MOLINO GLA-1001 Manual page 18

Hide thumbs Also See for GLA-1001:
Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

3 4 |
G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G
NL
Probleem
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is vervuild.
Het apparaat wordt voor de
Tijdens het gebruik
eerste keer gebruikt.
valt er een onaange-
name geur of rook
waar te nemen.
Te veel olie of vet.
Foutmeldingen E1
De sensor is defect.
of E2
Afvoeren
Verwerk het verpakkingsmateriaal milieuvriendelijk en breng dit naar een recy-
clepunt.
Het apparaat valt onder de Europese richtlijn 2012/19/EU voor afgedankte elek-
trische en elektronische apparatuur (Waste Electrical and Electronical Equipment
- WEEE). Het apparaat mag niet bij het normale huisafval worden gedaan, maar
dient milieuvriendelijk verwerkt te worden door een erkend afvalverwerkingsbedrijf.
Receptvoorstellen
LET OP!
Voordat u met de bereiding van etenswaren begint, beslist de hoofdstukken 'Toebe-
horen' en 'Basisgebruik van het apparaat' lezen om uzelf vertrouwd te maken met de
werking van het apparaat. Met deze kennis kunnen vervolgens vele etenswaren op
basis van willekeurige recepten worden bereid.
De temperatuur- en gaartijdaanduidingen in de onderstaande receptvoorstellen zijn
slechts richtwaarden. Aangezien er verschillen zijn in ingrediënten op grond van hun
herkomst, grootte, vorm, en kwaliteit, kunnen de daadwerkelijk noodzakelijke instellin-
gen afwijken. Het is belangrijk om de gaartoestand van de etenswaren tussendoor te
controleren en de temperatuur resp. gaartijd te corrigeren. Zorg ervoor dat vlees en
gevogelte goed worden gekookt voordat ze worden geserveerd.
Tips
Het voedsel halverwege de kooktijd doormengen om ervoor te zorgen dat het gelijk-
matig gegaard of knapperig is.
Over het algemeen is het niet nodig om het apparaat voor te verwarmen. Bij de
bereiding van etenswaren met een zeer nauwkeurige gaartijd wordt aanbevolen, de
gaartijd met 3 minuten te verlengen.
Gaartijden zijn afhankelijk van de grootte en de hoeveelheid van de levensmiddelen
en van de gaartemperatuur. Over het algemeen zijn de gaartijden echter korter dan
70
Oplossing
Volg de aanwijzingen op in het
hoofdstuk 'Reinigen'.
Een geurontwikkeling treedt
vaak op bij het eerste gebruik
van nieuwe apparaten. De geur
moet verdwijnen, nadat het
apparaat meerdere keren werd
gebruikt.
Verwijder overtollige olie of vet.
Neem contact op met de klan-
tenservice.
in een gewone oven. Met kortere gaartijden beginnen en de gaartijden achteraf aan-
passen aan uw persoonlijke smaak.
Voor de bereiding van etenswaren is meestal geen olie nodig. Olie kan als smaakma-
ker aan etenswaren worden toegevoegd, door de levensmiddelen met een beetje olie
uit de olieverstuiver te besproeien.
Bij de bereiding van industrieel geproduceerde diepvriesproducten moet u zich rich-
ten naar de tijds- en temperatuuraanduidingen van de fabrikant. Vóór het aflopen
van de aangegeven gaartijd controleren of de etenswaren reeds zijn doorgegaard,
aangezien de gaartijd iets korter kan zijn dan in een reguliere bakoven.
Zelfgemaakte friet
Ingrediënten:
4 grote
aardappelen (vastkokend)
1 – 2 el
spijsolie
naar wens
zout
Bereiding:
1. Aardappelen schillen en in reepjes van gelijke grootte snijden.
2. Aardappelen grondig wassen en afdrogen.
3. 1 – 2 el olie bij de aardappelen doen en doormengen. Het toevoegen van olie is niet
per se noodzakelijk. Door het toevoegen van olie wordt de friet echter knapperiger en
krijgt deze meer smaak.
4. De aardappelreepjes in de draaimand doen.
5. De draaimand in de gaarruimte plaatsen.
6. Het programma
'Friet' starten.
7. Met de
knop de draaifunctie activeren.
8. Uw friet is gaar, wanneer hij goudbruin is. De temperatuur eventueel verminderen,
wanneer de friet te donker wordt. Mocht de friet na afloop van het programma niet
gaar zijn, de gaartijd verlengen en eventueel de temperatuur aanpassen.
• De olie vóór toevoeging met uw favoriete kruiden en specerijen vermengen.
Op die manier is ook bijv. heerlijke curry- of paprika-friet eenvoudig te maken.
Laat uw vrije fantasie de vrije loop.
• Afhankelijk van hoe dik u uw aardappels snijdt, kunt u variëren tussen aardap-
pelpartjes en dikke of dunne friet. Hoe dikker de aardappelen zijn gesneden,
hoe langer de gaartijd is.
• Vastkokende aardappelen gebruiken. Jonge aardappelen bevatten meer wa-
ter en hebben daardoor een langere gaartijd en worden eventueel niet zo heel
knapperig.
• Was de gesneden aardappelen met koud, schoon water om overtollig zet-
meel in de aardappelen te verwijderen. BELANGRIJK: droog de aardappelen
vervolgens goed af. Hoe minder vocht aanwezig is, hoe knapperiger de friet
wordt.
• Voorgekookte aardappelen garen gelijkmatiger! De aardappelen in reepjes
snijden en gedurende ca. vijf minuten voorkoken. Zo voorkomt u dat uw friet
van buiten weliswaar knapperig is maar van binnen nog niet compleet is door-
gegaard.
3 5 |
71
N L
NL

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

04782V06716

Table of Contents