Specificaties Voor Koelleidingen En Afvoerleidingen; Koelleiding, Afvoerleiding En Vulopening; De Koel- En Afvoerleidingen Aansluiten; Koelleidingwerk - Mitsubishi Electric PEA-RP200 Installation Manual

Mr. slim series air conditioners indoor unit
Hide thumbs Also See for PEA-RP200:
Table of Contents

Advertisement

6. Specificaties voor koelleidingen en afvoerleidingen

Om dauwdruppels te voorkomen, moet u voldoende antizweet- en isolatiematerialen
op de koel- en afvoerleidingen aanbrengen.
Als u de koelleidingen plaatselijk koopt, moet u ervoor zorgen dat u plaatselijk te krijgen
isolatiemateriaal (met een warmtebestendigheid van meer dan 100 °C en een dikte zoals
hieronder is aangegeven) op zowel de vloeistofleiding als de gasleiding aanbrengt.
Zorg er ook voor dat u plaatselijk te krijgen isolatiemateriaal (met een specifieke
zwaartekracht van 0,03 voor polyethyleen en een dikte zoals hieronder aangegeven)
op alle leidingen die door kamers lopen, aanbrengt.
1 Selecteer de dikte van het isolatiemateriaal aan de hand van de diameter van de
leiding.
Diameter leiding
6,4 mm – 25,4 mm
28,6 mm – 38,1 mm
2 Als het apparaat gebruikt wordt op de hoogste verdieping van een gebouw en in
omstandigheden met een hoge temperatuur en luchtvochtigheid, moet u leidingen met
een grotere diameter en dikkere isolatie gebruiken dan die hierboven is aangegeven.
3 Als de klant specificaties heeft, volg die dan simpelweg op.

7. De koel- en afvoerleidingen aansluiten

7.1. Koelleidingwerk

Deze werkzaamheden aan de pijpleidingen dienen te worden uitgevoerd volgens
de installatiehandleiding van beide buitenapparaten.
• Voor beperkingen met betrekking tot pijplengtes en toegestane hoogteverschillen,
verwijzen wij u naar de installatie-instructies van het buitenapparaat.
Voorzichtig:
• Installeer de koelvloeistofleidingen voor het binnenapparaat volgens de
onderstaande procedure.

7.2. Optrompen

• De belangrijkste oorzaak van gaslekken is een fout bij het optrompen.
Voer het optrompen op de volgende manier correct uit.
7.2.1. Leidingen snijden
[Fig. 7.2.1] (P.3)
a Koperen leidingen
c Niet goed
e Ongelijk
• Snijd dme koperen leiding recht af met een pijpsnijder.
7.2.2. Bramen verwijderen
[Fig. 7.2.2] (P.3)
a Braam
c Opruimer
• Verwijder zorgvuldig alle bramen uit de doorsnede van de buis/leiding.
• Houd het uiteinde van de buis/leiding naar beneden om te voorkomen dat koper-
vijlsel in de leiding vallen.
7.2.3. Moeren bevestigen
[Fig. 7.2.3] (P.3)
a Optrompmoer
• Verwijder de optrompmoeren die aan de binnen- en buitenunit zijn bevestigd en
bevestig deze aan de buis/leiding nadat de bramen zijn verwijderd.
(Het is niet mogelijk deze na het optrompen te bevestigen.)
7.2.4. Optrompen
[Fig. 7.2.4] (P.3)
a Trompgereedschap
c Koperen leiding
e Span
• Gebruik optrompgereedschap voor het optrompen (zie hieronder).
A (mm)
Leidingdiameter
Bij het gebruik van het gereed-
(mm)
schap voor R410A
Type koppeling
6,35
0 - 0,5
9,52
0 - 0,5
12,7
0 - 0,5
15,88
0 - 0,5
Houd de koperen leiding stevig vast in de matrijs met de maat uit bovenstaande
tabel.
50
Dikte isolatiemateriaal
Minimaal 10 mm
Minimaal 15 mm
b Goed
d Scheef
f Bramen
b Koperen buis/leiding
d Pijpsnijder
b Koperen leiding
b Matrijs
d Optrompmoer
Afmetingen
+0
B
(mm)
-0,4
9,1
13,2
16,6
19,7
6.1. Specificaties voor koelleidingen en
afvoerleidingen
A Afmetingen van de koelleidingen
R410A
Vloeistofleiding
P200
O.D. ø9,52 mm (3/8")
P250
O.D. ø12,7 mm (1/2")

