Black & Decker GK1730 Manual page 41

Hide thumbs Also See for GK1730:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Kettingspanning controleren en afstellen (fig. E & G)
Voor gebruik, en na iedere 10 minuten gebruik, dient u de
kettingspanning te controleren.
Trek licht aan de ketting (6) (zie de inzet van fig. G). De
spanning is juist als de ketting (6) terugspringt nadat u deze
3 mm van het zwaard (7) af hebt getrokken. De ketting (6)
mag niet "doorzakken" aan de onderzijde van het
zwaard (7).
Opmerking: Stel de ketting (6) niet te strak af. Dit leidt tot
overmatige slijtage en beperkt de levensduur van het zwaard
(7) en de ketting (6).
Opmerking: Wanneer de ketting (6) nieuw is, moet u de
spanning tijdens de eerste 2 gebruiksuren regelmatig (na
ontkoppeling van de netspanning) controleren, aangezien
een nieuwe ketting (6) enigszins uitzet.
Verhoog de spanning als volgt:
Draai de stelschroef voor de kettingspanning (5a)
rechtsom.
Oliereservoir vullen (fig. F)
Verwijder de oliedop (3) en vul het reservoir met de
aanbevolen kettingolie. U kunt het oliepeil controleren met
de oliepeilindicator (11). Plaats de oliedop (3) terug.
Schakel de zaag regelmatig uit en controleer vervolgens de
oliepeilindicator (11). Neem de stekker van de kettingzaag
uit het stopcontact en vul het reservoir met de juiste olie bij
zodra de indicator op minder dan een kwart staat.
Automatische kettingrem (fig. C)
Dit gereedschap is uitgerust met een automatische
kettingrem (4), die de ketting (6) binnen 150 ms stopt
wanneer u de achterste trekker loslaat of wanneer er een
terugslag optreedt. Test de kettingrem (4) voor elk gebruik.
Kettingrem afstellen (fig. C)
Zorg dat het gereedschap niet op de netspanning is
aangesloten.
Trek de beschermkap/kettingrem (4) naar achter in de
instelstand
(fig. C).
Het gereedschap is nu klaar voor gebruik.
Werking van de kettingrem tegen terugslag
Bij een terugslag komt uw linkerhand in aanraking met de
beschermkap en drukt deze naar voren in de richting van het
werkstuk. Het gereedschap stopt binnen 150 ms.
Werking van de vertragingskettingrem
De beschermkap/kettingrem (4) wordt geactiveerd wanneer
de beschermkap naar voren wordt gedrukt. Dit kan
handmatig met de achterkant van uw hand of door het eigen
gewicht gebeuren. De vertragingskettingrem wordt
geactiveerd bij een sterke terugslag, bijvoorbeeld wanneer
de ketting (6) op metaal stoot. Het voordeel hierbij is dat dit
zelfs gebeurt wanneer de hand van de gebruiker niet met de
beschermkap in aanraking komt, d.w.z. wanneer de
kettingzaag zich in de velstand bevindt.
Vertragingskettingrem testen (fig. C)
Pak het gereedschap met beide handen stevig vast terwijl
u op een stabiele ondergrond staat. Zorg dat de zaagketting
(6) vrij van de grond is en schakel de zaag in (zie:
"Kettingzaag inschakelen").
Draai uw linkerhand naar voren rond de voorste handgreep,
zodat de achterzijde van uw hand met de beschermkap/
kettingrem (4) in aanraking komt en deze naar voren, in de
richting van het werkstuk duwt (fig. C). De zaagketting (6)
moet binnen enkele fracties van een seconde stoppen.
Deactiveer de beschermkap/kettingrem (4) na activering als
volgt:
Volg de instructies in het gedeelte "Kettingrem afstellen".
Opmerking: U kunt de zaag pas inschakelen als de
beschermkap/kettingrem (4) weer in de instelpositie
staat.
Opmerking: Start de zaag pas opnieuw als de motor volledig
tot rust is gekomen.
Opmerking: Als de zaagketting (6) niet direct tot stilstand
komt, geeft dit aan dat de ketting moet worden gespannen
(zie: "Zwaard en ketting bevestigen").
Kettingzaag inschakelen (fig. F)
Grijp uw kettingzaag met beide handen stevig vast. Druk de
ontgrendelingsknop (2) naar voren en druk vervolgens op de
aan/uit-schakelaar (1) om te starten.
Neem uw duim van de vergrendelingsknop (2) en grijp de
handgreep stevig vast zodra de motor is gestart.
Oefen geen druk uit op het gereedschap, maar laat de
zaagketting zijn werk doen.
De zaag werkt beter en veiliger op de snelheid waarvoor
deze is ontworpen. Bij te veel kracht kan de zaagketting (6)
uitrekken.
Als de zaagketting (6) of het zwaard (7) vast komt te zitten:
Schakel het gereedschap uit.
Koppel het gereedschap los van de netspanning.
Open de snede met wiggen om de spanning van het zwaard
(7) weg te nemen. Probeer de kettingzaag niet los te
wrikken. Begin met een nieuwe zaagsnede.
Vellen (fig. H - J)
Onervaren gebruikers kunnen beter niet proberen om bomen
te vellen. Er kan letsel of materiële schade optreden als de
boom in de verkeerde richting valt of versplintert, of als er
beschadigde/dode takken tijdens het zagen omlaag vallen.
NEDERLANDS
41

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Gk1735Gk1930Gk1740Gk1935Gk1940

Table of Contents