeleverd!)
PSU230-12
2GF1800-8BE
Voedingseenheid voor
camera's van 12 V DC
CAPA2410-P
2GF1800-8BJ
Voedingseenheid voor
camera's van 24 V AC
Camera installeren
Stap 1: Aansluiten op de netvoeding
CCBC1327-LP:
Deze camera is geschikt voor zowel 12 V DC als 24 V AC.
Aansluitingen worden aangegeven boven de poorten aan de
achterzijde van de camera.
CCBC1327-MP:
Deze camera wordt rechtstreeks aangesloten op het lichtnet
en wordt geleverd met een los netsnoer. De netspanning
bedraagt 90 – 250 V AC.
Het voedingslampje aan de achterzijde brandt wanneer de
camera op een voedingseenheid is aangesloten.
OPMERKING
Standaard heeft een camera een energieverbruik van minder
dan 5 W.
Stap 2: Aansluiten op een
tv/videorecorder
1.
Sluit een videokabel voorzien van 75 Ohm BNC-
connector aan op de BNC-aansluiting met de aanduiding
VIDEO OUT.
2.
Sluit het andere uiteinde van de videokabel aan op de
VIDEO IN-aansluiting van uw videorecorder of tv.
Stap 3: Camera monteren
De camera kan aan de boven- of onderkant worden
gemonteerd op een beugel of driepootstatief. De
bevestigingspunten zijn geschikt voor
standaardbevestigingsbouten voor fotodoeleinden (1/4" BSW
of 20 UNC).
De montagebeugel moet zowel de camera als de lens
kunnen ondersteunen.
OPMERKING
Controleer of de beugelhouders en het bevestigingsoppervlak
het gewicht van de camera en de beugel kunnen dragen.
Lenzen installeren
Voordat u een lens installeert, moet u eerst de lenskap
van de camera verwijderen.
Als u een C-mount lens bevestigt, bevestigt u de
adapterring aan de camera.
Siemens Building Technologies
Fire Safety & Security Products
Back-focus instellen
Bij een aanpassing van de back-focus wordt de lensvatting
ten opzichte van de imager verplaatst. Dit wordt af fabriek
ingesteld.
Voor bepaalde zoomlenzen is mogelijk een verdere
aanpassing noodzakelijk. Stel de lens in op de langste
brandpuntsafstand en de maximale opening. Draai de
stelschroef om de CCD te verplaatsen voor een scherp beeld.
Een direct (DC) drive-lens installeren
Bevestig de lens op de camera en sluit deze aan op de
DC-lensaansluiting, zoals aangegeven door de
penspecificaties in de tabel hieronder.
Pen
DC-lens
DC LENS
1
Demping -
3
1
2
Demping +
4
2
3
Motor +
4
Motor -
Een video drive-lens installeren
Bevestig de lens op de camera en sluit deze aan op de
Video-lensaansluiting, waarbij u de juiste lenskabels voor
aarde (GND), spanning (+12 V) en video (VIDEO)
aansluit op de poort die is aangeduid met VIDEO LENS.
Bediening OSD-menu
1.
Open het paneel aan de zijkant van de camera voor
toegang tot de bedieningsknoppen van het OSD-menu.
2.
Houd de toets ENTER aan de zijkant van de camera
ingedrukt om het hoofdmenu te openen.
3.
Met de knoppen Omhoog ▲, Omlaag ▼, Links◄ en
Rechts ► kunt u de gewenste menuoptie selecteren.
4.
Druk op de knop ENTER om het submenu te openen of
de wijziging te voltooien.
5.
Gebruik de bedieningsknoppen om waarden te wijzigen.
6.
Vergeet niet om SAVE (Opslaan) te selecteren en op
ENTER te drukken voordat u het menu afsluit, zodat de
wijzigingen worden doorgevoerd wanneer de camera de
volgende keer wordt ingeschakeld.
Privacy zones instellen
Met deze functie kunt u gebieden op de monitor verbergen
om de privacy te beschermen. U kunt kiezen uit vier
afgeschermde gebieden
De positie en het gebied van de afscherming kunnen
individueel worden aangepast.
1.
Selecteer de gewenste zone en druk op ENTER om de
zone te openen.
2.
