Table of Contents
Advertisement
4
6
3
Rguur 10
(_
Achteruit
dJden
a.
Laat de stuurhendel l os (fig.10).
b. Zet de gashondel(fig.10) op "SLOW"(langzaam).
c. Zet de schakolhandelindicator (fig.11 - inzotA) in de "R"
positie (reverse).
d. Sta nooit directachterde cultivator.
e. Hou de stuurhendel tegende handel(fig.10) om decuF
tivatorin beweging te zetten. De tandonrotorennieL
,_
W,_RSCHUWING!
Rij niet achtorult tegen een boom, hek enz...
Inzet A
Inzet B
10--.-
11_
12-===:::
13 _
14"""
16
Figuur 11
Inzet C
De motor
en de tanden
uitschakelen
a.
De cultivator en de tanden stoppen wannneer u de stu-
urhendel (fig. 10) Ioslaat.
b.
Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 - inzet A) in de "N"
posltie (neutraal).
c.
Zet de gashondel (fig. 10) in de "STOP"
positie (stop)
om de motor uit te schakelen.
Bochten
nemen
a.
Laat de stuurhendel (fig. 10) los.
b.
Zet de gasheendol (fig. 10) in de "SLOW" positie (lang-
zaam).
c.
Zet de schakelhondelindicator (fig. 11 - inzet A) in de "F"
posltie (voonvaarts). De tanden roteren niet.
d.
Breng de hendel omhoog om de tanden ult de grond te
halen (fig. 10).
e.
Dmai de hendel in de tegenovargestolde richtingdan die
waarin u wilt draaien, en zorg ervoor dat u handen en
voeten uit de buurt van de tanden houdt.
Laat de hendel weerdalen wanneer u de bocht hebt genoman.
Zet de schakelhendelindicator in de "T"positie (bewerken) en
zet de gash endet opde gewenste snelhoid Hou de stuurhendol
tegen de hendel om het bewerken te starten.
BuJtenste
schermen
De buitenste schermen (fig. 10) hebban voorann een sleuf
zodat ze omhoog en omlaag kunnen voor mspectievelijk diep
en ondiep bewerken, ditomte voorkoman dot de Ideine pla_
bedolven worden onder aarde. Schroef moer'A" en mosr B
in de sleuf los. Zet her scherm in de gewenste posltie (beide
zijden). Schroef de moeren weer vast.
1. Auf_em Seitenabdeck-
ung
2.
Mutter"A"
3.
Mutter"B"
4. Antriebshebel
5. Handgriff
6. Gashebel
7.
Schalthebelanzeiger
10. Transportstellung
11. Flaches Oberfl_chen-
fr_sen
12. Oberfl_chenfr_sen
13. Tieffr_sen
14. Tiefes Tieffr_sen
15. H(3henvemtellstange
16. Entriegelung
17. Verriegelung
Transport
a.
Zet de dieptestaak in de laagste positie en zet de diept-
estaakpen in hot hoogste gat.
b. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 inzet A) in do 'F'
positie (voonNaarts). Voor transport.
c.
Hou de stuurhendel tegen de hendel (fig. 10) um de cul-
tivator in beweging te brengen. De tanden roteren niet.
d.
Zet de gashendel (fig. !0) in de gewenste snelheid.
8. H6henverstellstange
9. H6henvemtollstangen-
stift
29
Advertisement
Table of Contents
