Microlife BPB6 Connect Manual page 88

Bluetooth blood pressure monitor
Hide thumbs Also See for BPB6 Connect:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 3
2. Eerste gebruik van het apparaat
Plaatsen van de batterijen
Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, plaatst u eerst de batterijen.
Het batterijcompartiment AK bevindt zich aan de onderzijde van
het apparaat. Plaats de batterijen (4 x 1.5 V, grootte AA), let hierbij
op de aangegeven polariteit.
Instellen van datum en tijd
1. Nadat de batterijen zijn geplaatst knippert het jaartal in het
scherm. U kunt het jaar instellen door op de M-knop 3 te
drukken. Om te bevestigen en vervolgens de maand in te
stellen, drukt u op de tijdknop 4.
2. Nu kunt u de maand instellen met de M-knop. Druk op de Blue-
tooth/Time knop om te bevestigen en stel dan de dag in.
3. Volg de bovenstaande instructies om dag, uur en minuten in te
stellen.
4. Zodra u de minuten heeft ingesteld en de tijdknop indrukt, zijn
de datum en tijd ingesteld en wordt de tijd weergegeven.
5. Als u de datum en de tijd wilt veranderen, houdt u de tijdknop
ingedrukt gedurende ca. 7-8 seconden totdat het jaartal begint
te knipperen. Nu kunt u nieuwe waarden invoeren zoals hier-
boven beschreven.
Selecteer de juiste manchet
Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de
manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm
(de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm).
Manchetgrootte
voor omtrek van de bovenarm
S
17 - 22 cm
M
22 - 32 cm
M - L
22 - 42 cm
L
32 - 42 cm
L - XL
32 - 52 cm
Gebruik alleen Microlife manchetten!
Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten
manchet AL niet past.
Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchet-
connector AN duw de connector 6 zo ver als mogelijk in het
apparaat.
Indien u een extra microlife manchet koopt, verwijder dan
de connector AN van de manchetslang AM en plaats de orig-
86
inele connector op de manchetslang van uw nieuwe
manchet (geschikt voor alle manchetmaten).
Selecteren van de gebruiker
Met dit apparaat kunt u de resultaten van 2 gebruikers opslaan.
Selecteer de gebruiker (gebruiker 1 of gebruiker 2 BN) door op
de gebruikersknop te drukken 5.
Controleer voor elke meting of de juiste gebruiker isgese-
lecteerd.
Selecteren van de standaardmodus of MAM modus
Voor elke meting kunt u kiezen tussen of een standaard (enkel-
voudige) meting of een MAM (automatische drievoudige) meting.
In de MAM modus worden automatisch 3 metingen gestart en het
resultaat wordt automatisch geanalyseerd en weergegeven.
Aangezien de bloeddruk variabel is, is een drievoudige meting
betrouwbaarder dan een enkele meting.
 Om de MAM modus te selecteren, schuif de schakelaar 7 naar
stand »3« tot het MAM-symbool BO in het display verschijnt.
Om de standaard modus (enkele meting) te selecteren, schuif
de MAM schakelaar naar stand »1«.
 Het gedeelte rechtsonder in het display toont een 1, 2 of 3 om
aan te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen
wordt.
 Tussen de metingen wordt een rusttijd van 15 seconden aange-
houden. Het aftellen wordt weergegeven in het scherm.
 De individuele resultaten worden niet weergegeven. Uw bloed-
druk zal alleen worden getoond nadat alle 3 de metingen zijn
verricht.
 Verwijder de manchet niet tussen de metingen.
 Als een van de afzonderlijke metingen twijfelachtig was, dan
wordt een vierde automatisch genomen.
AFIB detectie wordt alleen in de MAM modus geactiveerd.
3. Stappenplan voor een betrouwbare bloeddruk-
meting
Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
Ga zitten op een stoel met rugsteun en ontspan voor 5 minuten.
Houd uw voeten naast elkaar op de grond en zit niet met de
benen over elkaar.
Meet altijd aan dezelfde arm (normaal links). Het wordt
aanbevolen dat artsen bij een eerste bezoek van een patiënt
beide armen meet om de te meten arm te bepalen. Aan de arm
met de hogere bloeddruk moet worden gemeten.

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents