RML9330 – RML9435
Indien de minimumafstand tussen beluchtingsopening en ontluch-
tingsopening niet kan worden aangehouden, moet in plaats van de
ontluchtingsopening een dakontluchting worden ingebouwd.
– De dakontluchting moet indien mogelijk direct boven de achterzijde
van de koelkast worden aangebracht. Gebruik een luchtkanaal
(afb. 6 1, pagina 4) indien u de dakontluchting verschoven moet
aanbrengen, omdat anders warmteophoping ontstaat.
– De afstand tussen de beluchtingsopening en dakontluchting moet
minstens 1350 mm bedragen (afb. 6, pagina 4).
– Indien een dakairco voorhanden is, moet de afstand tussen dakairco
(afb. 7 1, pagina 5) en luchtuitlaat van de dakairco (afb. 7 2,
pagina 5) minstens 300 mm bedragen.
De koelkast mag niet zijdelings ten opzichte van de be- en ontluch-
tingsopeningen worden ingebouwd, omdat dit leidt tot vermogensverlies
en een verhoogd energieverbruik van de koelkast.
De be- en ontluchtingsopeningen mogen tijdens gebruikt niet door
voertuigdelen worden afgedekt (bijvoorbeeld geopende deur of door
de aanbouw van toebehoren zoals fietsdrager).
Bouw bij afstanden van 25 mm – 45 mm tussen de achterwand van de
koelkast en de ontluchtingsopening een ventilatieset in (zie hoofdstuk
„Toebehoren" op pagina 99).
Installeer de koelkast beschermd tegen overmatige warmte-instraling,
omdat dit leidt tot vermogensverlies en verhoogd energieverbruik van de
koelkast.
De elektrische installatie moet volgens de nationale en regionale
voorschriften worden uitgevoerd.
Europese normen: EN 60335-1, EN 60335-2-24, EN 1648-1 en
EN 1648-2.
De gasinstallatie moet volgens de nationale en regionale voorschriften
worden uitgevoerd.
Europese norm: EN 1949.
De koelkast moet conform EN 1949 tochtvrij worden ingebouwd, zie
hoofdstuk „Koelkast met onafhankelijke beluchting inbouwen" op
pagina 102.
NL
Koelkast monteren
101