Werken Met De Kettingzaag - Makita UC3020A Instruction Manual

Hide thumbs Also See for UC3020A:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
De kettingsmeerinrichting controleren (zie afb. 22)
Alvorens met het werk te beginnen, controleert u het
oliepeil in de olietank en de olietoevoer.
Het oliepeil kan worden gecontroleerd door het peilglas
aangegeven inde afbeelding.
Controleer de olietoevoer op de volgende manier:
Start de kettingzaag.
Terwijl de ketting draait, houdt u de zaagketting ongeveer
15 cm boven een boomstam of de grond. Als de smering
voldoende is, zullen de oliespetters een dunne oliestreep
vormen. Let op de windrichting en stel uzelf niet onnodig
bloot aan de oliespetters.
LET OP:
• Als geen oliestreep wordt gevormd, mag u de
kettingzaag niet gebruiken. De levensduur van de
zaagketting zal dan worden verkort. Controleer het
oliepeil. Maak de olietoevoergroef en het
olietoevoergat in het zaagblad schoon (raadpleeg
"ONDERHOUD").

WERKEN MET DE KETTINGZAAG

Afzagen
Plaats bij het afzagen de getande kam op het hout waarin
u wilt zagen, zoals aangegeven in de afbeelding
(zie afb. 23).
Zaag met draaiende zaagketting in het hout en til de
achterhandgreep op terwijl u met de voorhandgreep het
zagen geleidt. Gebruik op deze manier de getande kam
als scharnierpunt.
Vervolg de zaagsnede door licht op de voorhandgreep te
drukken en de kettingzaag iets terug te trekken. Plaats de
getande kam lager tegen het hout en til de voorhandgreep
weer op.
Als u meerdere zaagsneden maakt, schakelt u de
kettingzaag uit tussen de zaagsneden.
LET OP:
• Als de zaagketting langs de bovenrand van het
zaagblad wordt gebruikt om te zagen, kan de
kettingzaag in uw richting worden bewogen als de
ketting klem komt te zitten. Om deze reden moet u met
de onderrand van het zaagblad zagen zodat de
kettingzaag van uw lichaam af wordt bewogen
(zie afb. 24).
Als hout onder spanning staat, zaagt u eerst de kant met
de trekkracht (A). Maak de eindsnede aan de kant met de
duwkracht (B). Hiermee voorkomt u dat het zaagblad
bekneld raakt (zie afb. 25).
Takken afzagen
LET OP:
• Takken afzagen mag uitsluitend worden uitgevoerd
door ervaren personen. Door het risico van terugslag
kan een gevaarlijke situatie ontstaan.
Ondersteun bij het afzagen van takken zo mogelijk de
kettingzaag op de boomstam. Zaag niet met de punt van
het zaagblad omdat hierdoor de kans op terugslag
ontstaat.
54
Let met name goed op bij takken die onder spanning
staan. Zaag geen takken vanaf de onderkant als deze niet
worden ondersteund.
Ga bij het afzagen van takken niet bovenop de
omgezaagde boomstam staan.
Inzagen en in de richting van de houtnerf zagen
LET OP:
• Inzagen en in de richting van de houtnerf zagen mag
uitsluitend worden uitgevoerd door personen met
speciale training. Het risico van terugslag vormt een
kans op letsel.
Als u in de richting van de houtnerf zaagt, moet de hoek
zo klein mogelijk zijn. Voer het zagen zo voorzichtig
mogelijk uit, want de getande kam kanniet worden
gebruikt (zie afb. 26).
Omzagen
LET OP:
• Omzagen mag uitsluitend worden uitgevoerd door
getrainde personen. Het werk is gevaarlijk.
Houd u aan de plaatselijke regelgeving als u een boom
wilt omzagen (zie afb. 27).
- Voordat u met het omzagen begint, controleert u de
volgende punten:
(1) Uitsluitend de personen die betrokken zijn bij het
omzagen mogen zich in de buurt bevinden;
(2) Iedere betrokken persoon moet een ongehinderde
vluchtroute hebben door een gebied van ongeveer
45° aan weerskanten van de vallijn. Let op het
risico van struikelen over elektrische snoeren;
(3) De voet van de stam met vrij zijn van vreemde
voorwerpen, wortels en takken;
(4) Binnen een afstand van 2 1/2 keer de lengte van
de boom mogen zich geen personen of
voorwerpen bevinden in de richting waarin de
boom zal vallen.
- Let met betrekking tot ieder boom op de volgende
punten:
• De richting waarin de boom overhelt;
• Losse of droge takken;
• Hoogte van de boom;
• Natuurlijke overhang;
• Of de boom verrot is of niet.
- Let op de windsnelheid en -richting. Zaag geen bomen
om als er sterke rukwinden zijn.
- Afkorten van worteluitwassen: Begin met de grootste
uitwassen. Maak eerst de verticale zaagsnede.
(Zie afb. 28)
- Zaag een inkeping: De inkeping bepaalt de richting
waarin de boom valt en geleidt de val. De inkeping
wordt gemaakt aan de kant waarheen de boom moet
vallen. Maak de inkeping zo dicht mogelijk bij de grond.
Maak eerst de horizontale zaagsnede tot een diepte
van 1/5 tot 1/3 van de stamdiameter. Maak de inkeping
niet te groot. Maak vervolgens de diagonale
zaagsnede.
- Maak eventuele correcties aan de inkeping over de
gehele breedte ervan (zie afb. 29).

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Uc3520aUc4020a

Table of Contents