Pioneer SVM-1000 Operating Instructions Manual page 64

Sound & vision mixer
Hide thumbs Also See for SVM-1000:
Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

GEBRUIK VAN DE EFFECTFUNCTIE
1
Raak de [BPM AUTO/TAP] toets aan om de BPM (beats per
minuut) meetmethode te kiezen.
AUTO: De BPM van het binnenkomende muzieksignaal wordt
automatisch gemeten.
TAP: Tik met uw vinger op de TAP toets om de BPM handmatig
in te voeren.
• Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, wordt als
standaard [AUTO] ingesteld.
• De ingestelde methode ([AUTO]/[TAP]) verschijnt op het
display.
• Wanneer een BPM niet automatisch kan worden gemeten,
zal de BPM-aanduiding op het display knipperen.
• Het meetbereik van de AUTO methode is BPM=70 tot 180.
Afhankelijk van de track is het mogelijk dat de BPM niet
nauwkeurig kan worden gemeten. In die gevallen
gebruikt u de TAP methode om de BPM handmatig in te
voeren.
[Handmatig invoeren van de BPM met de TAP toets]
Wanneer meer dan tweemaal op de maat van de muziek (een
kwartnoot) op de TAP toets wordt getikt, zal de gemiddelde lengte
als de BPM worden ingesteld.
• Wanneer de TAP toets tijdens de [AUTO] functie wordt
ingedrukt, schakelt de BPM meetmethode over naar [TAP] en
wordt de lengte tussen de tikken gemeten.
• Wanneer een BPM is ingesteld met de TAP toets, wordt de
vermenigvuldigingsfactor [1/1] of [4/1] (afhankelijk van het
effect) en wordt de effecttijd ingesteld op de lengte van 1 beat
(een kwartnoot) of 4 beats.
• Draai aan de TIME/PARAMETER knop terwijl u de TAP toets
ingedrukt houdt om de BPM rechtstreeks in te stellen.
2
Raak de effectcategorie-toets [BEAT] aan.
• De [BEAT] toets licht op en er verschijnt een animatie.
• Het BEAT effectscherm wordt weergegeven.
• Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, wordt als
standaard het [BEAT] effect ingesteld.
3
Gebruik de effectkeuzetoetsen om een effecttype te kiezen.
• De gekozen toets licht op en er verschijnt een animatie.
• Zie blz. 23 voor een beschrijving van de effecten.
4
Gebruik de CH SELECT knop om het kanaal te kiezen waarop
u het effect wilt toepassen.
• Het gekozen effectkanaaldisplay licht op.
• Als [MIC] wordt gekozen, wordt het audio-effect op zowel
MIC 1 als MIC 2 toegepast. Er wordt geen effect op de video
toegepast.
• Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, wordt
[MASTER] gekozen.
5
Raak de effectfunctie-keuzetoets aan om de effectfunctie te
kiezen.
• De gekozen toets licht op en er verschijnt een animatie.
A: Het effect wordt alleen op de audio toegepast.
AV: Het effect wordt op de audio en de video toegepast.
V: Het effect wordt alleen op de video toegepast.
• Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, wordt [AV]
gekozen.
6
Raak de beat-toets aan om de vermenigvuldigingsfacotor
van de beat te kiezen voor synchronisatie van het effect.
• Kies het beat-nummer dat berekend is op basis van de BPM.
• De gekozen beat-toets licht op.
• Er wordt automatisch een effecttijd ingesteld die
overeenkomt met de vermenigvuldigingsfactor van de beat.
[Voorbeeld] Bij BPM=120
1/1 = 500 ms
1/2 = 250 ms
2/1 = 1000 ms
18
Du
7
Zet de EFFECT ON/OFF toets op ON om het effect toe te
passen.
• Telkens wanneer op de toets wordt gedrukt, zal het effect
omschakelen tussen ON en OFF (bij het inschakelen van het
apparaat komt de functie op OFF te staan).
• Wanneer de effectfunctie op ON staat, knippert de toets.
Karakter
Draai aan de VIDEO FX PATTERN/TEXT BANK knop om een
videokarakter voor het gekozen video-effect te kiezen.
Voor een beschrijving van de wijziging van het videokarakter bij het
ronddraaien van de VIDEO FX PATTERN/TEXT BANK knop, wordt
u verwezen naar blz. 24.
Parameter 1
Draai aan de TIME/PARAMETER knop om de tijdelijke parameters
van het gekozen effect in te stellen.
Voor een beschrijving van de wijziging van parameter 1 bij het
ronddraaien van de TIME/PARAMETER knop, wordt u verwezen
naar blz. 23.
Parameter 2
Draai aan de LEVEL/DEPTH knop om de kwantitatieve parameters
van het gekozen effect in te stellen.
Voor een beschrijving van de wijziging van parameter 2 bij het
ronddraaien van de LEVEL/DEPTH knop, wordt u verwezen naar
blz. 23.
VISUALISATIEMODUS
Er wordt intern een video gecreëerd waarop de effecten kunnen
worden toegepast.
Dit is handig wanneer er geen ingangsvideo is.

Advertisement

Chapters

Table of Contents
loading

Table of Contents