Geluiddemper En Uitlaat; Hydraulische Slangen - Jacobsen AR-522 Parts & Maintenance Manual

Table of Contents

Advertisement

4.10 GELUIDDEMPER EN UITLAAT _______________________________________________

!
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, wat giftig is en bij
inademing dodelijk kan zijn.
Bedien NOOIT een motor zonder afdoende ventilatie.

4.11 HYDRAULISCHE SLANGEN _________________________________________________

!
WAARSCHUWING
Om ernstig lichamelijk letsel te voorkomen als gevolg van
hete hogedrukolie, mogen nooit de handen worden gebruikt
om te controleren of sprake is van olielekken. Papier of
karton is hiervoor het aangewezen middel.
Onder druk ontsnappende hydraulische vloeistof kan
voldoende krachtig zijn om de huid te penetreren. Waar dit
gebeurt moet de olie binnen enkele uren chirurgisch worden
verwijderd door een dokter die vertrouwd is met deze vorm
van verwonding, aangezien gangreen hier anders het
gevolg van kan zijn.
1.
Laat altijd de aanzetstukken op de grond neer, schakel alle
aandrijvingen uit, trek de parkeerrem aan, zet de motor stil
en verwijder de contactsleutel alvorens hydraulische
leidingen of slangen te inspecteren of los te koppelen.
2.
Controleer zichtbare slangen en leidingen dagelijks. Let
op
natte
slangen
beschadigde slangen en leidingen moeten worden
vervangen voordat de machine weer wordt bediend.
3.
De vervangende slangen of leidingen moeten dezelfde
route volgen als de oorspronkelijke, en klemmen, beugels
en banden mogen niet worden verzet.
4.12 HYDRAULIEKOLIE _________________________________________________________
Zie
sectie
6.2
for
onderhoudsbeurten.
Na het falen van een belangrijk onderdeel dient de
hydrauliekolie te worden afgetapt en ververst. Het laatste geldt
ook als u de aanwezigheid van water of schuim in de olie
waarneemt of een ranzige geur ruikt (wat op overmatige warmte
wijst).
Tijdens olieverversing dient altijd het hydraulisch filter te worden
vervangen.
Verversing van hydrauliekolie:
1.
Reinig het gedeelte rond de oliedop om te voorkomen dat
vreemde
stoffen
het
verontreinigen.
en
olieplekken.
Versleten
specifieke
perioden
systeem
binnendringen
Ter beveiliging tegen koolmonoxidevergiftiging moet het
volledige uitlaatsysteem regelmatig worden geïnspecteerd. Een
defecte uitlaat moet altijd worden vervangen.
Als u een verandering waarneemt in de kleur of het geluid van
resp. uitlaatgassen of uitlaat, zet de motor dan onmiddellijk stil.
Identificeer het probleem en laat het systeem repareren.
Geef alle bevestigingen van het uitlaatspruitstuk hetzelfde
draaikoppel. Uitlaatklemmen moeten worden vastgezet en
zonodig vervangen.
4.
Na iedere 250 bedrijfsuren moeten alle leidingen, slangen
en verbindingen grondig worden geïnspecteerd.
BELANGRIJK:
permanent worden beschadigd als de olie wordt
verontreinigd. Alvorens een hydraulisch onderdeel los te
koppelen, dient het gedeelte rond de bevestigingen en de
slangeinden te worden gereinigd om vreemde stoffen uit
het systeem te houden.
a.
Alvorens een hydraulisch onderdeel los te koppelen,
dient de locatie van iedere slang te worden gemerkt
waarna het gedeelte rond de bevestigingen moet
worden schoongemaakt.
b.
Als u een onderdeel loskoppelt, zorg dan dat u stop-
pen of doppen gereed heeft om de slangeinden en uit-
laatopeningen
verontreinigingen uit het systeem en voorkomt u mors-
ing van olie.
c.
Zorg ervoor dat de "O" ringen schoon zijn en de slang-
bevestigingen op de juiste wijze zijn aangebracht alvo-
rens ze vast te zetten.
of
d.
Voorkom dat slangen knikken vertonen, aangezien ze
anders gaan spannen tijdens werking, met als gevolg
losraking van de koppelstukken en olielekken.
e.
Geknikte of gedraaide slangen kunnen de oliestroom
beperken waardoor het systeem storing gaat vertonen
met als resultaat oververhitting van de olie, terwijl de
slang het kan begeven.
tussen
2.
Haal de aftapplug uit de bodem van de hoofdtank.
3.
Na het aftappen van de olie moet de aftapplug worden
teruggeplaatst en de tank worden gevuld met Jacobsen
hydrauliekolie.
4.
Ontlucht het systeem.
a.
Om oververhitting van de kooien te vookomen, dienen
de motors van de kooien te worden ontkoppeld.
b.
Bedien alle maaierfuncties gedurende ongeveer vijf
minuten om de lucht uit het systeem te drijven en het
oliepeil te stabiliseren. Het is mogelijk dat het oliepei-
lalarm hierbij in werking treedt.
c.
Zodra het peil is gestabiliseerd en de lucht is uitge-
dreven, dient de tank te worden gevuld tot het vol-
en
streepje op de peilstok. Start de motor en controleer of
het oliepeilalarm buiten werking is en blijft.
ONDERHOUD
Het
hydraulisch
systeem
te
sluiten.
Hiermee
4
kan
houdt
u
17

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

68082

Table of Contents