Pioneer SE-MS9BN Operating Instructions Manual page 70

6. Gebruik van de ruisonderdrukkingsmodus en de
omgevingsbewuste modus
U kunt kiezen uit drie modi voor de geluidsweergave: de modus ruisonderdrukking,
omgevingsbewust en normaal.
Ruisonderdrukkingsmodus
Deze functie vermindert geruis uit de omgeving (bijvoorbeeld achtergrondgeluid in
voertuigen of van airconditioning in een ruimte) met behulp van geluid waarvan de
fase tegengesteld is aan de externe ruis.
Omgevingsbewuste modus
In deze modus kunt u omgevingsgeluid beter horen. Zo kunt u van muziek genieten
terwijl u zich bewust blijft van omgevingsgeluiden.
Overschakelen tussen modi
Zet vanuit uitgeschakelde stand de koptelefoon aan door de knop (
houden.
De ruisonderdrukkingsmodus wordt automatisch gestart.
Telkens als u op de knop ( ) drukt, wordt de modus als volgt gewijzigd.
Ruisonderdrukkingsmodus
Er klinkt 3 keer een pieptoon.
Omgevingsbewuste modus
Er klinkt 2 keer een pieptoon.
Normale modus
Er klinkt 1 keer een pieptoon.
Ruisonderdrukkingsmodus (Terug)
Opmerking
• Houd de knop (
) ingedrukt om het toestel uit te zetten.
• Het is niet mogelijk om tussen modi om te schakelen wanneer de koptelefoon
uitstaat of wanneer u de meegeleverde koptelefoonkabel gebruikt.
• U kunt ook tussen modi omschakelen met de Pioneer Headphone App.
• De laatst gebruikte modus wordt niet opgeslagen. Bij het aanzetten wordt
automatisch de ruisonderdrukkingsmodus geselecteerd.
<Opmerkingen over het gebruik van de ruisonderdrukkingsmodus>
• Mogelijk merkt u het effect van ruisonderdrukking niet of lijkt geruis sterker,
afhankelijk van het type geruis of wanneer u zich in een stille omgeving bevindt.
• Afhankelijk van hoe u de koptelefoon draagt, kan het effect van ruisonderdruk-
king afnemen of kan er een piepgeluid hoorbaar zijn (akoestische feedback).
Verander in dat geval de positie van de koptelefoon.
• Ruisonderdrukking is het effectiefst tegen laagfrequent geruis zoals het geluid
van een voertuig en een airconditioner. Niet alle geluiden worden geëlimineerd
in deze modus.
• Bij gebruik in een auto, bus of ander voertuig kan geruis ontstaan afhankelijk van
de weggesteldheid.
• Er kan ruis ontstaan door de invloed van een mobiele telefoon. Vergroot in dit
geval de afstand tussen de koptelefoon en de mobiele telefoon.
• Zorg dat de modusgevoelige microfoon van de koptelefoon niet door uw hand
of een voorwerp afgedekt wordt. Anders wordt mogelijk het effect van zowel de
) ingedrukt te
ruisonderdrukkingsmodus als de omgevingsbewuste modus verminderd. Ook
kan een piepgeluid (akoestische feedback) ontstaan. Verwijder in dat geval uw
hand of het voorwerp van de microfoon.
L
<Opmerkingen over het gebruik van de omgevingsbewuste modus>
• Ook als de omgevingsbewuste modus wordt gebruikt, kunnen omgevingsgelu-
iden mogelijk niet hoorbaar zijn afhankelijk van het type en volume van het
afgespeelde geluid. Gebruik de koptelefoon niet op gevaarlijke plaatsen waar u
omgevingsgeluiden moet kunnen horen (bijvoorbeeld op wegen, waar voertuigen
en fietsers passeren).
• De omgevingsbewuste modus werkt mogelijk niet juist als u de koptelefoon niet
juist draagt. Draag de koptelefoon op de juiste wijze.
6
Nl
Modusgevoelige microfoon
R