Power - DSC PowerSeries Neo Installation Instructions Manual

Programmalabels
Gebruik deze sectie om een​ b eschrijving (bijvoorbeeld, voordeur, hal, enz.) toe te wijzen aan elke zone.
1. Druk op [*][8][Mastercode].
2. Druk op [*] en gebruik de [<][>]-toetsen om naar zonelabels te scrollen en druk nogmaals op [*].
De eerste zone wordt weergegeven. U kunt ook [000] [001] invoeren.
3. Blader naar het zonelabel dat moet worden geprogrammeerd en druk op [*] of voer het zonenummer
(bijv. 001 voor zonelabel 1).
4. Blader naar de locatie van het gewenste teken met behulp van de [<][>]-toetsen.
5. Voer het nummer van de corresponderende tekengroep in totdat het gewenste teken wordt weer-
gegeven (zie onderstaande tabel) bijvoorbeeld: Druk 3 keer op de "2"-toets 3 om de letter "F" in te voe-
ren. Druk 4 keer op de "2"-toets om het cijfer "2" in te voeren.
[1] - A, B, C, 1 [4] - J, K, L, 4 [7] - S, T, U, 7 [0] - Spatie
[2] - D, E, F, 2 [5] - M, N, O, 5 [8] - V, W, X, 8 [*] - Selecteer
[3] - G, H, I, 3 [6] - P, Q, R, 6 [9] - Y, Z, 9,0
6. Om het label op te slaan, drukt u op [#]. HYet label wordt automatisch opgeslagen. Om een ​ ​ t eken
te verwijderen, gebruikt u de [<][>]-toetsen om de cursor onder het teken te zetten, en drukt u ver-
volgens op [0]. Als een andere toets dan [<] of [>] wordt ingedrukt vóór [0], springt de cursor een posi-
tie naar rechts en verwijdert het teken daar.
ASCII-tekens
Labelbibliotheek
De labelbibliotheek is een database met woorden die doorgaans wordt gebruikt bij het programmeren
van labels. Afzonderlijke woorden kunnen worden gecombineerd zoals. Voorkant + Deur. Elke regel
van het scherm ondersteunt maximaal 14 tekens. Als een woord niet op een lijn past, scrolt u naar
rechts tot de cursor verschijnt bij het eerste teken van de tweede lijn. Voeg vervolgens het woord toe.
Om een​ a angepast etiket met de labelbibliotheek te programmeren:
1. Druk op [*][8][installatiecode][000][001] (om het label voor zone 01 te programmeren).
2. Druk op [*] om het menu te openen.
3. Druk nogmaals op [*] om de optie "Woordinvoer" te selecteren.
4. Voer het 3-cijferige nummer in dat overeenkomt met een woord (zie woordenbibliotheek) of gebruik
de scrolltoetsen [<][>] om woorden te bekijken in de bibliotheek.
5. Druk op [*] om het woord te selecteren.
6. Als u nog een woord wilt toevoegen, herhaalt u de bovenstaande procedure vanaf stap 2.
7. Om een spatie toe te voegen, drukt u op de rechter navigatietoets [>].
8. Om tekens te wissen, selecteert u "Wissen tot einde" of "Display wissen" in het menu "Opties
selecteren".
9. Om het label op te slaan, drukt u op [#]. HYet label wordt automatisch opgeslagen.
Doorsturen van LCD-labels
Indien meer dan één LCD-keypad op het systeem aanwezig is, worden labels die geprogrammeerd zijn
op een keypad uitgezonden naar alle andere LCD-bedienpanelen direct na de wijziging wordt bevestigd.
Stemmelding/stem bel
Beheer stemmelding (alleen voor draadloze bedienpanelen)
Menu: [*][6][Toegangscodes] > Stemmelding
[#] - Escape
Deze functie wordt gebruikt om het volume van de gesproken aanwijzingen van het bedienpaneel te wij-
zigen, zoals bijvoorbeeld, 'Gebruikersinschakeling wordt uitgevoerd.' De gesproken aanwijzingen spre-
ken de zonelabels uit die zijn geprogrammeerd voor zone-openingen/-sluitingen. Gebruik de
bladertoetsen [<][>] om het volume te verhogen of te verlagen van 0-10. Wanneer u 00 selecteert wor-
den stemmeldingen uitgeschakeld.