6.2. Koelleiding, afvoerleiding en vulopening

[Fig. 6.2.1] (P.2)
A Luchtinlaat
C Koelstofleiding (gasvormig)
E Aftapleiding
7.2.5. Controleren
[Fig. 7.2.5] (P.3)
a Rondom glad
c Rondom even lang
e Scheef
g Gebarsten
i Voorbeelden van ondeugdelijk optrompen
• Vergelijk de opgetrompte leiding met de afbeelding rechts.
• Snijd het opgetrompte stuk af en tromp de leiding opnieuw op wanneer deze
ondeugdelijk is opgetrompt.

7.3. Leidingen aansluiten

[Fig. 7.3.1] (P.3)
• Breng een dun laagje koelolie aan op het verbindingsvlak van de leiding.
• Voor de aansluiting moet u eerst het midden uitlijnen. Vervolgens draait u de
optrompmoer 3 tot 4 slagen aan.
• Gebruik de onderstaande tabel met aandraaimomenten als richtlijn voor het ver-
bindingspunt op de aansluitzijde van de binnenunit en draai de aansluiting vast
met twee sleutels. Wanneer u een optrompmoer te stevig aandraait, kan dit het
getrompte deel beschadigen.
Buitendiameter koperen pijp
Buitendiameter flensmoer
(mm)
ø 6,35
ø 9,52
ø 12,7
ø 15,88
Waarschuwing:
De optrompmoer kan er afvliegen! (door interne druk)
Verwijder de optrompmoer als volgt:
1. Draai de moer los totdat een sissend geluid hoorbaar is.
2. Verwijder de moer niet voordat het gas geheel is vrijgekomen (het sissende
geluid is gestopt).
3. Controleer of het gas geheel is vrijgekomen en verwijder vervolgens de moer.
De buitenunit aansluiten
Sluit de leidingen aan op de leidingverbinding van de afsluitkraan van de buitenunit,
op dezelfde manier als bij de binnenunit.
• Gebruik een momentsleutel of een moersleutel en gebruik hetzelfde aandraaimo-
ment als bij de binnenunit.
De koelstofleidingen isoleren
• Nadat de koelstofleidingen zijn aangesloten, moeten de verbindingen (knelkoppelin-
gen) worden geïsoleerd met een thermische isolatiemof, zoals hieronder aangegeven.
[Fig. 7.3.2] (P.3)
A Pijpafdekking (klein) (bijgeleverd)
B Voorzichtig:
Trek de thermische isolatie aan het uiteinde van de koelstofleiding terug, steek het uiteinde
in de bout van de knelkoppeling en schuif vervolgens het isolatiemateriaal weer terug.
Let op dat er geen condensatie optreedt op het stuk koperen leiding dat niet is geïsoleerd.
C Koelstofleiding voor vloeistof
E Koelstofleiding buiten apparaat
G Pijpafdekking (groot) (bijgeleverd)
H Thermisch isolatiemateriaal (zelf aan te schaffen)
I Trekken
K Terugschuiven naar oorspronkelijke positie L Zorg dat er hier geen ruimte tussen blijft
M Plaat op het hoofdapparaat
O Zorg dat er hier geen ruimte tussen blijft. Plaats de verbinding omhoog.
1. Verwijder de rubber stop uit het uiteinde van de leiding van het apparaat.
2. Tromp het uiteinde van de koelpijp op de locatie op.
3. Trek de warmte-isolatie uit de koelpijp op de locatie en breng de isolatie weer op
zijn oorspronkelijke plaats aan.
Afvoerleiding
Gasleiding
O.D. ø25,4 mm (1")
O.D. ø32 mm(1 5/16")
O.D. ø25,4 mm (1")
B Koelstofleiding (vloeibaar)
D Besturingsdoos
F Luchtuitlaat
b Binnenkant glimt overal, zonder krassen
d Te veel
f Kras op het opgetrompte vlak
h Ongelijk
Aanhaalmoment
(mm)
(N·m)
17
14 - 18
22
34 - 42
26
49 - 61
29
68 - 82
D Koelstofleiding voor gas
F Hoofdapparaat
J Flensmoer
N Band (bijgeleverd)

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Pea-rp250

Table of Contents