Een grijs masker wordt weergegeven.
3.
Gebruik de pijltoetsen om het masker op de gewenste
positie te zetten. Druk vervolgens op ENTER om het
masker op deze positie te vergrendelen.
4.
Gebruik de pijltoetsen om het formaat van het masker
aan te passen. Druk vervolgens op ENTER om de
instelling van het maskerformaat te voltooien.
(U kunt het masker wissen door het formaat te
minimaliseren en op ENTER te drukken).
5.
Herhaal de stappen 1 t/m 4 om elk afgeschermde gebied
in te stellen.
6.
Selecteer SAVE en druk op ENTER om de nieuwe
instelling op te slaan.
7.
U kunt alle maskers wissen door ALL CLEAR (Alles
wissen) te selecteren en vervolgens op ENTER te
drukken.
Algemene richtlijnen
Bediening en opslag
Richt de camera nooit langere tijd rechtstreeks op felle
lichtbronnen (zoals lampen).
Gebruik of bewaar de camera nooit onder de volgende
omstandigheden:
Plaatsen met extreem hoge of lage temperaturen.
Dicht bij sterke magnetische bronnen.
Dicht bij bronnen die sterke elektromagnetische
straling afgeven, b.v. zendapparatuur.
In vochtige of extreem stoffige ruimten.
Plaatsen waar sterke mechanische trillingen kunnen
optreden.
Dicht bij TL-verlichting of reflecterende oppervlakken.
Onder instabiele of flikkerende lichtbronnen.
Reiniging
Lichte vervuiling op de camerabehuizing kan met een zachte,
schone doek worden verwijderd. Treedt er zware vervuiling
op, dan moet de camera in een beschermende behuizing
worden gemonteerd.
LET OP
Gebruik nooit alcohol, benzeen, thinner of soortgelijke
vluchtige vloeistoffen. Die zouden namelijk het oppervlak
kunnen aantasten.
Vervoer
Gebruik alleen de originele verpakking of materiaal van
gelijke kwaliteit.
Eigenschappen van CCD
Bij het gebruik van een CCD-camera kunnen de volgende
verschijnselen optreden. Die duiden niet op een fout en zijn
inherent aan de werking van een dergelijke camera.
Verticale streeppatronen: Deze kunnen optreden bij het
filmen van een fel verlicht object.
Ruispatronen: over het hele monitorscherm kan een
stabiel ruispatroon verschijnen als de
omgevingstemperatuur erg hoog is.
Rafelig beeld: Bij strepen, rechte lijnen of soortgelijke
patronen kan het beeld soms rafelig lijken.
Specificaties
Beeldsensor
1/3" Interline CCD
Actieve pixels
752 (H) x 582 (V)
Scanfrequentie
2:1 interlace
15.625 Hz (hor.), 50 Hz (vert.)
Temperatuur
Bediening
-10 tot +50°C
Opslag
-20 tot +60°C
Uitgang
BNC 75 Ohm, niet-gebalanceerd
Voeding
Netvoeding
90 – 260 V wisselstroom
Laagspanning
12 V gelijkstroom/
24 V wisselstroom
Energieverbruik
Max. 4,5 W
Voedingsindicator
Groen lampje aan achterzijde
Afmetingen
70 x 58 x 117 mm
(B x H x D)
Synchronisatie
INT / Line Lock
Resolutie
540 TVL
Minimale belichting
0.6 lx (F1.2, 50 IRE)
Videosignaal
1,0 Vpp, 75 Ohm, BNC niet-
gebalanceerd
Signaal-
≤50 dB
ruisverhouding
Colour killer
Automatisch AAN/UIT
BLC
6 gebieden met instelbare niveaus
Automatische
2000 – 18000 K
witbalans
AGC
18 – 30 dB lineaire aanpassing
V-fase
1 – 600
Informatie
Dit product voldoet aan EMC-richtlijn 89/336 en
Laagspanningsrichtlijn LVD 73/23 EEC, volgens de vereisten
van emissienormen EN 55022, IEC801 deel 2, 3 en 4 voor
immuniteit, en EN 60065 voor veiligheid inzake elektrische
apparatuur.
Door het uitvoeren van aanpassingen of wijzigingen die niet
expliciet in deze handleiding zijn aangegeven kan het recht
op het gebruiken van deze apparatuur vervallen.
NL
3
10.2008

Advertisement

loading

This manual is also suitable for:

Ccbc1327-mp