Beheer stembel
Menu: [*][6][Toegangscodes] > Belbeheer
Deze functie wordt gebruikt voor het wijzigen van het volumeniveau van de stembel van de keypad.
Gebruik de bladertoetsen [<][>] om het volume te verhogen of te verlagen van 0-10. Wanneer u 00
selecteert wordt stembel uitgeschakeld.
Veranderen helderheid/contrast/buzzer
LCD-bedienpanelen
1. Druk op [*][6][Mastercode].
2. Gebruik de [<][>]-toetsen om naar helderheidsbeheer, contrastbeheer, of zoemerbeheer te scrollen.
3. Druk op [*] om de instelling die u wilt aanpassen te selecteren.
4. (a) Helderheid/LED-balkbeheer: Er zijn 15 achtergrondlichtniveaus. Gebruik de toetsen [<][>] om
naar het gewenste niveau te bladeren. Verandering van dit niveau past de LED-balk dien-
overeenkomstig aan.
b) Contrastbeheer: Er zijn 15 verschillende contrastniveaus. Gebruik de toetsen [<][>]om naar het
gewenste contrastniveau te bladeren.
c) Zoemerbeheer: Er zijn 15 verschillende zoemerbeheerniveaus. Gebruik de [<][>]-toetsen om naar het
gewenste zoemerniveau te scrollen.
Proximity-tags (alleen HS2LCDWFP, HS2LCDWFPV)
U kunt de proximity-tag gebruiken om toetsenbordfuncties te gebruiken waarvoor normaal gesproken
een gebruikerstoegangscode vereist is. De tag moet middenlinks aan de voorkant van het bedienpaneel
worden gepresenteerd. Wanneer het bedienpaneel wordt voorzien van AC-stroom, is de transceiver
altijd ingeschakeld zodat nabije prox-tags kunnen worden gedetecteerd. Wanneer het bedienpaneel van
stroom wordt voorzien door de batterij en de slaapstand actief is, kan de gebruiker op een willekeurige
toets drukken om de keypad uit de slaapstand te halen, en vervolgens de prox-tag laten detecteren.
Proximity-tags registreren
Wanneer een tag op een bedienpaneel wordt geregistreerd zal deze automatisch worden geregistreerd
op alle HS2LCDWFP- of HS2LCDWFPV-bedienpanelen die geregistreerd zijn op het systeem. Mas-
tercode (code 1) kan geen prox.tag hebben toegewezen.
1. Druk op [*][5][Mastercode].
2. Gebruik de [<][>]-toetsen om naar de juiste gebruiker te scrollen en druk op [*].
3. Gebruik de [<][>]-toetsen om naar de Prox-tag te scrollen en druk op [*]. Het scherm toont: 'Hui-
dige tag'.
4. Stuur de ingeschreven tag door naar de tag-lezer op het bedienpaneel. Een prox-tag kan slechts wor-
den toegewezen aan één gebruiker tegelijk.
5. Wanneer de registratie is gelukt, zullen er herkenningspieptonen klinken en wordt op de LCD van
het bedienpaneel "Tagregistratie voltooid" weergegeven. Indien de inschrijving is mislukt, zal een fout
toon klinken en zal het bedienpaneel "Ongeldige tag, niet geregistreerd" weergeven. Als de tag al eer-
der is geregistreerd, zal er een fouttoon klinken en zal het bedienpaneel 'Dubbele tag niet geregistreerd'
weergeven.
Proximity Tags verwijderen
Verwijder de prox-tags uit het systeem wanneer deze verloren zijn of niet langer meer nodig zijn.
1. Druk op [*][5][Mastercode].
2. De keypad zal het gebruikersnummer weergeven, samen met de letter 'T' als er een prox-tag is
geprogrammeerd.
3. Gebruik de [<][>]-toetsen om de gewenste gebruiker te vinden en druk op zoek [*]. Blader naar prox
tag en druk op [*].